Wat betekent by any chance in Engels?

Wat is de betekenis van het woord by any chance in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van by any chance in Engels.

Het woord by any chance in Engels betekent door, van, door, bij, langs, bij, naast, met, voor, met, via, tijdens, gedurende, bij, bij, volgens, bij, door, per, keer, maal, door, per, door, tot, next to, on, by, for, via, by, by, by, by, by, by means of, on the basis of, hanging by a thread, hanging by a thread, hang by a thread, by the sea, on the coast, be scared off by, learn by doing, as if by magic, with that, near, close, nearby, close by, not at all, by no means, gradual, through this, with this, find something terrible, grab by the collar, be overshadowed by, be outshone by, by no means, alone, come by, pass by, pass by, pass by, gradually, little by little, bit by bit, by bus, go by bus, take the bus, by train, near, close by, by day, during the day, step-by-step plan, gradually, by telephone, accidentally, by chance, by the way, automatically, obtain, by far, pass by, with which, pop by, zich houden aan, langskomen, stuiten op, voorbijrijden, even langsgaan, voorbijrazen, voorbijflitsen, voorbij vliegen, te winnen, leven van, rondkomen met, verstrijken, voorbijgaan, passeren, voorbijgaan, passeren, voorbijgaan, voorbijlopen, buiten beschouwing laten, mijden, veronachtzamen, voorbijgaan aan, verzanden in, belegerd door, overvallen door, omsingeld door, verblind, op een haar na, op een haartje naar, per ongeluk, zeker, in elk geval, natuurlijk, over het algemeen, al met al, van geboorte, met de bus, per bus, bij toeval, per toeval, toevallig, , door, door middel van, verreweg, uit het hoofd, in afleveringen, bij de wet, volgens de wet, door middel van, met behulp van, aan de hand van, in geen geval, ondertussen, intussen, onderhand, inmiddels, aan het einde, tegen de tijd, tussen haakjes, trouwens, tegen die tijd, met de trein, per trein, via, door middel van, naamregel, bijproduct, bijproduct, neveneffect, zijweg, zijweg, gekenmerkt door, dichtbij, in de buurt, , begrensd, beperkt, verteerd, beheerst, opwegen tegen, bedekt door iets, geregisseerd zijn, gedirigeerd zijn, geleid zijn, geregeld zijn, bevolen zijn, gedeeld, gescheiden, het zijn niet alleen koks die lange messen dragen, schijn bedriegt, schietpartij vanuit een rijdende auto, vanuit een rijdende auto, druppel voor druppel, voorbijvliegen op kleine afstand, opvolgen, zich blind staren op, zich laten meeslepen, zich niet kunnen beheersen, zich niet kunnen inhouden, vertrouwen op, luisteren naar, gaan met, aan een draadje hangen, aan een zijden draadje hangen, per toeval gebeuren, door iemand ingehuurd worden, in dienst zijn van, eren, onder de indruk zijn van iets/iemand, voetje voor voetje, ontstoken, verergerd, versterkt, aangewakkerd, uit het hoofd kennen, uit het hoofd weten, iets als zijn broekzak kennen, blind de weg weten, parkeerhaven, parkeerplaats, al doende leren, door iemand teleurgesteld voelen, beetje bij beetje, langzaam maar zeker, zich verlagen, zich verlagen, ontroer door, bewogen door, aangedaan door, vermenigvuldigen met, natuur, geenszins, noodzakelijkerwijs, voorbijganger, improviseren. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord by any chance

door

preposition (agent in passives)

The tree was cut down by his neighbour.

van, door

preposition (author, creator)

Hamlet is a play by Shakespeare.

bij

preposition (close: around)

There's a drinking fountain by the tennis court.

langs

preposition (close: past)

We always walk by the post office on the way to work.

bij, naast

preposition (close: beside, near to)

The keys are by the door over there.

met

preposition (close: distance measure)

The ball missed the window by a metre.

voor

preposition (time: not later than)

You must have the report done by Monday.

met

preposition (via: using the means of)

Should we go by car or by taxi?

via

preposition (via: using a route)

I usually go by New York when I fly to Europe.

tijdens, gedurende

preposition (during)

The street is noisy by day but very quiet by night.

bij

preposition (according to)

I know him by his first name.

bij

preposition (with the authority of)

By the authority vested in me, I proclaim you husband and wife.

volgens

preposition (in conformity with)

He does everything by the book.

bij, door

preposition (on the basis of)

They met by chance.

per

preposition (after, serially)

Things got more tense minute by minute. They walked down the road two by two.

keer, maal

preposition (multiplied by, times)

Two by four is eight.

door

preposition (divide)

Twelve divided by six is two.

per

preposition (unit of measure)

She bought eggs by the dozen. We get paid by the hour.

door

preposition (horse: sired by) (in de paardensport)

Screaming Thunder, by Screaming Eagle, won the Preakness.

tot

preposition (describing compass points)

Head northeast by north.

next to

(dichtsbijzijnd)

on

(plaatsaanduiding)

(preposition: Relates noun or pronoun to another element of sentence--for example, "a picture of John," "She walked from my house to yours.")

by

(door, via)

(preposition: Relates noun or pronoun to another element of sentence--for example, "a picture of John," "She walked from my house to yours.")

for

(samentrekking van "te der" )

(preposition: Relates noun or pronoun to another element of sentence--for example, "a picture of John," "She walked from my house to yours.")

via

(langs)

(preposition: Relates noun or pronoun to another element of sentence--for example, "a picture of John," "She walked from my house to yours.")

by

(langs)

(preposition: Relates noun or pronoun to another element of sentence--for example, "a picture of John," "She walked from my house to yours.")

by

(door middel van)

(preposition: Relates noun or pronoun to another element of sentence--for example, "a picture of John," "She walked from my house to yours.")

by

(handelend voorwerp)

(preposition: Relates noun or pronoun to another element of sentence--for example, "a picture of John," "She walked from my house to yours.")

Het boek werd geschreven door een vrouw.

by

(vastgrijpen)

De dief werd bij de kraag gegrepen.

by, by means of

(door middel van)

(preposition: Relates noun or pronoun to another element of sentence--for example, "a picture of John," "She walked from my house to yours.")

on the basis of

(door middel van)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

hanging by a thread

(figuurlijk (precair) (figurative)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

hanging by a thread

(letterlijk (opgehangen aan een draad)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

hang by a thread

(figuurlijk (precair) (figurative)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

by the sea, on the coast

(kust: plaats)

(expression: Prepositional phrase, adverbial phrase, or other phrase or expression--for example, "behind the times," "on your own.")

be scared off by

(bang gemaakt door)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

learn by doing

(iets leren door het te doen)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

as if by magic

(plots, onverwacht)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

with that

(met dit)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

near, close, nearby, close by

(op korte afstand)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

not at all, by no means

(helemaal niet)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

gradual

(langzaam aan)

(adjective: Describes a noun or pronoun--for example, "a tall girl," "an interesting book," "a big house.")

through this

(door dit)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

with this

(met dit)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

find something terrible

(iets zeer erg vinden)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

grab by the collar

(figuurlijk (arresteren) (figurative)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

be overshadowed by, be outshone by

(figuurlijk (minder belangrijk zijn dan)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

by no means

(zeer zeker niet)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

alone

(alleen)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

come by

(ontdekken)

(phrasal verb, transitive, inseparable: Verb with adverb(s) or preposition(s), having special meaning, not divisible--for example,"go with" [=combine nicely]: "Those red shoes don't go with my dress." NOT [S]"Those red shoes don't go my dress with."[/S])

pass by

(iem. bezoeken)

pass by

(iem. bezoeken)

pass by

(informeel (iem. bezoeken)

gradually, little by little, bit by bit

(progressief)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

by bus

(per bus)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

go by bus, take the bus

(per bus reizen)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

by train

(per trein)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

near, close by

(dichtbij)

(adjective: Describes a noun or pronoun--for example, "a tall girl," "an interesting book," "a big house.")

by day, during the day

(bij dag)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

step-by-step plan

(plan in stappen)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

gradually

(langzamerhand)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

by telephone

(per telefoon)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

accidentally, by chance

(bij toeval, toevalligerwijs)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

by the way

(overigens)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

automatically

(automatisch)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

obtain

(in de wacht slepen)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

by far

(verreweg)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

pass by

(passeren)

(phrasal verb, intransitive: Verb with adverb(s) or preposition(s), having special meaning and not taking direct object--for example, "make up" [=reconcile]: "After they fought, they made up.")

with which

(betrekkelijk: met wat)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

pop by

(even binnenspringen) (informal)

zich houden aan

phrasal verb, transitive, inseparable (obey)

langskomen

phrasal verb, intransitive (informal (pay a visit)

He doesn't come by often.

stuiten op

phrasal verb, transitive, inseparable (informal (find, obtain by chance) (figuurlijk)

We came by these old coins in our garden when we were digging over the vegetable plot.

voorbijrijden

phrasal verb, intransitive (go past in a vehicle)

Ray drove by in his truck.

even langsgaan

phrasal verb, intransitive (informal (pay a casual visit)

Peter dropped by earlier this afternoon.

voorbijrazen, voorbijflitsen

phrasal verb, intransitive (go past rapidly)

Paul flashed by on his fast motorbike.

voorbij vliegen

phrasal verb, intransitive (figurative (time: pass quickly) (figuurlijk)

The hours fly by when I'm with you.

te winnen

phrasal verb, transitive, inseparable (take advantage or profit by)

What have you got to gain by lying about it?

Wat heb je te winnen door erover te liegen?

leven van, rondkomen met

phrasal verb, intransitive (cope, manage) (geld)

Between taxes and the high cost of living I make barely enough to get by.

verstrijken

phrasal verb, intransitive (figurative (time: pass)

I can't believe the holiday is already over. Time went by too quickly!

Ik kan niet geloven dat de vakantie alweer voorbij is. De tijd verstrijkt zo snel!

voorbijgaan, passeren

phrasal verb, intransitive (move past)

The crowd watched as the parade went by.

voorbijgaan, passeren

phrasal verb, transitive, inseparable (move past)

The funeral procession went by the town hall.

voorbijgaan, voorbijlopen

phrasal verb, intransitive (go past)

When Emily was sick, she sat near the window and waved at everyone who passed by.

buiten beschouwing laten

phrasal verb, transitive, separable (disregard, ignore)

The shoppers passed by the tomatoes even though they were reduced in price.

mijden, veronachtzamen

phrasal verb, transitive, separable (disregard, ignore)

voorbijgaan aan

phrasal verb, transitive, inseparable (go unnoticed or ignored by)

verzanden in

verbal expression (figurative (encumbered or oppressed) (figuurlijk)

The lawyer was bogged down in paper work.

belegerd door

transitive verb (under attack: from enemy)

overvallen door

preposition (figurative (assailed: by difficulties, doubts, etc.) (figuurlijk)

She was suddenly beset by doubts as to his motives.

omsingeld door

preposition (surrounded by [sth])

verblind

(infatuated with [sb]) (figuurlijk)

He is besotted by her and would do anything for her.

op een haar na, op een haartje naar

adverb (by a very slight margin, only just) (figuurlijk)

The truck missed the cyclist by a hair.

per ongeluk

adverb (mistakenly, not intentionally)

I spilt some coffee on the carpet by accident.

zeker, in elk geval, natuurlijk

adverb (of course, certainly)

"Can I borrow your pen for a moment?" "By all means!"

over het algemeen, al met al

adverb (in general, on the whole)

Not everything about my job is good, but by and large, I enjoy it.

van geboorte

adverb (through one's family)

The U.S. Constitution requires the president to be American by birth, not a naturalized citizen.

met de bus, per bus

adverb (travel or transport: on a bus)

Amy usually travels to work by bus.

bij toeval, per toeval, toevallig

adverb (coincidentally)

I met my French teacher by chance in the supermarket.

adverb (on the other hand)

I'm always late but you, by contrast, are always on time.

door, door middel van

preposition (dated (by means of: work, effort)

By dint of brilliant organization, we were able to depart on time.

verreweg

adverb (by a large margin)

The U.S. is, by far, the largest producer of corn in the world.

uit het hoofd

adverb (from memory)

I learnt the sonnet by heart.

in afleveringen

adverb (a bit at a time) (tekst)

I'm paying for my saxophone by installments of $50 each month.

bij de wet, volgens de wet

adverb (legally)

By law, in England, the minimum age for buying alcoholic beverages is eighteen.

door middel van, met behulp van, aan de hand van

preposition (via)

The artist has depicted the light falling on the objects by means of crosshatching.

in geen geval

adverb (not at all, not in any way)

This handbag costs £300, but it's by no means the most expensive one in the shop.

ondertussen, intussen, onderhand, inmiddels

adverb (before this moment)

My guests should have arrived by now – dinner's getting cold.

aan het einde

adverb (before the final moment)

By the end of the first chapter, I could guess the solution to the mystery. I'm usually exhausted by the end of the day.

tegen de tijd

adverb (at some point before)

You better have your chores done by the time I get home or you're in big trouble. The traffic was so bad that by the time I got to the office I was 20 minutes late.

tussen haakjes, trouwens

adverb (incidentally)

By the way, have you seen this before?

tegen die tijd

adverb (sometime before a future point)

By then it will be too late. The party starts at 7:00? That's okay – I should be ready by then.

met de trein, per trein

adverb (travel or transport: on a train)

The easiest way to get there is by train.

via

preposition (going through)

She flew from Khartoum to Kathmandu by way of Dubai.

door middel van

preposition (by means of)

naamregel

noun (journalism: author's name) (journalisme)

bijproduct

noun ([sth] produced while making [sth] else)

Depleted uranium is a byproduct of enrichment.

bijproduct, neveneffect

noun (additional outcome or result)

The reduction in crime has been an unexpected but welcome byproduct of the new policy.

zijweg

noun (countryside: side road)

zijweg

noun (side road)

gekenmerkt door

verbal expression (have as an identifying trait)

Summers here are characterized by hot days and cool nights.

dichtbij, in de buurt

adjective (near, in close proximity)

noun (law: agreement)

begrensd, beperkt

(limited: by laws, means)

The power of the police is constrained by the law.

verteerd

(figurative (overwhelmed by emotion) (fig., door emotie)

Paul was consumed with jealousy when he saw Sarah with another man.

beheerst

adjective (person: be manipulated by [sb])

Stacy is controlled by her husband; she will do anything he wants her to do.

opwegen tegen

transitive verb (figurative (provide a balance with) (figuurlijk)

Her book is an attempt to counterweight government propaganda on the subject of education.

bedekt door iets

adjective (with [sth] overlaid)

geregisseerd zijn

verbal expression (movie: have as director) (film)

'2001, A Space Odyssey' was directed by Stanley Kubrick.

gedirigeerd zijn, geleid zijn

verbal expression (project: be coordinated by) (project)

This book series was directed by the chair of the department.

geregeld zijn, bevolen zijn

verbal expression (be controlled, ordered by)

The bombing was directed by the top general in charge.

gedeeld

adjective (arithmetic: by a number)

Twenty-seven divided by nine is three.

gescheiden

adjective (figurative (opinion: by a subject) (figuurlijk)

The generations are divided by their taste in music, clothing, communication style, and almost everything else.

het zijn niet alleen koks die lange messen dragen, schijn bedriegt

interjection (proverb (appearances can be deceptive)

She definitely looks trustworthy, but don't judge a book by its cover.

schietpartij vanuit een rijdende auto

noun (shooting from car)

vanuit een rijdende auto

adjective (informal (shooting: from car) (m.b.t. schietpartij)

druppel voor druppel

adverb (one droplet at a time)

Squeeze the rubber bulb of the dropper to release the liquid drop by drop.

voorbijvliegen op kleine afstand

noun (flight close to [sth])

opvolgen

verbal expression (make further communication)

John followed up his interview by sending a thank-you note.

zich blind staren op

verbal expression (figurative, informal (stuck: in activity, etc.) (figuurlijk, informeel)

I thought I would be able to leave early, but I got bogged down by paperwork.

zich laten meeslepen

verbal expression (figurative (be overexcited)

She gets carried away at Christmas, and spends too much money on everything.

Ze laat zich meeslepen met Kerstmis en geeft teveel geld uit aan alles.

zich niet kunnen beheersen, zich niet kunnen inhouden

verbal expression (figurative (be overcome with excitement)

Mark got carried away with all the excitement and nearly fainted. Sophia got carried away by the emotion of the occasion and burst into tears.

vertrouwen op

(informal (use as guide)

Going by the map, the hotel should be on the corner of the next street on the right.

luisteren naar

(be known as)

The criminal goes by the nickname of 'The Black Cat'.

De crimineel luistert naar de naam 'The Black Cat'.

gaan met

(use for transport)

Steve went by train to Oxford.

aan een draadje hangen

verbal expression (dangle)

The Emergency Room doctor told me that my fingertip was hanging by a thread.

aan een zijden draadje hangen

verbal expression (figurative (be precarious) (figuurlijk)

Sam's life hung by a thread as he struggled to come out of a coma.

per toeval gebeuren

verbal expression (be lucky or coincidental)

We weren't trying to get pregnant; it happened by chance.

We probeerden niet om zwakker te raken, het gebeurde per toeval.

door iemand ingehuurd worden

(informal (contracted)

in dienst zijn van

(informal (employed)

She was hired by a big IT company as a programmer.

eren

verbal expression (treat with honour)

The army honoured the officer by giving him a special medal for bravery.

onder de indruk zijn van iets/iemand

(admired [sth])

I was impressed by her professionalism. I was very impressed with George, because he was so smart.

voetje voor voetje

adverb (figuratively (gradually) (figuurlijk)

He moved along the wall inch by inch, afraid of falling off.

Hij stapte voetje voor voetje op de muur, bang dat hij zou vallen.

ontstoken

adjective (infected, swollen)

My grandmother has arthritis and her joints are inflamed.

verergerd, versterkt

adjective (figurative (exacerbated)

The situation was inflamed by the politician's careless remarks.

aangewakkerd

adjective (figurative (emotion: roused) (figuurlijk)

Her jealousy was inflamed by his friendship with her sister.

uit het hoofd kennen, uit het hoofd weten

transitive verb (have memorized)

The students had to know the poem by heart.

iets als zijn broekzak kennen, blind de weg weten

transitive verb (informal (be completely familiar with) (figuurlijk, inf.)

I never get lost in this neighborhood; I know it by heart.

parkeerhaven, parkeerplaats

noun (UK (vehicle rest stop)

al doende leren

(train while on the job)

door iemand teleurgesteld voelen

adjective (disappointed, failed)

beetje bij beetje, langzaam maar zeker

adverb (gradually, a bit at a time)

Add the sugar little by little and your meringue will be perfect. He became better at tennis little by little.

zich verlagen

transitive verb and reflexive pronoun (do [sth] undignified)

Don't lower yourself by responding to his insults.

zich verlagen

transitive verb and reflexive pronoun (humble yourself)

The Duchess lowered herself by marrying a commoner.

ontroer door, bewogen door, aangedaan door

(emotionally affected)

I was so moved by the music, I felt like crying.

vermenigvuldigen met

(times by a number)

Multiply the figure in column A by 20.

natuur

noun (characteristics, essence)

Lions are wild by nature, and there is little you can do to tame them.

geenszins

expression (in no way, by no method)

I will not by any means allow you to borrow my car.

noodzakelijkerwijs

adverb (unavoidably)

By necessity, we eat a lot of beans and very little steak.

voorbijganger

noun (person who is walking past)

The police spoke to a passer-by who had seen the whole accident.

improviseren

transitive verb (figurative (improvise)

What will we do tomorrow? Let's play it by ear.

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van by any chance in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Ken je iets van Engels

Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.