Wat betekent abrigo in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord abrigo in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van abrigo in Portugees.

Het woord abrigo in Portugees betekent schuilplaats, daklozenopvang, beschutting, onderkomen, beschutting, toevluchtsoord, schuilplaats, onderdak, lijzijde, lij, schuilplaats, dakloos, hok, daklozen, pleegzorg. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord abrigo

schuilplaats

substantivo masculino

Precisamos procurar um abrigo antes que a tempestade chegue.

daklozenopvang

substantivo masculino (para sem-tetos)

O desabrigado passou a noite no abrigo.

beschutting

A árvore grande vai dar abrigo contra o vento.

onderkomen

substantivo masculino

Alguns animais constroem seus abrigos com palha.

beschutting

Ele se abrigou na floresta.

toevluchtsoord

substantivo masculino

schuilplaats

substantivo masculino

onderdak

Tim reservou o alojamento para sua viagem com uma semana de antecedência.

lijzijde, lij

(scheepvaart)

schuilplaats

substantivo masculino

dakloos

(BRA)

Esta parte da cidade sempre tem muitas pessoas sem teto na rua.

hok

daklozen

(pessoa sem lar, BRA)

Os sem-teto sempre sofrem de frio no inverno.

pleegzorg

(adoção temporária)

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van abrigo in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.