Wat betekent aprovar in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord aprovar in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van aprovar in Portugees.

Het woord aprovar in Portugees betekent goedkeuring tonen, goedkeuren, bekrachtigen, toestemmen, het eens zijn met, goedkeuren, overgaan naar, stroken met, overeenkomen met, goedkeuren, met iets akkoord gaan., toekennen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord aprovar

goedkeuring tonen

verbo transitivo

Os pais da Isabela não aprovam seu namoro com Pedro.

goedkeuren

Os pais não aprovaram o novo namorado dela.

bekrachtigen

O senado aprovou aprovar rapidamente a lei.

toestemmen

verbo transitivo

Embora tenha levado muito tempo, o conselho aprovou enfim a proposta de subvenção de Jessica.

het eens zijn met

Ela nunca consentirá a ideia de fumar em restaurantes.

goedkeuren

O chefe já aprovou a proposta?

overgaan naar

verbo transitivo (na escola)

Os alunos do quarto ano foram promovidos para o quinto ano.

stroken met, overeenkomen met

goedkeuren

verbo transitivo

A companhia não tolera o uso de celular no trabalho.

met iets akkoord gaan.

verbo transitivo

Eu costumo consentir com o que ela diz para evitar qualquer discussão.
Ik ga meestal gewoon akkoord met wat ze zegt om ruzies te vermijden.

toekennen

verbo transitivo

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van aprovar in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.