Wat betekent buscar in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord buscar in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van buscar in Spaans.

Het woord buscar in Spaans betekent zoeken, zoeken, zoeken, onderzoeken, op zoek zijn naar iets, uitzoeken, opsporen, iets opzoeken, jagen, afzoeken, afspeuren, nastreven, ambiëren, iets opzoeken, willen, opzoeken, iemand opzoeken, ruzie maken, ruzie zoeken, zoeken, vissen naar, hengelen naar, prospecteren, uitkammen, zoeken, speuren, trachten, pogen, bestuderen, onderzoeken, vragen, wensen, zoeken, ondervragen, doorzoeken, in de markt voor, vissen naar, flirten met, ophalen, googelen, rondkijken, doorzoeken, solliciteren, stad en land aflopen, foerageren, afval doorzoeken, vuilspuiten, rondkijken, zoeken naar, tijd vinden, ontbieden, oppiepen, oproepen, rondscharrelen, iets doorzoeken. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord buscar

zoeken

Algunos buscan el amor por Internet.

zoeken

verbo transitivo

Está buscando sus llaves.

zoeken

verbo transitivo

El detective busca algunas pistas sobre el crimen.

onderzoeken

Estamos buscando maneras de mejorar nuestra efectividad.

op zoek zijn naar iets

Estaba buscando las llaves, pero no aparecen.

uitzoeken, opsporen

Nos pasamos varios meses buscando el mejor restaurante tailandés de la ciudad.

iets opzoeken

verbo transitivo

Si no sabes quién era Ada Lovelace búscala en Internet.

jagen

La policía estuvo buscando toda la noche al criminal.

afzoeken, afspeuren

verbo transitivo

Dan llegó tarde al trabajo porque tuvo que buscar sus llaves.

nastreven, ambiëren

verbo transitivo

Ella busca fama y fortuna.

iets opzoeken

verbo transitivo

Si no entiendo una palabra, la busco en el diccionario.

willen

No busco comprar una colección de enciclopedias en estos momentos.

opzoeken

verbo transitivo (en Internet)

Buscó la respuesta en internet.

iemand opzoeken

Búscame la próxima vez que andes en la ciudad.

ruzie maken, ruzie zoeken

David siempre busca peleas en la escuela.

zoeken

verbo transitivo (bíblico)

¡Buscad y hallaréis!

vissen naar, hengelen naar

verbo transitivo (figuurlijk)

Ella está buscando un cumplido. Solo ignórala.

prospecteren

La compañía minera está buscando oro en la zona.

uitkammen

verbo transitivo

Ellos están buscando pistas por toda la región.

zoeken, speuren

trachten, pogen

Procuro restaurar mi honor.

bestuderen, onderzoeken

El investigador investigó el asunto detalladamente.

vragen, wensen, zoeken

Le pedimos consejo a los sabios maestros.

ondervragen

(informática) (computers)

doorzoeken

La policía registró el apartamento del sospechoso.

in de markt voor

Si buscas comprar una nueva laptop, estas son nuestras recomendaciones.

vissen naar

(figuurlijk)

En busca de un aumento, Darren trabajó horas extras varias semanas seguidas.
ⓘEsta oración no es una traducción de la original. Hij viste naar de achtergrond van haar problemen.

flirten met

(figuurlijk: riskeren)

El Gobierno llamaba (or: invitaba) al desastre al no haberse preparado para la llegada de un huracán.

ophalen

Voy a recoger a los chicos hoy en colegio.

googelen

(®; informal) (merknaam)

Si no sabes quién es Rosalind Franklin, googléala.

rondkijken

Sara se pasó la tarde mirando las tiendas locales.

doorzoeken

Revisé todos mis cuadernos tratando de encontrar mi dibujo favorito de un roble.
Ik heb al mijn schetsboeken doorzocht om mijn favoriete tekening van de eikenboom te vinden.

solliciteren

Mi única tarea del día es solicitar empleo.

stad en land aflopen

locución verbal

Buscó a su hermano por cielo y tierra, hasta que dio con él.

foerageren

locución verbal (biologie)

Los jabalíes buscan comida cerca de la ruta de senderismo, así que ten cuidado.

afval doorzoeken

(voor eten)

Los zorros urbanos buscan comida en los botes de basura.

vuilspuiten

(informeel, figuurlijk)

rondkijken

He buscado por todos lados pero no encuentro mis anteojos .

zoeken naar

No sé dónde puse las llaves, tendré que buscarlas por aquí.

tijd vinden

Estoy muy ocupado, pero trataré de encontrar un tiempo para verte.

ontbieden

locución verbal (formeel)

Está muy enfermo, deberíamos ir a buscar a sus padres para que lo lleven a casa.

oppiepen, oproepen

(via een pieper)

rondscharrelen

locución verbal (eenden in het water)

Esos patos a menudo se alimentan buscando comida con el pico en aguas poco profundas.

iets doorzoeken

¿Puedo buscar entre esa ropa vieja a ver si hay algo que me guste antes de que la tires?

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van buscar in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.