Wat betekent cima in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord cima in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van cima in Portugees.

Het woord cima in Portugees betekent besluiteloos persoon, klimmen over, klauteren over, platwalsen, herstellen, te niet doen, opheffen, over iets heenkijken, bovenhands, bovenhands, van bovenaf, van boven naar beneden, naar boven, omhoog, van boven tot onder, kort van tevoren, in de weer, bezig, verderop, bovendien, daarnaast, Over mijn lijk! Over m'n lijk!, aankijken, op iets neerkijken, kijk omhoog, overdrukken, vluchtig doornemen, vlug doorlezen, omverrijden, bottom-up, omhoog, bovenhands, bovenhands, van top tot teen, daarginds, bovenkant, bovenzijde, bovenop iets, stijgen ten opzichte van, scheren boven, iets overslaan, naar boven, omhoog, over, overheen, iets onder controle hebben, overbruggen, pikant, ter plekke, ter plaatse, bovenaan, iets gewoon doen, menigte, hoger, meer, bovenstuk, topje, opgaand, opwaarts, rug, over, boven, bovenstuk, boven, hoger dan, meer dan, in de lucht slaan, in de lucht gooien, aanvallen, afpikken. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord cima

besluiteloos persoon

klimmen over, klauteren over

(cerca; muro)

platwalsen

(figuurlijk)

herstellen

A empresa vai recuperar-se da instabilidade financeira porque seus produtos estão sendo procurados.

te niet doen, opheffen

A importância deste projeto excede quaisquer preocupações que você possa ter quanto aos custos envolvidos.

over iets heenkijken

(figurado)

bovenhands

locução adjetiva (sport)

bovenhands

locução adjetiva (sport)

van bovenaf, van boven naar beneden

locução adjetiva (hierarquicamente: de cima para baixo)

naar boven, omhoog

locução adverbial

Vá para cima e limpe seu quarto.

van boven tot onder

advérbio

Je moet de verf van boven tot onder aanbrengen.

kort van tevoren

in de weer, bezig

(figurado, informal, pessoa agitada)

Meus filhos nunca ficam parados! Estão sempre indo para cima e para baixo. Estou tão ocupado o dia inteiro; estou indo para cima e para baixo de manhã até a noite.

verderop

locução adverbial

bovendien, daarnaast

Que dia! Primeiro acordei atrasada, depois o boiler estourou, e além disso, tive um pneu furado.

Over mijn lijk! Over m'n lijk!

expressão (informeel)

aankijken

expressão (examinar, escrutinar)

op iets neerkijken

expressão

Do topo da torre você pode olhar a cidade inteira de cima.

kijk omhoog

expressão verbal

Se você quiser se sentir minúsculo, olhe para cima e veja as estrelas à noite.

overdrukken

locução verbal (impressão sobreposta)

vluchtig doornemen, vlug doorlezen

expressão verbal (figurado, abordar superficialmente)

omverrijden

expressão (figurado, atropelar)

bottom-up

locução adverbial (tipo de abordagem estratégica)

omhoog

locução adverbial

bovenhands

locução adverbial (sport)

bovenhands

locução adverbial (sport)

van top tot teen

advérbio (figurado, informal: completamente) (fig., informeel)

daarginds

locução adverbial (informal)

Você já olhou para as estrelas e se perguntou se existe alguém lá em cima?

bovenkant, bovenzijde

bovenop iets

stijgen ten opzichte van

(figurado: ser ambicioso, implacável)

scheren boven

expressão verbal (mover-se acima de algo)

iets overslaan

expressão verbal

Marie omzeilde het onderwerp waarover Erik het vooral wilde hebben handig.

naar boven, omhoog

locução adverbial (figuurlijk)

Não tenho autoridade para tomar esta decisão. Terei que mandar isso para cima.

over, overheen

locução adverbial

O ladrão pulou por cima do muro e fugiu.

iets onder controle hebben

(no controle de)

overbruggen

(figurado, informal)

O senador ficou em cima do muro com a pergunta.

pikant

expressão verbal

ter plekke, ter plaatse

bovenaan

locução adverbial

iets gewoon doen

(figurado, sem permissão) (zonder toestemming, informeel)

Os pais de Sarah disseram que ela não poderia ir a festa, mas ela seguiu em frente e foi de qualquer forma. Eu não tive tempo de perguntar a minha chefe se ela queria que eu resolvesse o problema; eu só segui em frente e resolvi.

menigte

(informal, figurado)

Os fãs foram para cima dele quando ele deixava o teatro.

hoger, meer

locução adverbial

Os preços estão de três euros para cima.

bovenstuk, topje

expressão (biquíni) (bikini)

Ela amarrou a parte de cima do biquíni.

opgaand, opwaarts

Use a escada rolante que sobe, é mais rápida que a escada comum.

rug

advérbio (dorso)

Truta salmonada: cinza na parte de cima com pontos pretos na nadadeira dorsal e prateada por baixo.

over

locução adverbial

As paredes foram pintadas por cima.

boven

locução adverbial (figurado, hierarquicamente superior)

Essas ordens vieram de cima.

bovenstuk

substantivo feminino (roupa) (jurk)

A parte de cima deste vestido é justa, e a saia é larga.

boven, hoger dan, meer dan

locução prepositiva

Eu não podia ouvi-la por cima da sirene.

in de lucht slaan, in de lucht gooien

aanvallen

expressão verbal

O time adversário partiu para cima do zagueiro.

afpikken

locução verbal (BR, gíria) (informeel)

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van cima in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.