Wat betekent color in Engels?
Wat is de betekenis van het woord color in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van color in Engels.
Het woord color in Engels betekent kleur, kleur, kleuren, inkleuren, kleuren, kleuren-, kleuren, kleur, kleur, kleur, aard, timbre, clubkleuren, kleuren, overdrijving, blozen, colour, colour, colour, colour, colour, colour, local colour, in colour, political colour, colour fan, color-wash, kleurenpracht, kleur gecoördineerd, kleurenfilm, rassenscheiding, kleurenfoto, kleurenfoto, Colour revolution, kleurentelevisie, televisie-uitzending in kleur, kleurtemperatuur, kleurentelevisie, kleurentelevisie, kleurenzien, kleurencirkel, kleurgecodeerd, kleurenblind, kleurenblind, kleurpotlood, oogkleur, vleeskleurig, full colour drukwerk, haarkleuring, honingkleur, honingkleurig, natuurlijke kleur, gekleurd, schuin, ondoorzichtigheid, donkerheid, pastelkleur, voskleurig. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord color
kleurnoun (countable (individual hue) Is red your favourite colour? |
kleurnoun (uncountable (cheeks: redness) You could tell he'd been playing sport because of the colour in his cheeks. |
kleuren, inkleurentransitive verb (apply color to [sth]) The girl coloured a tree on her piece of paper. |
kleurentransitive verb (figurative (influence [sth]) His experience in the war coloured his understanding of the world. |
kleuren-adjective (not black and white) (in samenstelling) He bought a colour TV. |
kleurennoun (usually plural (range of hues, collectively) The colours in the paint are amazing. |
kleurnoun (paint, etc.) You need to add a little colour to this painting to brighten it up. |
kleurnoun (skin pigmentation, tan) Have you been on the beach? You've got some colour on your skin. |
kleur, aardnoun (nature, essence) Only after discussing politics could you see his true colours. |
timbrenoun (sound quality) These speakers really reproduce the colour of the music very well. |
clubkleurennoun (member's ribbon) They arrived, all wearing the club's colour. |
kleurennoun (usually plural (flag) The marchers in the parade proudly showed the colours of their region. |
overdrijvingnoun (figurative (exaggeration) Though he frequently added colour to his stories, people still appreciated them. |
blozenintransitive verb (blush) You could see him colour when asked about his girlfriend. |
colour(rood, groen enz.) (UK) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
colour(met kleurstof bedekken) (UK) (transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.") |
colour(benadrukken) (UK) (transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.") |
colour(kleur aannemen) (UK) (intransitive verb: Verb not taking a direct object--for example, "She jokes." "He has arrived.") |
colour(teint) (UK) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
colour(blozen) (UK) (intransitive verb: Verb not taking a direct object--for example, "She jokes." "He has arrived.") |
local colour(lokale cultuuruiting) (UK) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
in colour(TV, film: niet zwart-wit) (UK) (adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.") |
political colour(politieke richting) (UK) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
colour fan(letterlijk (waaier met geordende kleuren) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
color-wash(met kleurstof bestrijken) (transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.") |
kleurenprachtnoun ([sth] intensely colorful) |
kleur gecoördineerdadjective (having colors that match) Each dancer's outfit is a different style, but they are all color-coordinated. |
kleurenfilmnoun (for photographing in color) Jane shot the photos using color film, scanned them into her computer and converted them to black and white. |
rassenscheidingnoun (separation by skin color) |
kleurenfotonoun (informal (photograph in full color) The book is full of beautiful colour photos. |
kleurenfotonoun (photo in full color) |
Colour revolutionnoun (social movement in Eastern Europe) (anglicisme) |
kleurentelevisienoun (US (tv set showing images in colour) We've got a colour television in the living room. |
televisie-uitzending in kleurnoun (US (tv broadcast in colour) Colour television first came to the UK in 1967. |
kleurtemperatuurnoun (optics) |
kleurentelevisie(informal (television set: shows images in colour) |
kleurentelevisie(uncountable, informal (television shows broadcast in color) |
kleurenziennoun (ability to see hues) Nocturnal animals tend not to have color vision; the night's light is not strong enough to make out more than gray shapes. |
kleurencirkelnoun (chart showing color relationships) |
kleurgecodeerdadjective (classed and identified by color) The files were colour-coded to make it easier to find the correct one. |
kleurenblindadjective (having a medical condition) |
kleurenblindadjective (figurative (not racially prejudiced) (figuurlijk) |
kleurpotloodnoun (colored drawing tool) I used a coloured pencil to draw my teddy bear. |
oogkleurnoun (color of the irises) |
vleeskleurigadjective (same colour as skin) |
full colour drukwerknoun (printing process) (anglicisme) It's rare to find such an old magazine printed in full colour. |
haarkleuringnoun (product: dye) |
honingkleurnoun (golden hue) |
honingkleurigadjective (golden) Her honey-color eyes sparkled in the sunlight. |
natuurlijke kleurnoun (hair: real shade) (haar) Her hair is blond, but I think it's not her natural color. Is that your hair's natural color, or do you dye your hair? |
gekleurdadjective (US (person: not white) (huidskleur) |
schuinadjective (informal, figurative (joke, etc.: obscene, in bad taste) (figuurlijk; grap) The joke was a little off color. Jim is known for telling off-colour jokes. |
ondoorzichtigheidnoun (pigment: not transparent) |
donkerheidnoun (hue: not transparent) I couldn't see her eyes because her sunglasses were a very opaque color. |
pastelkleurnoun (pale hue) She chose a pastel colour for her dress; pastels are 'in' this Spring. |
voskleurigadjective (US (light red-brown) |
Laten we Engels leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van color in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.
Verwante woorden van color
Synoniemen
Geüpdatete woorden van Engels
Ken je iets van Engels
Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.