Wat betekent creída in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord creída in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van creída in Spaans.

Het woord creída in Spaans betekent geloven in, geloven in, denken, geloven, denken, geloven, denken, veronderstellen, menen, overtuiging, volgens mij, aanname, opvatting, denken, geloven, denken, verwachten, veronderstellen, aannemen, geloven, denken, vermoeden, aannemen, dunken, opslokken, iets denken, vinden, geloven, arrogant, verwaand, arrogant, verwaand, ijdel, verwaand, arrogant, pretentieus, arrogant, verwaand, verwaand, arrogant, bekakt, kakkineus, verwaand, blaaskaak, opgeblazen, zelfvoldaan, goed, aanmatigend, verwaand, verachter, opschepper, snoever, praatjesmaker, pocher, windbuil, opdringerig, aanmatigend, opschepper, verwaande kwast, arrogante kwal, geloven in, geloven, alles geloven, iem. iets laten geloven, denken, geloven, vermoeden, echt niet! kan niet!, geloofwaardigheid, vinden, geloven, vertrouwen, denken, iemand begrijpen, vasthouden aan. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord creída

geloven in

verbo transitivo

Yo creo que Dios existe.

geloven in

Creo que, tal como prometió, regresará.

denken, geloven

verbo transitivo

Yo creo que no va a llover mañana, pero no estoy seguro.

denken, geloven

verbo transitivo

denken, veronderstellen, menen

overtuiging

Yo creo que trabajar treinta y cinco horas a la semana es demasiado.

volgens mij

verbo transitivo

aanname, opvatting

Puede ser que esté equivocado pero creo que ya no están de novios.

denken, geloven

Creo que son gente muy agradable.

denken, verwachten

verbo transitivo

¿Qué crees tú que pasará?

veronderstellen, aannemen

Creo que la odias. ¿Es verdad?

geloven

Yo no creo en nada de lo que dice ese político.

denken, vermoeden, aannemen

Pienso que tú debes ser el nuevo alguacil.

dunken

(ouderwets)

Debes hacer lo que consideres mejor.

opslokken

(figurado, informal) (figuurlijk)

Fred es muy ingenuo, se tragará cualquier cosa que le digas.

iets denken, vinden, geloven

Creo que deberíamos tomar esa carretera.

arrogant, verwaand

(coloquial)

Los elogios excesivos a su proyecto lo han convertido en un creído.

arrogant

El supervisor de nuestro departamento es arrogante y grosero.

verwaand, ijdel

verwaand, arrogant

pretentieus

arrogant, verwaand

Le pedí a la vendedora si podía ordenar el ítem que yo quería y fue muy altanera al respecto. ¡No voy a comprar ahí nunca más! Carl estaba ofendido con el comentario altanero de Jane.

verwaand, arrogant

bekakt, kakkineus, verwaand

(coloquial) (informeel, pejoratief)

Ella era una verdadera estirada, se creía mejor que los demás.

blaaskaak

(pejoratief)

opgeblazen

(figuurlijk)

No necesito que un burócrata engreído me diga lo que tengo y no tengo que hacer.

zelfvoldaan

(coloquial)

Adam acaba de correr su primera maratón y está muy subido.

goed

(creerse) (pretentieus)

Se cree muy importante, no se mezcla con la gente común.

aanmatigend

Él era un hombre engreído que se la pasaba de altanero dándole órdenes a los demás.

verwaand

Owen es engreído y resulta difícil hablar con él.

verachter

nombre masculino, nombre femenino

opschepper, snoever, praatjesmaker, pocher, windbuil

nombre masculino, nombre femenino (coloquial) (informeel)

No me cae bien; es una creída.

opdringerig, aanmatigend

opschepper

verwaande kwast, arrogante kwal

(informeel, fig., pej.)

geloven in

(algo)

Creo en donar a las organizaciones que mantienen sus costos al mínimo.

geloven

Él dijo que lo vio y yo le creo.

alles geloven

locución verbal (figuurlijk)

¡Es tan ingenua! Cree cualquier cosa.

iem. iets laten geloven

El asesor financiero me hizo creer que mis inversiones eran seguras.

denken, geloven, vermoeden

Harry llamó para decir que estaba de camino, por lo que supongo que llegará pronto.

echt niet! kan niet!

locución interjectiva (coloquial) (informeel)

geloofwaardigheid

locución nominal femenina

vinden, geloven

Creo que Tom viene con nosotros. Le preguntaré.

vertrouwen

Ella cree en sus palabras.

denken

(tener intención de)

Creo que iré al supermercado ahora.

iemand begrijpen

locución verbal

Cuando mi marido dice que lo que cociné está "interesante", creo que él quiere decir que no le gusta. Creí que John estaba en Fiji pero entendí todo mal, está en Venezuela.

vasthouden aan

locución verbal (figuurlijk)

Él cree profundamente en sus principios socialistas.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van creída in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.