Wat betekent deber in Spaans?
Wat is de betekenis van het woord deber in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van deber in Spaans.
Het woord deber in Spaans betekent plicht, moeten, verschuldigd zijn aan, taak, moeten, moeten, verschuldigd zijn aan, te danken hebben aan, moeten, moeten, zou moeten, zou moeten, zouden moeten, werk, moeten, zou moeten, behoren, betamen, taak, zou moeten, zouden moeten, zou moeten, verantwoordelijkheid, moeten, schade, beter kunnen doen, moeten, moeten, moeten, moeten, zullen, zou moeten, je plicht doen, betamen, had moeten. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord deber
plicht
Es tu deber votar. |
moetenverbo transitivo Debes obtener un nuevo permiso de conducir. |
verschuldigd zijn aanverbo transitivo (financieel) Al pedir una hipoteca para comprar mi casa, debo al banco mucho dinero. |
taak
Uno de mis deberes como gerente es liderar las reuniones del equipo. |
moeten(verplichting) Debo presentarme el lunes en el juzgado o me arrestarán. |
moeten
Con este profesor siempre debes acabar tus tareas a tiempo. |
verschuldigd zijn aan, te danken hebben aanverbo transitivo Debe su vida a la habilidad del cirujano. |
moetenverbo transitivo (ten minste) No estoy seguro de la cantidad, pero debo beber unos tres vasos de agua al día. |
moeten
Estás obligado a denunciar este tipo de cosas a la policía. |
zou moeten(condicional) Debería ir, pero probablemente se quede en casa. |
zou moeten, zouden moeten(condicional) Deanna no estudia tanto como debería. |
werk
Su deber era reabastecer los anaqueles en la tienda. |
moeten(condicional) Tal vez deberías ir a la reunión esta noche. ¿Tú qué crees? |
zou moeten(condicional) Deberías conducir con más cuidado. |
behoren, betamen(condicional) Todos deberían luchar por una sociedad más justa. |
taak
Cuando tu padre no está, es tu deber cuidar de tu hermano menor. |
zou moeten, zouden moetenverbo transitivo Si salimos a las 8 a. m. deberíamos llegar con tiempo. |
zou moeten
Debo sacar la basura, pero no lo voy a hacer. // ¿Qué debo hacer? |
verantwoordelijkheidnombre masculino Cumplirá con su deber. |
moeten
Debo irme ahora. |
schade(coloquial) (figuurlijk, spreektaal) Mesero, por favor traiga la cuenta para ver cuánto es el daño. |
beter kunnen doen
¡Sería mejor que hiciera lo que se le pide! Hij kan maar beter doen wat hem wordt verteld! |
moeten
Tengo que irme de aquí. Ik moet hier weg. |
moeten
Estudiantes, tienen que llegar a las 8 para poder sacar la foto grupal. |
moeten
Tengo que terminar mis deberes. |
moeten
Tengo que ayudar a mis padres a mudarse. |
zullen, zou moeten
Nuestro equipo debería de ganar el partido porque es mucho mejor que el oponente. |
je plicht doen
Deberías cumplir con tu obligación como un ciudadano responsable de este país. |
betamen
|
had moeten(en condicional) Debería haber sabido que no puede hacer eso. |
Laten we Spaans leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van deber in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.
Verwante woorden van deber
Geüpdatete woorden van Spaans
Ken je iets van Spaans
Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.