Wat betekent empezar in Spaans?
Wat is de betekenis van het woord empezar in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van empezar in Spaans.
Het woord empezar in Spaans betekent beginnen, beginnen, starten, aanvangen, oprichten, opzetten, beginnen, starten, beginnen, zijn loopbaan beginnen, beginnen aan, beginnen met, beginnen, starten, beginnen, aan de slag gaan, op gang brengen, geopend worden, op zich nemen, beginnen, aanvangen, starten, opstarten, beginnen met, iets van de grond krijgen, uitkomen, iets beginnen, beginnen, hervatten, inzetten, aanheffen, weer oppakken, in het begin, als begin, nieuw begin, goed beginnen, aanvallen, toetasten, zich aansluiten bij, beginnen met, beginnen, aanvangen, vuur maar raak, ingaan met, starten met, beginnen met, iets aanpakken, met iemand bevriend raken, beginnen, beginnen met, aanvangen met, beginnen over, openen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord empezar
beginnen
Estamos esperando que empiece la película. |
beginnen, starten, aanvangen
El presidente empezó con la reunión. |
oprichten, opzetten, beginnen
Mi abuelo empezó el negocio familiar. |
starten, beginnenverbo intransitivo La reunión empezó a las 10. De vergadering begon om 10 uur. |
zijn loopbaan beginnenverbo intransitivo Su padre era el propietario de la compañía así que no tuvo que empezar desde abajo al cargo del correo. |
beginnen aan, beginnen met
Liz empieza a hacer sus tareas tan pronto llega a su casa. |
beginnen, startenverbo transitivo La muchedumbre estaba esperando que el concierto empezara. |
beginnen
Más nos vale empezar (or: comenzar) antes que oscurezca. We zouden beter beginnen voor het donker wordt. |
aan de slag gaanverbo intransitivo La campaña empezó en 1983, |
op gang brengen
Empecemos el espectáculo. Laten we de show op gang brengen. |
geopend wordenverbo transitivo La reunión empezó con un discurso del presidente. |
op zich nemen(un proyecto) El constructor accedió a emprender la reforma. |
beginnen(coloquial) Las fiestas arrancarán esta tarde. |
aanvangen(formeel) Comencemos las celebraciones por la boda de la princesa. |
starten, opstarten(project) |
beginnen met
Vince necesita ponerse con tu proyecto de la escuela porque la fecha de entrega es la semana que viene. |
iets van de grond krijgen(figurado, coloquial) (figuurlijk) |
uitkomenverbo transitivo Vale, esta vez abres tú. Tira la primera carta. |
iets beginnen
Cuando acarició al gato, empezó a estornudar. |
beginnen(coloquial) Los efectos del tranquilizante deberían comenzar a notarse en unos minutos. |
hervatten
|
inzetten, aanheffen(figurado, pieza) (muziek) La orquesta atacó los primeros compases de un festivo vals. |
weer oppakken(figuurlijk) Decidí reiniciar mis estudios después de que murió mi marido. |
in het beginlocución adverbial Al empezar parece difícil pero no tardarás en ponerte diestro. |
als beginlocución adverbial Para empezar vamos a agarrar nombres y llamar, después podemos conseguir más detalles. |
nieuw beginlocución adverbial Al niño lo cambiaron de escuela para que pudiera empezar de nuevo. |
goed beginnenexpresión Nuestro nuevo empleado ha empezado con el pie derecho. |
aanvallen, toetasten
Se me hizo agua la boca cuando olí la tarta de manzana que había hecho mi mamá y estaba lista para empezar a comer. |
zich aansluiten bij
Sus notas bajaron cuando empezó a juntarse con la gente equivocada. |
beginnen met
Creo que empezaré con un aperitivo y después pediré el plato principal. |
beginnen, aanvangen
Julius se puso a ordenar su colección de mariposas, se mantendrá ocupado varios días. |
vuur maar raaklocución verbal (coloquial) Los asaltantes empezaron a los tiros cuando el hombre intentó resistirse. |
ingaan met, starten met, beginnen metverbo intransitivo Empezamos con tres puntos en los que estábamos de acuerdo. We startten met 3 punten, waarover we het eens waren. |
iets aanpakken
¿No es hora de que te pongas a arreglar la mesa rota? ⓘEsta oración no es una traducción de la original. Wordt het geen tijd dat je de kapotte tafel gaat aanpakken? Hoe moet ik het plafond schilderen als ik geen ladder heb? |
met iemand bevriend rakenlocución verbal (pareja) Mi mujer y yo empezamos a salir cuando estábamos en la secundaria. Mijn vrouw en ik raakte voor het eerst met elkaar bevriend toen we op de middelbare school zaten. |
beginnen
En cualquier discusión, Wendy siempre es la que empieza a llevar la contra. |
beginnen met, aanvangen metlocución verbal El agua empezó a hervir en la olla. |
beginnen over
Una vez que Dave empieza con política, ¡nunca se calla! |
openen
Me gustaría empezar la reunión con una disculpa por la falta de refrigerios. |
Laten we Spaans leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van empezar in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.
Verwante woorden van empezar
Geüpdatete woorden van Spaans
Ken je iets van Spaans
Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.