Wat betekent empurrar in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord empurrar in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van empurrar in Portugees.

Het woord empurrar in Portugees betekent iets duwen, dringen, een zetje geven, opzijschuiven, opzijduwen, duwen, stoten, iemand afschepen met iets, duwen, wegduwen, dringen, een zetje geven, duwen, dringen, duwen, aandrijven, duwen, aandrijven, zich een weg naar voren banen, proppen in, aanpraten, iets afgeven, putten, proppen, persen, duwen, opzadelen met, iets open- of dichtschuiven, forceren, met de neus duwen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord empurrar

iets duwen

verbo transitivo

Se você quiser sair, precisa empurrar a porta em vez de puxá-la. O homem rude empurrou as pessoas para fora do caminho.

dringen

verbo transitivo (empurrar e enfiar)

een zetje geven

(por baixo, por trás) (omhoog)

Rick empurrou Amy para fora da água.

opzijschuiven, opzijduwen

verbo transitivo

Os fãs se empurraram para conseguir uma posição perto da frente do palco. Julie empurrou os espinhos para que ela pudesse passar sem ser arranhada.

duwen, stoten

verbo transitivo

iemand afschepen met iets

verbo transitivo (figurado, informal)

duwen, wegduwen, dringen

verbo transitivo

Helen empurrou a cadeira de seu caminho.

een zetje geven

(figurado) (figuurlijk)

Os amigos do Miguel tiveram que empurrá-lo algumas vezes para conseguir que ele se candidatasse a um novo emprego.

duwen, dringen

verbo transitivo

duwen, aandrijven

(impelir com força)

Roberto empurrou a porta com o ombro e finalmente conseguiu abri-la.

duwen, aandrijven

(empurrar, forçar)

Todos estavam empurrando, mas não adiantava. A árvore caída não se movia.

zich een weg naar voren banen

verbo transitivo

Os fãs empurraram a celebridade na ânsia de se aproximar dela.

proppen in

(informeel)

Rose escreveu o número de telefone e enfiou o papel na bolsa. Com um empurrão forte, Veronica enfiou o invasor no armário e trancou a porta enquanto esperava a polícia chegar.

aanpraten

verbo transitivo

iets afgeven

verbo transitivo

putten

(golf: zachtjes slaan)

proppen, persen

Tina forçou Bernard para fora de seu caminho. O jogador de rugby bateu em seu adversário.

duwen

verbo transitivo (usar força para)

Paul tentou enfiar um dólar na máquina de vendas, mas ela não funcionou.

opzadelen met

verbo transitivo (impelir algo desagradável)

Os amigos do Harry empurraram a conta do jantar para ele.

iets open- of dichtschuiven

verbo transitivo

Ela empurrou a porta suavemente para fechar.

forceren

(figurativo)

met de neus duwen

locução verbal

O cão empurrou a porta com o nariz para poder passar.

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van empurrar in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.