Wat betekent equipar in Portugees?
Wat is de betekenis van het woord equipar in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van equipar in Portugees.
Het woord equipar in Portugees betekent van uitrusting voorzien, voorzien van, uitrusten met, uitrusten, voorzien van, inrichten, van apparaten voorzien, uitrusten met apparaten, zich klaarmaken, meubileren, inrichten, uitrusten, voorzien, voorzien van, van paarden voorzien. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord equipar
van uitrusting voorzienverbo transitivo A equipe está arrecadando dinheiro para equipar a expedição. |
voorzien van, uitrusten met
|
uitrustenverbo transitivo Minha educação não me preparou para lidar com esses conflitos. |
voorzien vanverbo transitivo (leger) |
inrichtenverbo transitivo (huis) Ele equipou a casa inteira com novos móveis. |
van apparaten voorzien, uitrusten met apparatenverbo transitivo |
zich klaarmakenverbo transitivo Os jogadores estavam começando a se preparar para o grande jogo. De spelers maakten zich klaar voor de grote wedstrijd. |
meubileren, inrichten(BRA) Ron mobiliou a casa dele com carpetes novos. |
uitrusten, voorzien
A empresa de aluguel de ski proveu a Rosa todo o equipamento necessário. |
voorzien van
|
van paarden voorzienexpressão verbal |
Laten we Portugees leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van equipar in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.
Verwante woorden van equipar
Geüpdatete woorden van Portugees
Ken je iets van Portugees
Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.