Wat betekent estação in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord estação in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van estação in Portugees.

Het woord estação in Portugees betekent seizoen, jaargetijde, station, stationsgebouw, remise, station, halte, broedplaats, busstation, passend bij het seizoen, skigebied, stationschef, hoogseizoen, volgstation, treinhalte, het goede seizoen voor fruit en groente, regentijd. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord estação

seizoen, jaargetijde

substantivo feminino (trimestre do ano)

O verão sempre foi minha estação favorita.

station, stationsgebouw

substantivo feminino (meios de transporte)

O ônibus deixa a estação às cinco horas.

remise

station

(TV, rádio)

Agora você pode fazer stream de milhares de canais de Tv no seu computador.

halte

O trem chegou à sua última parada.

broedplaats

(ook figuurlijk)

busstation

passend bij het seizoen

locução adjetiva

skigebied

substantivo feminino

stationschef

hoogseizoen

substantivo feminino (período de maior movimentação)

volgstation

substantivo feminino (base para rastrear objeto na atmosfera)

treinhalte

substantivo feminino

het goede seizoen voor fruit en groente

locução adverbial

Você tem que esperar mais um mês para as framboesas entrarem na estação.

regentijd

A estação chuvosa veio mais cedo este ano.

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van estação in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.