Wat betekent férias in Portugees?
Wat is de betekenis van het woord férias in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van férias in Portugees.
Het woord férias in Portugees betekent vakantie, vakantie, vrije dagen, vakantie, vakantie, pauze, op vakantie gaan, vakantieganger, intersemestriëel reces, openluchttheater, halve termijn, betaald verlof, schoolvakantie, werkvakantie, vakantie nemen, vrij nemen, op vakantie gaan, op vakantie gaan. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord férias
vakantie(período de lazer) Vou sair de férias semana que vem. |
vakantiesubstantivo feminino plural (período de lazer) Fomos de férias para o Havaí. |
vrije dagen
Vou tirar umas férias em abril para visitar a Austrália. |
vakantiesubstantivo feminino plural |
vakantiesubstantivo feminino plural (abrev de) |
pauzesubstantivo feminino plural Chamamos uma babá e tiramos umas férias das crianças. |
op vakantie gaan
Passamos férias na Espanha todos os anos. |
vakantieganger
|
intersemestriëel recessubstantivo feminino plural (intervalo entre dois períodos acadêmicos) (periode op Amerikaanse universiteiten tussen twee semesters) |
openluchttheater
|
halve termijn
|
betaald verlof
|
schoolvakantie
|
werkvakantie
|
vakantie nemen, vrij nemen(aproveitar um feriado, ter tempo livre) |
op vakantie gaan
|
op vakantie gaanexpressão verbal Eles tiraram férias por duas semanas. |
Laten we Portugees leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van férias in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.
Verwante woorden van férias
Geüpdatete woorden van Portugees
Ken je iets van Portugees
Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.