Wat betekent magoar in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord magoar in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van magoar in Portugees.

Het woord magoar in Portugees betekent kwetsen, bezeren, knagen aan, treiteren, pesten, vernederen, iem. pijn doen, bezeren, blesseren, pijn doen, kwetsen, zich storen aan. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord magoar

kwetsen

Pare de dizer isso; você está me magoando!

bezeren

(BRA)

Ele machucou a perna e teve que sair do jogo.

knagen aan

verbo transitivo (causar ressentimento) (figuurlijk)

treiteren, pesten, vernederen

verbo transitivo

Claro que você não é uma pessoa horrível. Neil só falou aquilo para te magoar, porque ele sabe que todos gostam mais de você do que dele.

iem. pijn doen

verbo transitivo (figuurlijk)

Sua observação me magoou muito.

bezeren, blesseren

(machucar: parte do corpo, BRA)

Mike machucou a perna quando caiu da escada.

pijn doen

(mentaal)

Dói ver você comportar-se de maneira tão embaraçosa.

kwetsen

(machucar sentimentos de alguém) (figuurlijk; gevoelens)

A rejeição de Pam feriu o orgulho de Jim.

zich storen aan

verbo pronominal/reflexivo

Ela se ressentia de ter que passar tanto tempo sozinha.

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van magoar in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.