Wat betekent pata in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord pata in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van pata in Spaans.

Het woord pata in Spaans betekent poot, been, onderbeen, eend, schenkel, schenkel, kracht, poot, vriend, kameraad, maat, makker, poot, klauw, eend, woerd, vlees van jonge eend, eend, flikker, nicht, flikker, nicht, flikker, nicht, poot, blooper, blunder, flater, dol, uitzinnig, teenslipper, bil, blunder, flater, lopen, verknoeien, een fout maken, te voet, dolblij, zielsgelukkig, koevoet, bloedgierst, voorpoot, varkenspoot, blunder, miskleun, flater, voorpoot, standaard, faux pas, aan de slag gaan, aan de dunne zijn, aan de schijterij zijn, de schijterij hebben, risico nemen, lopen, mierenneuken, springen, miskleunen, blunderen, flateren, muggenziften, mierenneuken, ervan afzien, blunder, klauwen, krabben, openbreken met een koevoet, blunder, miskleun, broek met wijde pijpen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord pata

poot

nombre femenino (mueble)

Una de las patas de la mesa es más corta que las demás.

been

(persona) (van mensen en paarden)

Me duele la pierna tras la larga carrera.

onderbeen

(persona)

La infección se extendió del muslo a la pierna.

eend

nombre masculino, nombre femenino

¿Viste los patos en el estanque?

schenkel

(onderbeen bij dieren)

El caballo tenía cortaduras en sus patas de atrás.

schenkel

(vlees)

Asamos una pata de cordero para la cena de Pascua.

kracht

nombre femenino (figurado, coloquial)

Metele pata, ¡vamos!

poot

nombre femenino (meubels)

Las patas delanteras de la mesa terminaban en una voluta.

vriend, kameraad, maat, makker

(ES)

¿Conoces a mi colega Kevin?

poot, klauw

Daniel sacó una espina de la garra del león.

eend

nombre masculino

Comimos pato lacado a la pekinesa en el restaurante chino.

woerd

(dierkunde)

Había un pato solitario en el borde del estanque.

vlees van jonge eend

nombre masculino (culinario) (culinair)

En el banquete sirvieron pato asado con espárragos.

eend

nombre masculino (comida) (vlees)

Las patas de pato se usan para hacer pato a la naranja.

flikker, nicht

(ofensivo) (slang, beledigend)

Dan llamó a otro estudiante maricón y lo mandaron a la oficina del director.

flikker, nicht

(slang, beledigend)

Llamar a un hombre homosexual maricón seguramente le ofenderá.

flikker, nicht, poot

(slang, pejoratief)

blooper

(voz inglesa) (anglicisme)

La mejor parte de la película es la final, cuando muestran todas los bloopers.

blunder, flater

dol, uitzinnig

(coloquial) (van vreugde)

Sophie estaba loca de alegría en su boda.

teenslipper

La joven fue a la playa en chanclas.

bil

(animal) (culinair)

El perro se sentó cansado en sus ancas.

blunder, flater

lopen

Hannah tenía pinchado un neumático, así que tuvo que caminar hasta el trabajo.

verknoeien

(vulgar)

Es tu última oportunidad, ¡no la cagues!

een fout maken

Hizo un gran trabajo, pero se equivocó en un par de ocasiones.

te voet

A veces tardas más en ir al trabajo en auto que a pie.

dolblij, zielsgelukkig

(figurado)

El día que nació su hija, el nuevo padre estaba tocando el cielo con las manos.

koevoet

bloedgierst

(AR) (plantkunde)

voorpoot

varkenspoot

blunder, miskleun, flater

locución nominal femenina

voorpoot

standaard

locución nominal femenina (fiets)

faux pas

locución nominal femenina (coloquial)

Estaba terriblemente avergonzada de la metedura de pata que hizo en la cena.

aan de slag gaan

¡Pongámonos manos a la obra en el jardín! El buen clima no va a durar para siempre.
Laten we aan de slag gaan in de tuin! Het goede weer blijft niet duren.

aan de dunne zijn, aan de schijterij zijn, de schijterij hebben

(ES: coloquial) (informeel)

Je moet je werk afbellen als je aan de schijterij zit.

risico nemen

locución verbal

Casi meto la pata cuando le pregunté por su mujer.

lopen

locución verbal (coloquial)

Nuestro coche se quedó sin gasolina y tuvimos que ir a pata hasta la gasolinera. Perdimos los pasajes de subte, así que tuvimos que ir a pata treinta cuadras con nuestros zapatos con taco.

mierenneuken

(figuurlijk, vulgair)

springen

Hailey gritó y saltó a la pata coja cuando pisó algo afilado.

miskleunen, blunderen, flateren

locución verbal (error, coloquial)

Parecía que nuestro equipo iba a ganar, pero el portero metió la pata en el último segundo y perdimos.

muggenziften, mierenneuken

(coloquial) (informeel)

Mi jefe pierde tiempo encontrándole tres pies al gato en vez de ocuparse de problemas importantes.

ervan afzien

(MX: coloquial)

Tenía planeado pedirle bailar, pero al final reculó.

blunder

(coloquial)

El jefe no te va a perdonar esta metedura de pata.

klauwen, krabben

(van dier)

El gato estaba golpeando con la pata al ratón, molesto porque ya no quería jugar.

openbreken met een koevoet

La policía tuvo que forzar la puerta con una pata de cabra para entrar.

blunder, miskleun

Gracias a la metedura de pata de Adrian, tuvimos que trabajar horas extras hoy.

broek met wijde pijpen

Kate se compró un par de pantalones acampanados en rebaja.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van pata in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.