Wat betekent pincho in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord pincho in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van pincho in Spaans.

Het woord pincho in Spaans betekent prikken, doorprikken, steken, doorsteken, klikken, lek prikken, lek maken, porren, steken met een shiv, snacken, een tussendoortje eten, veneus inspuiten, pesten, plagen, kanen, bikken, afluisteren, aftappen, porren, vastpinnen, vastspelden, vastpennen, ergeren, irriteren, vleespen, spies, kebab, shiv, shank, punt, spijl, doorn, punt, pin, stekel, klikken, opstoken, plooien, terneerslaan, aftappen, telefoontap, een por geven met, een por geven, een stoot geven, lastig vallen, onder druk zetten, vastspijkeren. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord pincho

prikken, doorprikken, steken, doorsteken

El prendedor pinchó el dedo de Martha.

klikken

Haz clic aquí para volver a la página de inicio.

lek prikken, lek maken

verbo transitivo

El clavo pinchó el neumático de la bici.

porren

Me pinchó en el costado del cuerpo y me dijo que hiciera silencio.

steken met een shiv

(coloquial)

snacken, een tussendoortje eten

John siempre está picoteando, pero no engorda nada.

veneus inspuiten

pesten, plagen

Los compañeros de Patricia se enteraron de que le gustaba Henry y lo burlan sin clemencia.

kanen, bikken

(comer) (informeel)

Nunca como de verdad, siempre picoteo durante todo el día.

afluisteren, aftappen

Adrian sospechaba que alguien intervenía sus llamadas.

porren

Pícalo con el codo y se despertará.

vastpinnen, vastspelden, vastpennen

James sujetó el póster en el corcho de noticias con un alfiler.

ergeren, irriteren

Pude ver que se ponía a la defensiva ante la posibilidad de que la culparan del incidente.

vleespen, spies

La mujer puso cubos de carne y vegetales en los pinchos para la barbacoa.

kebab

shiv, shank

nombre masculino

punt, spijl

Los barrotes terminaban en punta.

doorn

Es buena idea ponerse guantes para cortar rosas por las espinas.

punt, pin

stekel

Las espinas del erizo lo protegen de sus predadores.

klikken

Haz clic en este enlace para ver una lista de las preguntas frecuentes.

opstoken

(figurado) (figuurlijk)

El jefe pinchaba a Jeff constantemente acerca de su trabajo.

plooien

(cocina)

Pellizca los bordes de la pasta para unirlos.

terneerslaan

Está muy entusiasmado, ni se te ocurra decir nada para desanimarlo.

aftappen

(van telefoon)

telefoontap

een por geven met

¡Ay! ¡Me acabas de pinchar con tu lápiz!

een por geven, een stoot geven

Me golpeó con su bastón y me dijo que me alejara de su jardín.

lastig vallen, onder druk zetten

(CR)

Siguió puyándolo para que obedeciera las reglas.

vastspijkeren

El contador pinchó la factura con un alfiler.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van pincho in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.