Wat betekent pregar in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord pregar in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van pregar in Portugees.

Het woord pregar in Portugees betekent preken, prediken, vastspijkeren, plakken, ophangen, bevestigen, spijkeren, vastspijkeren, spijkeren, nagelen, vastspijkeren, vastmaken, vasthangen, vastzetten, preken, ophangen met punaises, grap, stoot, een grap uithalen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord pregar

preken, prediken

Um homem bravo estava pregando na esquina.

vastspijkeren

verbo transitivo

plakken, ophangen, bevestigen

(fixar)

Deixe-me pregar esta nota no quadro.

spijkeren, vastspijkeren

verbo transitivo

Ben pregou um panfleto na parede.

spijkeren, nagelen

verbo transitivo

Miranda pregou o gancho do quadro na parede. Carrie pregou a placa bem alto na porta.

vastspijkeren

(prender com cravos)

O contador pregou a conta.

vastmaken, vasthangen, vastzetten

Deixa eu fixar este pôster na parede.

preken

ophangen met punaises

verbo transitivo (a uma parede)

A professora pregou os trabalhos de artes dos alunos na parede da sala.

grap, stoot

(gaiatice, piada)

A estrela era famosa por suas brincadeiras para com seus companheiros atores.

een grap uithalen

(BRA)

Susie pregou uma peça em seu irmão, trocando a pasta de dentes pelo creme de barbear.

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van pregar in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.