Wat betekent pretender in Portugees?
Wat is de betekenis van het woord pretender in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van pretender in Portugees.
Het woord pretender in Portugees betekent van plan zijn, beweren iets te doen, de bedoeling zijn, willen, van plan zijn, opeisen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord pretender
van plan zijn
Pretendo parar de fumar a partir de amanhã. |
beweren iets te doen
A pesquisa de Amber pretende mostrar que comer chocolate é bom para você. |
de bedoeling zijn
Eu sinto muito. Eu nunca pretendi machucar você. Het spijt me. Het was niet mijn bedoeling je pijn te doen. |
willenverbo transitivo Eu não pretendo comprar um conjunto de enciclopédias no momento. |
van plan zijnverbo transitivo Tony pretende terminar sua bebida em um só gole. |
opeisenverbo transitivo O jovem duque aspirava ao trono. |
Laten we Portugees leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van pretender in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.
Verwante woorden van pretender
Geüpdatete woorden van Portugees
Ken je iets van Portugees
Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.