Wat betekent projetar in Portugees?
Wat is de betekenis van het woord projetar in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van projetar in Portugees.
Het woord projetar in Portugees betekent voorspellen, uittekenen, een model maken van, ontwerpen, schijnen, ontwerpen, bedenken, projecteren, plannen, uitstralen, uitsteken, uitsteken. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord projetar
voorspellenverbo transitivo (predizer) Os economistas projetam o crescimento do PIB em 3% no próximo ano. |
uittekenen
Vou projetar a área inteira antes de começarmos a construir. |
een model maken van
Eu posso projetar um modelo daquele programa em algumas horas, mas o produto real vai levar meses para terminar. |
ontwerpenverbo transitivo (schetsen) Quem projetou o novo centro esportivo da cidade? |
schijnenverbo transitivo (lançar a luz) Projete a luz no canto. |
ontwerpen, bedenkenverbo transitivo Ela projetou uma nova forma de ordenar as informações. |
projecterenverbo transitivo (numa tela) O oficial exibiu a apresentação. |
plannen(BRA) O general planejou uma estratégia com seus assessores. |
uitstralenverbo transitivo (figurado: confiança) (figuurlijk) |
uitstekenverbo transitivo O colchão não coube no caminhão, assim parte dele se projetou de trás. |
uitsteken
|
Laten we Portugees leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van projetar in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.
Verwante woorden van projetar
Geüpdatete woorden van Portugees
Ken je iets van Portugees
Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.