Wat betekent school report in Engels?

Wat is de betekenis van het woord school report in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van school report in Engels.

Het woord school report in Engels betekent school, basisschool, middelbare school, school, scholing, universiteit, faculteit, faculteit, academie, school, school, school, schoolgebouw, onderrichten, onderwijzen, scholen, opleiden, school, faculty, school, school, school, train, driving school, base school, Catholic school, philosophy, philosophical system, nursery school, day nursery, nursery, preschool, school year, academic year, primary school, secondary education, secondary school, education, old school, driving school, riding school, school of thought, school desk, school building, school child, Vlerick Business School, na schooltijd, naschools, kostschool, economische hogeschool, basisschool, lagere school, zeer zwakke school, naar school gaan, postdoctorale studie, lagere school, universitaire studie, voortgezet wetenschappelijk onderwijs, basisschool, middelbaar onderwijs in de Verenigde Staten, school-, middelbare school diploma, middelbare school, middenbouw, middenschool, oude stempel, van de oude stempel, particuliere basisschool, voorbereidende school, particuliere basisschool, particuliere middelbare school, peuterspeelzaal, peuter-, peuter-, privéschool, schoolkind, schoolvakantie, middelbare school. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord school report

school

noun (place of instruction)

Everyone must go to school as a child.

basisschool

noun (place of instruction for children)

She goes to the local primary school.

middelbare school

noun (place of instruction for adolescents)

I took two years of Spanish in school.

school, scholing

noun (uncountable (formal education)

School is compulsory for children in France from the age of six.

universiteit, faculteit

noun (US, informal (university)

Helena graduated from a good school.

faculteit, academie

noun (professors)

The History Department is part of the School of Social Sciences.

school

noun (painting) (schilderkunst)

The Florentine School was founded by Giotto.

school

noun (student body) (metonymie)

The whole school was outraged when the headmaster was fired.

school

noun (fish) (van vissen)

The North Atlantic is home to many schools of cod.

schoolgebouw

noun (building)

This school was built in 1956.

onderrichten, onderwijzen, scholen, opleiden

transitive verb (educate)

She was schooled at one of the nation's best institutions.

school

(onderwijsinstelling)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

faculty

(universiteit)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

school

(gebouw voor onderwijs) (building)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

school

(figuurlijk (soort, slag) (figurative: old school)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

Hij is nog van de oude stempel.

school, train

(opleiden, onderrichten)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

driving school

(bedrijf: leren autorijden)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

base school

(kleuter + lagere school) (literally)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

Catholic school

(Belg. (katholieke school)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

philosophy, philosophical system

(stelsel)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

nursery school, day nursery, nursery, preschool

(crèche)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

school year, academic year

(leerjaar)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

primary school

(lager onderwijs)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

secondary education

(verouderd (voortgezet onderwijs)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

secondary school

(voortgezet onderwijs)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

education

(instelling)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

old school

(figuurlijk (ouderwets, conservatief) (figurative)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

Zijn vader is er nog een van de oude stempel.

driving school

(auto)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

riding school

(manege)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

school of thought

(leer, richting)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

school desk

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

school building

(literally)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

school child

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

Vlerick Business School

(managementschool in Vlaanderen) (management school in Belgium)

(proper noun: Names a unique person, place, thing, group, or idea--for example, "John," "Africa," "Manchester United." Always capitalized.)

na schooltijd

adverb (when school day is over)

The teacher made Kyle stay after school to finish his homework.

naschools

adjective (extra-curricular)

Drama is a popular after-school activity at my school.

Toneel is bij mij op school een populaire naschoolse activiteit.

kostschool

noun (school: residential)

Paul misbehaved so badly that his parents sent him to a boarding school.

economische hogeschool

noun (school teaching business and management)

Ze studeert Economie aan de Karel de Grote-Hogeschool in Antwerpen.

basisschool, lagere school

noun (US (primary school)

Children usually start elementary school at five or six years old. My wife taught elementary school.

zeer zwakke school

noun (underperforming school)

Inspectors judged it to be a failing school.

naar school gaan

verbal expression (attend classes)

Children start going to school at age 5.

Kinderen gaan naar school vanaf hun vijfde jaar.

postdoctorale studie

noun (abbr (school of postgraduate studies)

You'd better go to grad school if you want to be hired here.

lagere school

noun (US (kindergarten through 6th)

Karen starts grade school next year.

universitaire studie

noun (university division)

What do you intend to do after finishing graduate school?

voortgezet wetenschappelijk onderwijs

noun (UK (secondary school) (UK)

I attended the grammar school for seven years before going on to university.

Ik heb zeven jaar op het voortgezet wetenschappelijk onderwijs gezeten, voordat ik naar de universiteit ging.

basisschool

noun (US (elementary school) (US)

She learned to play the trumpet while she was still in grammar school.

Ze heeft trompet leren spelen terwijl ze nog op de basisschool zat.

middelbaar onderwijs in de Verenigde Staten

noun (secondary education institution)

The high school has a new French teacher.

school-

adjective (of a school) (in samenstelling)

The local high school football team beat the visitors.

middelbare school diploma

noun (US (school-leaving qualification)

Many jobs require at least a high school diploma.

middelbare school

noun (US (lower secondary)

Karen is in her third year at junior high school.

middenbouw, middenschool

noun (junior high)

Parental support plays a vital role in helping preteens and teens succeed in middle school.

oude stempel

noun (figurative (tradition) (figuurlijk)

Davies belongs to the old school of sports commentators.

van de oude stempel

adjective (figurative (traditionalist) (figuurlijk)

He teaches the old-school method of boxing.

particuliere basisschool

noun (abbr, UK, informal (preparatory: primary school)

He went to an expensive prep school.

voorbereidende school

noun (abbr, US (preparatory: secondary school)

particuliere basisschool

noun (UK (private primary school)

The preparatory school offers education to approximately 150 boys.

particuliere middelbare school

noun (US (private secondary school)

This private boarding school is among the most selective preparatory schools in the U.S.

peuterspeelzaal

noun (nursery school) (tot drie jaar)

The children started preschool at age 3.

peuter-

noun as adjective (of a preschool) (in samenstellingen)

Several of the preschool teachers had no qualifications.

peuter-

noun as adjective (of early childhood) (in samenstellingen)

What educational activities work with preschool kids?

privéschool

noun (privately-run school)

Did you attend public or private school?

schoolkind

noun (informal (child of school age)

When I was a school kid I had to walk miles to school.

schoolvakantie

noun (spring break, etc.)

Most kids love school vacation because they get to stay up late and watch TV.

middelbare school

noun (junior, senior high)

Jimmy starts secondary school tomorrow.

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van school report in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Verwante woorden van school report

Wat betekent schizophrenic in Engels?

Wat betekent schnitzel in Engels?

Wat betekent scholar in Engels?