Wat betekent caseiro in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord caseiro in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van caseiro in Portugees.

Het woord caseiro in Portugees betekent zelfgemaakt, woningoppas, uit eigen tuin, zelfgemaakt, lokaal verbouwd, alledaags, sober, ingetogen, eenvoudig, eenvoudig, huiselijk, simpel, huismus, eenvoudig, simpel, eenvoudig, alledaags, getemd, terreinknecht, binnenlands, plaatselijk, inheems, huis-, thuis-. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord caseiro

zelfgemaakt

adjetivo (feito por alguém)

woningoppas

substantivo masculino

Nós contratamos uma caseiro para a casa quando estivermos por um mês na Europa.

uit eigen tuin

adjetivo (em casa)

zelfgemaakt

adjetivo (literal: feito em casa)

lokaal verbouwd

adjetivo (localmente)

alledaags

adjetivo

É um kit de ferramentas caseiro, nada de especial.

sober, ingetogen, eenvoudig

adjetivo (que falta elegância)

eenvoudig, huiselijk, simpel

adjetivo

huismus

adjetivo (informal: pessoa, gosta de ficar em casa) (figuurlijk, informeel)

eenvoudig, simpel

(sem pretensão)

eenvoudig, alledaags

adjetivo (figurativo: humilde, rústico)

getemd

adjetivo (caseira)

terreinknecht

binnenlands, plaatselijk, inheems

(nativo)

huis-, thuis-

(doméstico)

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van caseiro in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.