Wat betekent círculo in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord círculo in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van círculo in Spaans.

Het woord círculo in Spaans betekent rondgaand, rondlopend, nieuwsbrief, rond, cirkelvormig, circuleren, doorstromen, doorlopen, in omloop, draai-, zwaai-, circuleren, rondgaan, puffen, rond, memo, memorandum, rijden, gaan, rijden, bovenhands, bovenhands, nieuwsbrief, heersen, gaan, komen, rijden, cirkel, kring, medaillon, ring, cirkel, ring, cirkel, lus, groep mensen die bij elkaar wonen, rond, rond gebouw, geruchten verspreiden, zwaai, de kruissnelheid aanhouden. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord círculo

rondgaand, rondlopend

adjetivo

Los bailarines se mueven en un patrón circular.

nieuwsbrief

nombre femenino (periódico)

La circular de este mes llegó tarde debido a las vacaciones.

rond, cirkelvormig

Hay unos canteros redondos en frente de la casa.

circuleren, doorstromen

verbo intransitivo

Debido a una afección médica, la sangre de Dana no circula adecuadamente.

doorlopen

verbo intransitivo

El oficial le dijo a los chicos que circulen.

in omloop

(figurado)

Los rumores circulaban por doquier.

draai-, zwaai-

adjetivo de una sola terminación (golpe) (in samenstelling)

circuleren, rondgaan

(información) (figuurlijk)

Ha estado circulando un rumor despreciable por el pueblo.

puffen

(sin prisa y sin pausa) (traag reizen)

El tren circuló por la estación. El tráfico era denso y los autos apenas circulaban.

rond

Casi todas las monedas son redondas.

memo

Me dejó una nota en el escritorio para que la llamara.

memorandum

La secretaria hizo circular un memorándum detallando los cambios.

rijden

(vehículo)

El automóvil anduvo a lo largo de la calle.

gaan, rijden

El tren iba a la velocidad máxima.

bovenhands

(sport)

bovenhands

(sport)

nieuwsbrief

Dan se suscribió sin querer al boletín informativo del club.

heersen

(coloquial) (ziekte)

Hay un terrible virus de la gripe dando vueltas.

gaan, komen, rijden

(openbaar vervoer)

Hay servicio de autobús todos los días excepto el domingo.

cirkel

El papel pintado tenía grandes círculos naranjas.

kring

Mi círculo es un grupo muy unido.

medaillon

nombre masculino

ring, cirkel

Un círculo de vides rodeaban al árbol.

ring, cirkel

nombre masculino

Los bailarines formaron un círculo.

lus

Ben dio una vuelta alrededor del edificio.

groep mensen die bij elkaar wonen

Se unieron a la sociedad de artistas que vivía en la comuna.

rond

locución adjetiva

El castillo tiene una torre de base circular en cada una de sus cuatro esquinas.

rond gebouw

geruchten verspreiden

zwaai

Con un movimiento circular de la mano, el mosquetero llevó su espada a la garganta de su enemigo.

de kruissnelheid aanhouden

James circulaba a una velocidad constante de 60 kilómetros por hora.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van círculo in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.