Wat betekent cobrir in Portugees?
Wat is de betekenis van het woord cobrir in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van cobrir in Portugees.
Het woord cobrir in Portugees betekent bedekken, invallen, inspringen, verslaan, dekken, bedekken, beschermen, dekken, zich uitstrekken over, dekken, inclusief zijn, afreizen, bedekken, bedekken, verspreiden over, bedekken, toedekken, afdekken, met een laag bedekken, warm toedekken, bedekken, toedekken, gul geven, callen, bedekken, coaten, bedekken, dekken, dekken, grondig bedekken, afwerken, beleggen, posters ophangen, plakken, aanplakken, bekleden, bedekken, met een korst bedekken, overspoelen, verzwelgen, overstelpen, bedekken, bedekken, besprenkelen, iets met iets bedekken, glaceren, inpassen, afdingen op, callen, bedekken, omringen, omhullen, sluieren, versluieren, verhullen, maskeren, vermommen, uitspreiden, aanbrengen, rollen, invallen voor iem., inspringen voor iem., beladen met, bedelven onder, zich warm kleden, een film vormen, bevriezen, overwoekeren, krijgen, schors, bast, met leem bestrijken, leem aanbrengen op, met suiker bedekken, hoger bieden dan, zanden, een dak met stro bedekken, hoger bieden dan, met vilt bedekken, smeren, besmeren, call, glazuren, glaceren. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord cobrir
bedekkenverbo transitivo A toalha cobria a mesa inteira. |
invallen, inspringenverbo transitivo (substituir) Se você cobrir temporariamente, eu pego o outro equipamento. |
verslaanverbo transitivo (journalisme) Ela cobriu a Casa Branca pelo jornal por dois anos. |
dekkenverbo transitivo (gokken) Você tem dinheiro suficiente para cobrir a aposta? |
bedekken, beschermenverbo transitivo Cubra o seu corpo para não sentir frio. |
dekkenverbo transitivo Vinte dólares cobrem todas as despesas? |
zich uitstrekken oververbo transitivo O óleo logo cobriu o lago inteiro. |
dekkenverbo transitivo (verzekering) Esta apólice de seguro cobre acidentes de carro. |
inclusief zijnverbo transitivo O custo deste ingresso inclui impostos governamentais também? |
afreizenverbo transitivo Cobrimos toda a América do Sul na última viagem. |
bedekken
|
bedekkenverbo transitivo |
verspreiden oververbo transitivo |
bedekken, toedekken, afdekkenverbo transitivo Por favor, cubra as sobras de comida para podermos comer mais tarde. Ela tentou cobrir o hematoma com maquiagem. |
met een laag bedekken
Você pode tentar usar mel para cobrir o topo do bolo. |
warm toedekkenverbo transitivo |
bedekken, toedekkenverbo transitivo (figuurlijk) Uma camada de geada cobriu as plantas. |
gul geven(figurado) A avó de Karen sempre a cobria de presentes toda vez que a visitava. |
callenverbo transitivo (pôquer) (poker) Vou cobrir seus dez e dobrá-los. |
bedekkenverbo transitivo Os pneus do caminhão estavam cobertos de lama. |
coaten, bedekkenverbo transitivo |
dekkenverbo transitivo (animal: copular) O boi cobre todas as vacas na fazenda. |
dekkenverbo transitivo (animal: copular) O boi cobre todas as vacas da fazenda. |
grondig bedekkenverbo transitivo |
afwerken, beleggenverbo transitivo (eten) O chef cobriu a pizza com queijo forte. |
posters ophangen, plakken, aanplakkenverbo transitivo (com propaganda) O ponto de ônibus estava coberto de anúncios de carros. |
bekleden, bedekkenverbo transitivo (colocado sobre) Emily cobriu o chão com linóleo. |
met een korst bedekkenverbo transitivo (cobrir com crosta) |
overspoelen, verzwelgen, overstelpenverbo transitivo |
bedekkenverbo transitivo (encobrir) Ele cobriu o corredor com piso vinílico. |
bedekken, besprenkelenverbo transitivo (cobrir com algo) A foto mostrou os noivos cobertos de confete. |
iets met iets bedekkenverbo transitivo (fogo) Cubra o fogo com a areia antes de você ir para sua barraca. |
glaceren(met suiker) |
inpassen(viagem: visitar países) |
afdingen op(figurado, preço) Batemos o preço em R$ 45,00. |
callen(pôquer) Você quer igualar ou aumentar? |
bedekken
Oliver revestiu a estante com acabamento brilhante. |
omringen, omhullenverbo transitivo |
sluieren, versluierenverbo transitivo A noiva cobriu seu rosto. |
verhullen, maskeren, vermommenverbo transitivo William conseguiu cobrir sua aversão por seu colega de trabalho. |
uitspreiden, aanbrengenverbo transitivo (tinta: aplicar) (van verf) Primeiro, cubra a área com tinta. |
rollenverbo transitivo (passar em) Depois, você precisa besuntar o frango na manteiga até que fique coberto. |
invallen voor iem., inspringen voor iem.
Você pode cobrir para mim na noite de sábado? Quero ficar em casa. |
beladen met, bedelven onder(figurado: elogios, presentes etc.) (figuurlijk) Os críticos cobriram o escritor de elogios depois da publicação de seu primeiro romance. |
zich warm kledenverbo pronominal/reflexivo Os visitantes devem se cobrir se quiserem entrar na igreja. |
een film vormenverbo pronominal/reflexivo |
bevriezen
|
overwoekerenlocução verbal (bot.) |
krijgenlocução verbal (erupções, manchas, etc.) (ziekte) |
schors, bastexpressão |
met leem bestrijken, leem aanbrengen oplocução verbal |
met suiker bedekken
|
hoger bieden dan
|
zanden(BRA) O paisagista jogou areia em parte do jardim. |
een dak met stro bedekkenexpressão verbal |
hoger bieden dan
|
met vilt bedekken
O enfeite era feltrado na base para proteger a mesa. |
smeren, besmeren
Jeremy cobriu o bolo de chantili e o decorou com morangos. |
call(poker) Ele pagou para ver com uma mão mediana, mas acabou ganhando a rodada. |
glazuren, glaceren(BRA) (taart) Você pode colocar glacê no meu bolo de casamento, por favor? |
Laten we Portugees leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van cobrir in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.
Verwante woorden van cobrir
Geüpdatete woorden van Portugees
Ken je iets van Portugees
Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.