Wat betekent cortado in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord cortado in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van cortado in Spaans.

Het woord cortado in Spaans betekent gekapt, omgehakt, gecoupeerd, fijngesneden, in verlegenheid gebracht, schraal, snijden, gebroken, ophangen, neerleggen, snijden, hakken, kappen, doorhakken, afhakken, doorsnijden, knippen, afscheren, snoeien, stremmen, verbreken, ophouden, snijden, voorsnijden, kappen, omhakken, knippen, snoeien, aansnijden, heen en weer bewegen, snijden, snijden, couperen, afnemen, kappen, nokken, afsnijden, afknippen, hakken, houwen, couperen, afnemen, maaien, scheren, knippen, bezuinigen, krassen, snijden, bijknippen, knippen, schillen, omhakken, kappen, insnijden, scheuren, verscheuren, afsnijden, afhakken, bezuinigen, verlammen, uitknippen, onderbreken, verdelen, opdelen, snijden, doorsnijden, onderbreken, verdelen, opdelen, knippen, iem. onderbreken, afsplinteren, schilferen, couperen, ophouden, uitscheiden, aanlengen, tandjes krijgen, snijden in, afschaven, snijden, verminken, mutileren, openhouwen, openrijten, ongeschoren, backspin, overdwars gesneden, opengesneden. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord cortado

gekapt, omgehakt

Las láminas cortadas para el suelo todavía olían a madera recién cortada.

gecoupeerd

(oren)

Las orejas cortadas del perro se mantuvieron erectas y fijas en el conejo.

fijngesneden

Dora un poco de cebolla picada en una sartén.

in verlegenheid gebracht

Me sentí avergonzado de que me halagaran delante de tanta gente.

schraal

(huid)

Después de un día esquiando, estaba feliz de calentar mis manos agrietadas y mi rostro junto al fuego.

snijden

En la guardería se hace mucho trabajo de corte y pegado.

gebroken

Hubo que pegar los trozos del plato roto.

ophangen, neerleggen

verbo intransitivo (telefoon)

Si recibe una llamada indeseada, lo mejor es cortar.

snijden

verbo transitivo

Cortó la cuerda y abrió el paquete.

hakken, kappen

Carlos cortó madera preparándose para el invierno.

doorhakken, afhakken, doorsnijden

Naomi cortó el calabacín de la planta.

knippen

Jasmine cortó su flequillo frente al espejo.

afscheren, snoeien

El jardinero cortó el césped dejándolo casi a la mitad para que estuviera a la altura del resto.

stremmen

(leche)

verbreken

(verbinding)

Nos cortaron el Internet mientras navegábamos.

ophouden

verbo transitivo

El accidente cerca de la salida de la autopista cortó el tráfico durante varias horas.

snijden, voorsnijden

(vlees)

Papá siempre corta el pavo en la cena de Acción de Gracias.

kappen, omhakken

Los leñadores cortaron todos los árboles de esta zona.

knippen

verbo transitivo

Alan le pidió al barbero que le corte un poco el cabello.

snoeien

A mucha gente no le parece bien que a los perros se les corten las orejas.

aansnijden

(figurado)

La manija de la bolsa de compras le estaba cortando los dedos.

heen en weer bewegen

verbo transitivo

Cortó el aire con la mano.

snijden

¿Este cuchillo corta bien?

snijden

verbo intransitivo

Este cuchillo corta limpiamente.

couperen, afnemen

verbo transitivo (kaartspel)

¿Quieres cortar la baraja o simplemente reparto?

kappen, nokken

(coloquial) (NL slang)

¡Vosotros dos! ¡Cortad esa pelea ya!

afsnijden, afknippen

verbo transitivo (bloemen)

Cortó algunas flores para llevárselas a su novia.

hakken, houwen

verbo transitivo (dar forma)

El cantero cortará el granito y lo convertirá en escalones.

couperen, afnemen

verbo transitivo (dividir una baraja) (kaartspel)

¿Quieres cortar o reparto ahora?

maaien

Peter cortó el césped.

scheren, knippen

verbo transitivo

El obrero cortó la barra de hierro.

bezuinigen

(gastos)

Estuvimos gastando demasiado, tenemos que recortar gastos.

krassen, snijden

(propio cuerpo)

Tom se cortó su pulgar con la navaja nueva de caza.

bijknippen, knippen

(el pelo)

El peluquero recortó el pelo de Juan.

schillen

Tienes que pelar la manzana antes de ponerla en la olla.

omhakken, kappen

(árbol)

Los leñadores talaron varios pinos altos.

insnijden

scheuren, verscheuren

(formal)

afsnijden, afhakken

(medicina)

Su pierna estaba tan dañada que se la tuvieron que amputar.

bezuinigen

Cuando los constructores tratan de recortar en los cimientos, el resultado es desastroso.

verlammen

(figuurlijk)

Creemos que la política económica del gobierno ha obstruido la recuperación.

uitknippen

Los médicos extrajeron el tumor, eliminando el cáncer.

onderbreken

Me interrumpió mientras hablaba.

verdelen, opdelen

El mago dividió los naipes en tres montones.

snijden, doorsnijden

Paula rajó el cojín y le sacó el relleno.

onderbreken

Las exclamaciones interrumpieron el discurso del alcalde.

verdelen, opdelen

Voy a partir la pizza en cuatro raciones.

knippen

Mi pelo está demasiado largo así que tendré que cortármelo pronto.

iem. onderbreken

Francesca me interrumpió mientras hablaba.

afsplinteren, schilferen

Pica el hielo antes de meterlo en los vasos.

couperen

(kaartspel: gever bepalen)

Escojamos nuestras cartas y el que tenga la carta más alta será quien reparta.

ophouden, uitscheiden

(coloquial)

Ahórrate los chistes por favor. Sólo cuéntanos lo que pasó.

aanlengen

(alcohol)

Algunos camareros diluyen el vodka con agua.

tandjes krijgen

(tanden)

El bebé lloraba toda la noche cuando le salieron los dientes y su pobre padre tampoco podía dormir.

snijden in

(gastos) (fig., van uitgaven)

La administración recortó el presupuesto de este departamento el año pasado, así que un buen número de proyectos tuvieron que ser abandonados.

afschaven

snijden

El ladrón cortó (or: rajó) los cojines del sofá para ver si había algo oculto dentro.

verminken, mutileren

El accidente de auto mutiló al pobre niño.

openhouwen, openrijten

(general)

Los ladrones le hicieron un tajo en la cara y en las manos.

ongeschoren

backspin

(sport: effect aan bal)

overdwars gesneden

opengesneden

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van cortado in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.