Wat betekent coser in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord coser in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van coser in Spaans.

Het woord coser in Spaans betekent naaien, naaien, dichtnaaien, kleren maken, stikken, naaien, naaiwerk, hechten, moeiteloos, vlot. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord coser

naaien

verbo transitivo

Tim está cosiendo unas cortinas para la ventana del salón.

naaien

(afición)

En invierno, a Daphne le gusta sentarse y hacer costura cerca de la chimenea.

dichtnaaien

verbo transitivo

Tengo que coser este roto de mis pantalones.

kleren maken

Ella misma cose todos los vestidos que usan sus hijas.

stikken

Glenn le cosió el dobladillo a los pantalones.

naaien, naaiwerk

A Marilyn le encanta la costura.

hechten

(persona)

El cirujano terminó la operación y le puso puntos al paciente.

moeiteloos, vlot

(figurado)

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van coser in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.