Wat betekent detestar in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord detestar in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van detestar in Spaans.

Het woord detestar in Spaans betekent verafschuwen, haten, verfoeien, verafschuwen, verfoeien, verafschuwen, verfoeien, verfoeien, verafschuwen, haten, haten, een hekel hebben aan. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord detestar

verafschuwen

Detesto el pollo porque es lo único que comíamos en casa.

haten, verfoeien

No es saludable que detestes tanto a alguien.

verafschuwen, verfoeien

Ben odiaba su trabajo, así que lo dejó.

verafschuwen, verfoeien

Aborrezco a los perpetradores de este acto.

verfoeien, verafschuwen

haten

Es mejor amar que odiar.

haten, een hekel hebben aan

Odio esa película porque es muy violenta.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van detestar in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.