Wat betekent dormir in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord dormir in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van dormir in Spaans.

Het woord dormir in Spaans betekent slapen, in slaap vallen, slapen, maffen, pitten, maffen, pitten, onder narcose brengen, slapen, rusten, uitrusten, klanten lokken, slapen, naar bed gaan met, opgerolde slaapmat, naar bed brengen, in bed stoppen, laten inslapen, een spuitje geven, zich te/ter ruste begeven, plekje, bedtijd, verhaaltje voor het slapen gaan, bed, blok, opgelucht ademhalen, met iemand naar bed gaan, uitslapen, blijven slapen, knapzak, slaapmuts, dutten, dommelen, dutten, tukken, bedwelmen, verdoven. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord dormir

slapen

verbo intransitivo

Dormí nueve horas anoche.

in slaap vallen

No me puedo dormir con tanto ruido alrededor.

slapen

verbo intransitivo

Ojalá pudiera dormir todo el invierno como un oso.

maffen, pitten

(informeel)

maffen, pitten

(informeel)

Los soldados duermen en barracones compartidos.

onder narcose brengen

La anestesia local no funciona en mí, así que el dentista me tiene que sedar.

slapen

¿Qué hora es? —murmuró Marion medio en sueños, medio despierta.

rusten, uitrusten

Reposamos por un momento en el puente que cruza el arroyo.

klanten lokken

slapen

Anoche descansé siete horas.

naar bed gaan met

(eufemismo) (figuurlijk)

La formal jovencita no quería dormir con nadie hasta que estuviera casada.

opgerolde slaapmat

(marineros, soldados)

naar bed brengen, in bed stoppen

(literal)

Siempre le leo un cuento a mi hija cuando la acuesto (OR: llevo a dormir).

laten inslapen, een spuitje geven

(van een dier, fig.)

zich te/ter ruste begeven

(formeel)

Lady Catherine contuvo un bostezo y anunció que iba a acostarse.

plekje

El gato andaba buscando un lecho bajo el sol.

bedtijd

verhaaltje voor het slapen gaan

nombre masculino

El principal objetivo de los cuentos para antes de dormir es ayudar a que tus hijos se duerman.

bed

(ES, relación) (figuurlijk)

Ya no se acostaban juntos.

blok

Cuando me acosté, tú ya estabas dormido como un tronco.

opgelucht ademhalen

locución verbal (figurado)

Ahora que capturaron al prisionero prófugo todos podemos dormir tranquilos.

met iemand naar bed gaan

(eufemismo) (eufemisme)

Después de dormir juntos una vez jamás volvieron a verse.

uitslapen

Es sábado, por lo tanto no tengo que despertarme para ir a trabajar. Me levantaré tarde.

blijven slapen

verbo pronominal

Mamá, ¿puedo quedarme a dormir en casa de Susana esta noche?

knapzak

(ES)

Lo único que llevaba el viajero era un pequeño saco de dormir y un libro.

slaapmuts

Mi abuelo usa un gorro de dormir.

dutten, dommelen

Fred tomaba una siesta después del trabajo.

dutten, tukken

(AmL) (informeel)

bedwelmen, verdoven

El secuestrador anestesió a su víctima antes de llevársela.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van dormir in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.