Wat betekent envío in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord envío in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van envío in Spaans.

Het woord envío in Spaans betekent sturen, versturen, zenden, verzenden, versturen, verzenden, geven, uitzenden, op pad sturen, verzenden, versturen, zenden, verzenden, versturen, posten, overmaken, verspreiden, versturen, verzenden, overplaatsen, laten opstijgen i.v.m. alarm, verzenden, versturen, inleveren, een vlammende brief / e-mail schrijven, posten, posten, e-mailen naar, mailen naar, opsturen, sturen, verzonden, verstuurd, versturen, posten, verzending, publicatie, worp, verscheping, verzending, verpakken, inpakken, sturen, zenden, verkeerd verzenden, verkeerd versturen, faxen, telexen, verzenden, versturen, laten halen, spammen, aanschrijvingen versturen, leveren, relegeren, wegzenden, verzenden naar, sturen naar, mailen, e-mailen, e-mailen, mailen, e-mailen, doorverwijzen, e-mailen, versturen, verzenden, een bericht/berichtje sturen, faxen, verzenden via nachttransport, overplaatsen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord envío

sturen, versturen

verbo transitivo

Él le envió el mensaje a su amigo.

zenden, verzenden

verbo transitivo

Simplemente haz clic para enviar el correo electrónico.

versturen, verzenden

verbo transitivo

Por favor envía el paquete por correo aéreo.

geven

¡Señor, envíanos una señal!

uitzenden

La estación de radio está emitiendo una señal.

op pad sturen

verbo transitivo

El general envió más soldados a la batalla.

verzenden, versturen

Enviaremos los libros mañana.

zenden, verzenden

verbo transitivo

La compañía acordó enviar el pago.

versturen, posten

verbo transitivo

Fui a la oficina de correos a enviar un paquete a mi amigo.

overmaken

Envía el pago dentro de los treinta días en sobre cerrado.

verspreiden

El barco que se hundía les envió un mensaje de socorro a los buques cercanos.

versturen, verzenden

(algo)

La policía mandó a los coches en una ruta alternativa para evitar el sitio del accidente.

overplaatsen

Su compañía lo envió a Richmond para abrir una nueva oficina.

laten opstijgen i.v.m. alarm

(van gevechtsvliegtuig)

El ejército envió tres aviones de combate para responder a la posible amenaza terrorista.

verzenden, versturen

verbo transitivo

El paquete se envió el lunes, así que debería llegar pronto.

inleveren

verbo transitivo

Envíe su solicitud de admisión antes de la fecha límite.

een vlammende brief / e-mail schrijven

verbo transitivo

Tom le mandó (or: envió) un correo electrónico al gerente de ventas.

posten

Hoy voy a mandar una carta.

posten

Mandé la carta hoy.

e-mailen naar, mailen naar

Por favor, envíame el archivo.

opsturen, sturen

Te mandaré una postal cuando llegue.

verzonden, verstuurd

verbo transitivo (enviar: pasado, 3ra slgr)

El mensajero envió el mensaje.

versturen, posten

verzending

El envío de artículos generalmente sucede dentro de las 48 horas posteriores al pago.

publicatie

nombre masculino

Todos estos artículos están listos para el envío.

worp

nombre femenino (deportes: forma de aventar)

El lanzador hizo un envío excelente.

verscheping, verzending

Los trabajadores estaban descargando el cargamento al muelle.

verpakken, inpakken

Los productos se traen del depósito a esta habitación para su embalaje antes de ser enviados.

sturen, zenden

Rose envió a su asistente a que se encargara de la entrega.

verkeerd verzenden, verkeerd versturen

faxen

Kyle le pidió a su ayudante que enviase por fax la carta.

telexen

locución verbal (ouderwets)

verzenden, versturen

Le enviaron a Mary el paquete por correo.

laten halen

locución verbal

El doctor envió a su asistente por agua tibia.

spammen

(anglicisme)

Muchas compañías se ven tentadas a enviar correo basura porque no tiene costos.

aanschrijvingen versturen

locución verbal

leveren

Nuestro cliente necesitaba los dibujos con urgencia, así que los enviamos por mensajería a su oficina.

relegeren, wegzenden

Mandaron al ex emperador a una isla remota.

verzenden naar, sturen naar

locución verbal

Pedí a la empresa que me enviara el pedido a mi domicilio.

mailen, e-mailen

Mañana te enviaré un correo electrónico con los detalles.

e-mailen

(vaak ongewenst)

Después de que compré un libro ahí empezaron a enviarme correo basura.

mailen, e-mailen

locución verbal

Les enviaré por correo electrónico las facturas a nuestros clientes.

doorverwijzen

(formal)

El médico me derivó a un especialista.

e-mailen

Yo prefiero hablar por teléfono, pero otra gente solo envía correos electrónicos.

versturen, verzenden

locución adjetiva (botón, tecla)

Después de llenar el formulario en la página web, él dio clic en el botón de enviar.

een bericht/berichtje sturen

No te preocupes por decírselo: simplemente envía un mensaje hoy.

faxen

locución verbal

Richard dijo que la única manera de localizarlo era llamar por teléfono o enviar fax.

verzenden via nachttransport

La empresa transportó por la noche los productos del cliente.

overplaatsen

(a un puesto)

La enviaron desde la central a una oficina de venta.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van envío in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.