Wat betekent limpar in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord limpar in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van limpar in Portugees.

Het woord limpar in Portugees betekent reinigen, schoonmaken, afvegen, afruimen, zuiveren, louteren, schoonmaken, opruimen, schoonmaken, zuiveren van, schoonmaken, verdienen, borstelen, uitmesten, schoonmaken, schoonvegen, blut maken, afruimen, vrijmaken, opschonen, opruimen, zuiveren, ontsmetten, desinfecteren, opfrissen, verkwikken, verwijderen, opruimen, weghalen, opklaren, zuiveren, opruimen, bevrijden van, uitspoelen, zandstralen, bijeenharken, opharken, met shampoo reinigen, met shampoo schoonmaken, betten, deppen, schoonmaken, poetsen, zwabberen, schoonmaken, prepareren, de keel schrapen, stofdoek, ruimte vrijmaken, schoon likken, tikken, kloppen, flossen, zich schoon likken, schoon sponzen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord limpar

reinigen, schoonmaken

verbo transitivo

afvegen

Limpe o banco antes de se sentar.

afruimen

verbo transitivo

zuiveren, louteren

Uma dieta detox deve limpar todos os venenos de seu corpo.

schoonmaken, opruimen

schoonmaken

verbo transitivo

Eu uso sempre lixívia quando limpo a cozinha.

zuiveren van

verbo transitivo

Steve está seguindo uma dieta especial para limpar seu corpo de toxinas.

schoonmaken

verbo transitivo

Limpe seu rosto e troque suas roupas antes do almoço.

verdienen

(figurado, gíria)

Ele realmente limpou a mesa de pôquer.

borstelen

(dier)

O trabalhador do estábulo penteou o cavalo depois da corrida.

uitmesten

(figuurlijk)

Precisamos limpar todo o lixo do sótão.

schoonmaken

Dei uma mangueirada no carro para limpar a sujeira.

schoonvegen

verbo transitivo

Limpei a lama das minhas botas.

blut maken

verbo transitivo (tomar todo o dinheiro)

As mesas de blackjack me deixaram limpo.

afruimen

Vou servir o jantar, e você tira a mesa quando eles terminarem de comer.

vrijmaken, opschonen, opruimen

(remover o indesejado)

Limparemos a terra e plantaremos grama nova.

zuiveren

(helder maken)

Limpe a água com um filtro de malha fina.

ontsmetten, desinfecteren

verbo transitivo

opfrissen, verkwikken

verbo transitivo (figuurlijk)

verwijderen, opruimen, weghalen

verbo transitivo

As máquinas têm de limpar a neve das pistas.

opklaren

(céu)

O céu limpou depois da chuva.

zuiveren

verbo transitivo

Nós purificamos o ar com um filtro.

opruimen

(superfície: afastar objetos)

bevrijden van

(figuurlijk)

Tim acredita que confessando seus pecados, expiará sua consciência.

uitspoelen

Quando ela era malcriada, a mãe dela lavava a boca dela com água e sabão.

zandstralen

verbo transitivo (usar jato de areia)

bijeenharken, opharken

verbo transitivo

Harriet está varrendo as folhas numa pilha.

met shampoo reinigen, met shampoo schoonmaken

verbo transitivo (com produtos: carpete)

betten, deppen

(BRA) (medisch)

schoonmaken, poetsen

Sua cozinha está impecável, portanto sei que você deve gostar de fazer a faxina.

zwabberen

verbo transitivo (zeilterm)

Os marinheiros esfregam o deck todas as manhãs.

schoonmaken, prepareren

verbo transitivo

Primeiro você precisa limpar o frango removendo o excesso de gordura.

de keel schrapen

stofdoek

ruimte vrijmaken

schoon likken

expressão verbal

Meu gato passa a metade do tempo limpando os pelos e a outra metade dormindo.

tikken, kloppen

Não esfregue a lente da câmera. Só limpe-a levemente com um pano macio.

flossen

zich schoon likken

expressão verbal

O macaco limpou seus pelos.

schoon sponzen

expressão verbal

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van limpar in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.