Wat betekent linha in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord linha in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van linha in Portugees.

Het woord linha in Portugees betekent lijn, streep, lijn, regel, lijn, lijn, lijn, grens, lijn, richting, vorm, touw, koord, berichtje, krabbeltje, afdelingsleider, rij, lijn, reeks, spoor, draad, lijn, spoor, lijn, richting, linie, linie, lopende band, verdedigings- of aanvalslinie, een strakke, lage bal slaan bij honkbal, scrum, kustlijn, luchtroute, luchtlijn, peil, voorstander van de harde lijn, frontoffice, oorlogszuchtig, agressief, overbrenging, transmissie, oorlogsgezind, een oorlog steunend, van een hoofdlijn, pendelbus, rangeerspoor, skyline, rechte lijn, hotline, haargrens, waterlijn, grondlijn, dagtekening, isolijn, isospleet, boomgrens, trambaan, scrum-half, sneeuwgrens, hoogwaterlijn, zijlijn, busbedrijf, scheidslijn, stippellijn, technologische voorsprong, kredietlijn, vuurlinie, lijn van opvolging, gezichtslijn, branche, sector, bestaansminimum, eindpunt, vislijn, dunne lijn tussen iets en iets, eindstreep, frontlinie, hoogstaand, skeelers, in de wacht staan, richtlijn, horizon, einder, honklijn, chenille, tijdbalk, tijdlijn, buslijn, vuurlinie, opvolger, van een dagtekening voorzien, een korte bal slaan, korte bal, frontlinie, frontlinie, voorhoede, chenille, rechtdoor, blokpunten, rechte, rechte lijn, regelafstand, interlinie, eindstreep, meet, spoorwegmaatschappij, doelgebied, kanten kraag, klantenservice, helpdesk. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord linha

lijn, streep

substantivo feminino

Ele desenhou uma linha curva no papel para mostrar a forma.

lijn

substantivo feminino

Trace a linha reta e o círculo no mesmo gráfico.

regel

substantivo feminino (escrita)

O parágrafo toma dez linhas no livro.

lijn

substantivo feminino (de trem, metrô)

O metrô local tem duas linhas: vermelha e verde.

lijn

substantivo feminino

Esta linha de ônibus vai para várias cidades.

lijn

substantivo feminino

A empresa tem uma linha de produtos de celulares para consumidores.

grens

substantivo feminino (limite, fronteira)

O limite entre a Coreia do Norte e a do Sul é altamente militarizado.

lijn

substantivo feminino (telefone)

A linha foi desconectada, então eu liguei de volta.

richting

substantivo feminino (rota)

Siga a linha das montanhas e você chegará à cidade.

vorm

substantivo feminino

O novo carro foi admirado por suas belas linhas curvas.

touw, koord

substantivo feminino (fio)

Preciso de uma corda grossa para amarrar esta caixa.

berichtje, krabbeltje

(mensagem curta)

Deixe-me um bilhete na terça-feira e poderemos conversar sobre isto.

afdelingsleider

(gerente de linha)

Vou pedir à minha gerente de linha um conselho antes de falar com o chefe.

rij, lijn, reeks

Por favor, você poderia colocar estes livros em ordem, começando com essa fileira aqui.

spoor

(treinen)

Os trilhos do trem passam perto da casa deles.

draad, lijn

substantivo feminino (figurado: continuidade) (figuurlijk)

Havia uma linha de humor por todo o discurso dele.

spoor

(um instrumento numa música) (technisch, audio)

lijn

Ele jogou a linha de pesca na parte mais funda do rio, tentando pegar um peixe.

richting

A linha de pensamento dele era consistente com a das autoridades religiosas.

linie

(militar)

As três linhas de defesa contra o inimigo não os impediu.

linie

(militar)

Os soldados avançaram em linhas de combate.

lopende band

(de montagem)

A linha de montagem funciona 24 horas por dia, 7 dias por semana.

verdedigings- of aanvalslinie

(futebol americano) (American football)

Ele joga na linha de ataque e protege o zagueiro.

een strakke, lage bal slaan bij honkbal

(beisebol)

Ele acertou a bola no campo central e chegou à primeira base.

scrum

(rúgbi: de jogadores amontoados) (rugby)

kustlijn

(linha costeira)

luchtroute, luchtlijn

(plano)

peil

substantivo feminino (marca do nível da água)

voorstander van de harde lijn

(tradicionalista)

frontoffice

oorlogszuchtig, agressief

adjetivo (militar)

overbrenging, transmissie

(meios de transmissão)

oorlogsgezind, een oorlog steunend

adjetivo (política) (politiek)

van een hoofdlijn

locução adjetiva (relativo à via principal)

pendelbus

substantivo feminino (ônibus)

A câmara municipal mantém uma linha de ida e volta entre o centro da cidade e o cais histórico.

rangeerspoor

(ferrovia)

skyline

(silhueta dos prédios) (anglicisme)

rechte lijn

hotline

substantivo feminino

haargrens

waterlijn

substantivo feminino (op een schip)

grondlijn

dagtekening

substantivo feminino (menção de lugar e data de uma notícia) (in krant)

isolijn, isospleet

(linha no mapa de meteorologia) (meteorologie)

boomgrens

trambaan

scrum-half

substantivo feminino (rugby: positie)

A linha média deve estar, no mínimo, a 5 metros da linha de ensaio.

sneeuwgrens

substantivo feminino (início da neve numa montanha)

hoogwaterlijn

substantivo feminino

zijlijn

substantivo feminino (esportes, parte mais longa do campo) (voetbalveld)

busbedrijf

substantivo feminino

scheidslijn

stippellijn

technologische voorsprong

(figurado)

kredietlijn

vuurlinie

lijn van opvolging

gezichtslijn

branche, sector

bestaansminimum

eindpunt

substantivo feminino (trem, ônibus: última parada)

vislijn

dunne lijn tussen iets en iets

eindstreep

frontlinie

hoogstaand

expressão

skeelers

(anglicismo, tipo de patins)

in de wacht staan

locução adverbial (telefone)

richtlijn

Ernest usava uma régua para desenhar as linhas de direção no papel antes de ele começar a escrever a carta.

horizon, einder

honklijn

expressão (beisebol)

chenille

substantivo masculino

tijdbalk, tijdlijn

(cronologia de eventos)

buslijn

substantivo feminino

vuurlinie

(figurado) (figuurlijk)

opvolger

expressão

van een dagtekening voorzien

expressão verbal (notícia)

een korte bal slaan

expressão verbal (baseball) (honkbal)

korte bal

expressão (honkbal)

frontlinie

(militar)

frontlinie, voorhoede

(posição crucial) (figuurlijk)

chenille

substantivo feminino

rechtdoor

locução adverbial

blokpunten

(guia assinalado com pontos) (drukkunst)

Os índices normalmente têm pontilhados para guiar seus olhos para o número da página.

rechte, rechte lijn

regelafstand, interlinie

substantivo feminino (drukkunst)

A linha de espaçamento no parágrafo pode ser avançada.

eindstreep, meet

substantivo feminino

Ele comemorou quando os cavalos em que havia apostado atravessaram a linha de chegada primeiro.

spoorwegmaatschappij

A companhia ferroviária frequentemente parece mais interessada em lucros do que no conforto de seus passageiros.

doelgebied

(esporte: hóquei, lacrosse) (in ijshockey)

kanten kraag

(postiça) (geschiedenis)

klantenservice, helpdesk

substantivo feminino

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van linha in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.