Wat betekent pôr in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord pôr in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van pôr in Portugees.

Het woord pôr in Portugees betekent door, per, zetten, leggen, neerleggen, door, langs, doorheen, tot, vanwege, wegens, met, voor, door iets, gedurende, via, voor, vanwege, om, omdat, bij, bij, door, door, tot, had ik maar, uit, vanwege, ver, op, voor, door, tijdens, gedurende, voor zover, per, neerleggen, afschuiven, leggen, tegen, voor, met, via, via, door, door, doorheen, van, door, plaatsen, wekelijks, sportief, onbereikbaar, geheelonthouder-, onbeschadigd, uiteindelijk, kort, vlug, woord voor woord, magisch, elk, per stuk, enzovoort, enzovoorts, eindelijk, voor een prikkie, voor een schijntje, omdat, doordat, vermeend, lafaard, knock-out, knockout, K.O., puree, registratiekantoor, penetratie, zonsondergang, huwelijk, komische tv-serie, komedieserie, sportman, headhunter, recruiter, talentenjager, slet, sloerie, slettebak, nerd, tiet, voorliefde hebben voor, klimmen over, klauteren over, zich inschrijven, zich opgeven, merken, toevallig horen, reviseren, herzien, ontcijferen, platwalsen, gaan voor, volgende, komende, aanstaande, opgeblazen, sportief, vochtig, netelig, hippie-, onbeschadigd, gek op, dol op, bezeten van, als bij toverslag, vanwaar, haarlak, souteneur, registratie, aardbeving, skater, zonsondergang, sportieve man, beginnen met, rouwen, herstellen, zich inschrijven voor, zich opgeven voor, contact maken met iemand, aanmoedigen, toejuichen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord pôr

door

preposição

A árvore foi cortada pelo vizinho dele.

per

preposição (para cada)

O estacionamento custa 60 centavos por hora. Havia o suficiente para um biscoito por criança.

zetten

verbo transitivo (colocar)

Ele pôs seu copo na borda da mesa.

leggen, neerleggen

(posicionar)

Ele geralmente põe os planos na mesa.

door, langs

preposição (caminho)

Passamos por Saint Louis a caminho de Nova Orleans.

doorheen

preposição (espaço: por todo o espaço)

Os sinos podem ser ouvidos pela cidade.

tot

preposição (espaço)

Esta estrada continua pelo próximo condado.

vanwege, wegens

preposição (motivo)

Ele foi reprovado por não estudar o suficiente.

met

preposição

A bola errou a janela por um metro.

voor

preposição (om te betalen)

Ele pagou apenas dez dólares por aquela camisa.

door iets

preposição

Laura aumentou o volume por provocação.

gedurende

preposição (tempo: duração)

Ela ficou fora por quatro horas. Estou aprendendo chinês por dois anos.

via

preposição (via)

Eu geralmente vou por Nova York quando viajo para Europa.

voor

preposição (no lugar de alguém) (in iem. plaats)

Eu não quero fazer o trabalho por ele.

vanwege

preposição (por causa de algo)

Ele recebeu lição extra por falar palavrão na sala de aula.

om, omdat

preposição

Ele sorriu só pela ideia de que veria sua namorada de longa distância em apenas alguns dias.

bij

preposição

Pela autoridade investida em mim, eu os declaro marido e mulher.

bij, door

preposição

Eles se encontraram por acaso.

door

preposição (in de paardensport)

tot

Siga na direção nordeste pelo norte.

had ik maar

preposição (expressando desejo)

Oh, por uma tigela de sopa agora!

uit, vanwege

preposição (por causa de)

Ele saiu, por medo de ser ridicularizado.

ver

preposição

A fila do lado de fora da bilheteria continuou por quilômetros.

op

preposição

Os jogadores estavam em um por três em chutes a gol.

voor

preposição (uitverkoop)

Há uma venda de três por um em roupas de verão.
Er is een drie halen, één betalen actie op de zomerkleding.

door

Um tijolo atravessou pela janela da cozinha

tijdens, gedurende

preposição (tempo: durante)

Eu escrevi e-mails por toda a noite.

voor zover

preposição

Eu faço 40 milhas por galão com esse carro.

per

Aulas de música custam cem dólares por hora.
€5 het stuk

neerleggen, afschuiven

verbo transitivo (atribuir culpa)

Geralmente ele punha a culpa na irmã.

leggen

verbo transitivo (ovos) (eieren)

Acho que a galinha põe alguns ovos por semana.

tegen

preposição (razão)

A proposta foi derrotada numa proporção de três votos por (or: a) um.

voor

preposição (omwille van)

Estamos lutando por nossa liberdade.

met, via

preposição (por meio de) (hulpmiddel of medium)

Nós podemos falar por telefone, se preferir.

via, door

preposição

Você acabou de passar por um farol vermelho.

door, doorheen

As balas ultrapassaram o anteparo através das fendas.

van, door

Hamlet é uma peça de Shakespeare.

plaatsen

(figurativo: colocar)

Ele colocou tudo em ordem antes de partir para a Austrália.

wekelijks

Temos uma reunião semanal com a equipe no trabalho.

sportief

(figurativo) (figuurlijk)

onbereikbaar

geheelonthouder-

(in samenstellingen)

onbeschadigd

uiteindelijk

Ele finalmente decidiu comprar o carro verde.

kort, vlug

Liza parou brevemente na loja no caminho para o show.

woord voor woord

(Latim)

magisch

elk, per stuk

(por ou para cada)

enzovoort, enzovoorts

As vítimas do desastre precisam urgentemente de água potável, comida, suprimentos médicos etc.

eindelijk

Finalmente, eu terminei de escrever aquele relatório!

voor een prikkie, voor een schijntje

(informeel)

omdat, doordat

Eu me atrasei porque esqueci de ajustar o despertador.

vermeend

lafaard

Tentar evitar uma luta não faz de você um covarde.

knock-out, knockout, K.O.

(boksterm)

puree

(alimento)

registratiekantoor

(escritório de)

penetratie

zonsondergang

substantivo masculino

huwelijk

komische tv-serie, komedieserie

sportman

headhunter, recruiter, talentenjager

slet, sloerie, slettebak

(gíria, pejorativo) (informeel, beledigend)

nerd

(entusiasta da tecnologia) (informeel, pejoratief)

tiet

(gíria) (informeel)

voorliefde hebben voor

(figuurlijk)

Ik heb altijd al een voorliefde gehad voor het goede leven.

klimmen over, klauteren over

(cerca; muro)

zich inschrijven, zich opgeven

É hora de se inscrever no time de vôlei. Os treinos começam na semana que vem.

merken

Fiz um erro nos meus cálculos, mas ninguém percebeu.

toevallig horen

reviseren, herzien

ontcijferen

platwalsen

(figuurlijk)

gaan voor

Ela escolheu o carro azul em vez do vermelho.
Ze ging voor de blauwe auto in plaats van de rode.

volgende, komende, aanstaande

O que tu farás na próxima semana?

opgeblazen

(figurativo) (figuurlijk)

sportief

vochtig

netelig

(figurativo) (figuurlijk: kwestie)

hippie-

(in samenstelling)

onbeschadigd

(figurativo) (figuurlijk: geestelijk)

gek op, dol op, bezeten van

(gostar demais de algo, jogo) (informeel)

als bij toverslag

(figurativo) (figuurlijk)

ⓘEsta frase não é uma tradução da frase em inglês Het stopte te regenen als bij toverslag.

vanwaar

(literário, arcaico)

haarlak

souteneur

(formeel)

registratie

(ato de registrar)

aardbeving

skater

(brasileirismo) (informeel, anglicisme)

zonsondergang

substantivo masculino (hora do) (tijdstip)

sportieve man

(figurativo)

beginnen met

Vicente precisa começar o projeto da escola logo porque o prazo já é na semana que vem.

rouwen

Toda a nação lamentou quando o presidente foi assassinado.

herstellen

A empresa vai recuperar-se da instabilidade financeira porque seus produtos estão sendo procurados.

zich inschrijven voor, zich opgeven voor

Você se inscreveu no curso de tradução de francês da primavera que vem?

contact maken met iemand

aanmoedigen, toejuichen

Os fãs torciam por seu time.

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van pôr in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Verwante woorden van pôr

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.