Wat betekent parto in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord parto in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van parto in Spaans.

Het woord parto in Spaans betekent vertekken, vertrekken, opstappen, vertrekken, wegrijden, vertrekken, splijten, klieven, afbreken, losbreken, verdelen, opdelen, weggaan, verdwijnen, uiteengaan, vertrekkend, weggaan, tewaterlating, splijten, splitsen, splitten, gaan, vertrekken, splijten, vertrekken met met vliegtuig, geboorte, bevalling, bevalling, nachtmerrie, bevalling, weeën, zich afscheiden, zich afsplitsen, van nu af aan, hierna, voortaan, vanaf nu, van nu af aan, sindsdien, vanaf die tijd, vanaf dat moment, sindsdien, sinds dat moment, sinds die tijd, van nu af aan, van nu af aan, vanaf nu, vanaf toen, vooruit gaan, nieuw begin, vanaf, in de waan verkeren, in tweeën delen, halveren, bewerken tot, snijden uit, vanaf hier, afleiden uit, deduceren uit, beeldhouwen, hierna, voortaan, sindsdien, op gang brengen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord parto

vertekken

¿Está Juan? No, ya partió.

vertrekken, opstappen

Estaba harto de esta ciudad, por lo que decidió partir.

vertrekken

Este tren siempre parte puntual.

wegrijden

verbo intransitivo (vehículo)

La ambulancia arrancó y partió veloz.

vertrekken

verbo intransitivo (marcharse)

Henry estaba impaciente por marcharse por su cuenta.
Henry was ongeduldig om in zijn eentje te vertrekken.

splijten, klieven

El geólogo partió con cuidado la muestra de roca en dos.

afbreken, losbreken

verbo transitivo

Olga partió una parte de la barra de chocolate.

verdelen, opdelen

Voy a partir la pizza en cuatro raciones.

weggaan, verdwijnen, uiteengaan

verbo intransitivo (ponerse en camino)

Ella partió sin decir una sola palabra.

vertrekkend

Los pasajeros del barco que salía decían adiós con la mano a sus amigos y familiares.

weggaan

Es mejor que te vayas. Se está haciendo tarde.

tewaterlating

El barco zarpará a las tres en punto, deberías llegar con puntualidad.

splijten, splitsen, splitten

El clima árido fisuró el barro.

gaan

Quiero salir ya de viaje, no puedo esperar.
Ik kan niet wachten om op deze trip te gaan.

vertrekken

(openbaar vervoer)

¿Cuándo sale el autobús?

splijten

El rompió el mango de la escoba.

vertrekken met met vliegtuig

verbo intransitivo (en avión)

Salimos justo antes de la navidad.

geboorte

nombre masculino

El parto fue bien y la madre se siente bien.

bevalling

bevalling

nachtmerrie

(figurado)

¡Cruzar Londres en hora pico es una pesadilla!

bevalling

nombre masculino

El parto salió bien y no se extendió demasiado.

weeën

El trabajo de parto de Megan duró sólo dos horas.

zich afscheiden, zich afsplitsen

Dos de los miembros se separaron del grupo para formar una banda propia.

van nu af aan

A partir de ahora debes dirigirte a él como Lord Roberto.

hierna

A partir de aquí, el grupo nombrado se hará cargo de pagar la siguiente cantidad.

voortaan, vanaf nu, van nu af aan

locución adverbial

sindsdien, vanaf die tijd, vanaf dat moment

sindsdien, sinds dat moment, sinds die tijd

van nu af aan

locución adverbial

A partir de ahora ya no eres bienvenida en mi casa.

van nu af aan, vanaf nu

locución adverbial

A partir de ahora, Gina está decidida a no repetir sus errores del pasado.

vanaf toen

locución adverbial

Billy estaba tan agradecido por la ayuda de Jeni que a partir de ese momento se convirtieron en mejores amigos.

vooruit gaan

De ahora en adelante, tenemos que cambiar nuestra forma de hacer negocios.

nieuw begin

locución verbal

Al niño lo cambiaron de escuela para que pudiera partir de cero.

vanaf

La oficina estará cerrada a partir del lunes.
ⓘEsta oración no es una traducción de la original. Vanaf maandag is het kantoor gesloten.

in de waan verkeren

(figuurlijk)

La compañía está convencida de que puede llegar a los resultados que quiere con atajos.

in tweeën delen

locución verbal

Si partimos al medio la torta podemos comer mitad cada uno.

halveren

Nos dividimos por la mitad todas las ganancias.

bewerken tot, snijden uit

Esculpió una silla a partir de un tronco.

vanaf hier

locución preposicional

El pueblo está a diez millas a partir de aquí.

afleiden uit, deduceren uit

locución verbal

El detective dedujo la respuesta a partir de la evidencia física y los informes de los testigos.

beeldhouwen

Él esculpió un pie a partir de mármol.

hierna, voortaan

De aquí en adelante lo calcularemos cada día.

sindsdien

locución adverbial

El director dejó claro que no toleraría que nadie llegara tarde al trabajo y nadie lo hizo a partir de ahí.

op gang brengen

Dieron orden de partida a la expedición a la jungla inexplorada.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van parto in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.