Wat betekent pega in Spaans?
Wat is de betekenis van het woord pega in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van pega in Spaans.
Het woord pega in Spaans betekent slaken, overdragen, slaan, stompen, afranselen, overg.ww, lijmen, plakken, klets, pets, cementeren, verlijmen, vastkleven, vastplakken, hechten aan, ophangen met punaises, plakken, lijmen, kleven, vastplakken, slaan, slaan, plakken, met een golfclub slaan, luid slaan, meppen, slaan, een mep/klap geven, slaan, verbinden, bevestigen, vastmaken, slaan, vastmaken, vasthangen, vastzetten, doen samenkleven, vastpinnen, een harmonieus geheel vormen, bedekken, beplakken, slaan, plakken op, plakken aan, aanslaan, meppen, plakken, ophangen, bevestigen, zijn tanden zetten in, beschieten, opbellen, bellen, drive slaan, knippen en plakken, een pak slaag geven, springen, groeien, ontkiemen, slaan, misser, kopiëren en plakken, toevoegen, overdrukken, met secondelijm vastmaken, doen trippen, doen spacen, passen, slaan, kloppen, bietsen, pootje lichten, vastplakken, meppen met, zich aan elkaar hechten, met plakband repareren, achteroverslaan, van de zijkant raken, een harmonieus geheel vormen met, rammen, meppen, een strakke, lage bal slaan bij honkbal, een pak slaag geven, een pak voor de broek geven, in de ballen schoppen, slaan, met een rundleren zweep slaan, vastplakken. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord pega
slakenverbo transitivo Pegó un grito y corrió hacia ella. |
overdragen
Ella me contagió su resfriado. |
slaan, stompen
|
afranselenverbo transitivo |
overg.wwverbo transitivo (aanplakken, opplakken) Pegó el papel en la pizarra con una mezcla de harina y agua. |
lijmen, plakken
Paul juntó y pegó los trozos de la taza rota. |
klets, pets
A Tom le gusta que le peguen durante el sexo. |
cementeren, verlijmen
Usa este adhesivo para pegar juntas las piezas. |
vastkleven, vastplakken
Los fabricantes de autos usan cada vez más pegamento para pegar las partes. |
hechten aanverbo transitivo Pegamos las partes del avión a escala con adhesivo. |
ophangen met punaises
El profesor pegó los dibujos de los estudiantes por las paredes. |
plakken, lijmen, kleven, vastplakken
Tara está pegando el póster a la pared. |
slaanverbo transitivo El padre le pegó con la vara porque se había portado muy mal. |
slaan
Rick pegó a su amigo en el hombro. |
plakkenverbo transitivo (computers) Si tomas esta selección de texto y la pegas aquí, tu ensayo será mucho mejor. |
met een golfclub slaan
El jugador le pegó a la bola alto en el aire. |
luid slaan(con ruido) Antes de llegar al jardín, la manzana se cayó y golpeó en el tejado de la casa. |
meppen, slaan
Josh le pegó en la mandíbula al hombre que le había insultado. |
een mep/klap geven, slaan
El carpintero golpeó el clavo con el martillo. |
verbinden, bevestigen, vastmaken
La costurera sujetó los botones como el último paso para arreglar el vestido. |
slaan
¡Ouch! Me acabo de pegar en el codo con la esquina de la mesa. |
vastmaken, vasthangen, vastzetten
Déjame poner este afiche en la pared. |
doen samenkleven
|
vastpinnen(figuurlijk) La costurera fijó el dobladillo del vestido. |
een harmonieus geheel vormen
La paleta de color de este cuarto combina muy bien. |
bedekken, beplakken(con carteles) (met posters) Los chicos cubrieron la valla con anuncios del concierto. |
slaan
La lluvia golpeaba la ventana. |
plakken op, plakken aan
|
aanslaan
¿Crees que la costumbre de que la gente se cosa su propia ropa alguna vez se pondrá de moda de nuevo? |
meppen
Rhonda dio un cachete a su hijo en el culo cuando dijo una palabrota. |
plakken, ophangen, bevestigen
Déjame pegar este aviso en el tablero. |
zijn tanden zetten in
La tortuga mordió la cola del perro y no la soltaba. |
beschieten
Al soldado le dispararon en la pierna. |
opbellen, bellen
Se anima a los radioescuchas a que llamen para hacer comentarios. |
drive slaan
En el golf, encuentro más fácil golpear que hacer hoyo. |
knippen en plakkenlocución verbal (computers) Para cortar y pegar, primero debes resaltar el texto que quieres mover. |
een pak slaag geven
|
springen
Brincó en su lugar varias veces para entrar en calor sin desplazarse. |
groeien, ontkiemenlocución verbal (persona, coloquial) El abuelo siempre dice que pegamos el estirón desde la última vez que nos vio. |
slaan
Golpeó a su hermano en el estómago con el puño. |
misser(sport) |
kopiëren en plakkenlocución verbal (computer) Es fácil copiar y pegar texto para moverlo de una parte del documento a otra. |
toevoegen
Recuerda pegar suficientes estampillas a tu sobre. |
overdrukken
Pega la imagen en el vidrio con cuidado. |
met secondelijm vastmaken
|
doen trippen, doen spacen(coloquial, droga) (informeel) El doctor le dio a Jim un medicamento que le pega, pero al parecer no mejora su condición. |
passenlocución verbal (coloquial) Estos zapatos pegan con esa cartera. Deze schoenen passen bij die tas. |
slaan, kloppen(figurado) El boxeador golpeó a su contrincante hasta tirarlo al suelo. |
bietsen(informeel) Ten cuidado con Adam; siempre está intentando darle (or: pegarle) un sablazo a la gente. |
pootje lichten(fútbol) (informeel; persoon) |
vastplakkenlocución verbal Luego los niños pegarán sus dibujos personales en una cartulina grande. |
meppen met
Mary atizó a Ken con un periódico. |
zich aan elkaar hechten(AR, coloquial) Cuando se conocieron, Mary y Luke pegaron onda por su amor a las películas de terror. Ahora son los mejores amigos. |
met plakband reparerenlocución verbal (con cinta adhesiva) Nina pegó con cinta el agujero de sus vaqueros a modo de arreglo temporal. |
achteroverslaan(coloquial) Los mellizos, siempre competitivos, hicieron una competencia para ver quién podía pegar tragos de gaseosa más rápido. |
van de zijkant raken
|
een harmonieus geheel vormen met
Las flores azules y violetas combinan con el follaje plateado. |
rammen, meppen(informeel) "¿Cómo te atreves?" dijo Isabel y le pegó a Alan en la cara. |
een strakke, lage bal slaan bij honkballocución verbal Pegó un batazo de línea al centro del campo y consiguió llegar a la primera base. |
een pak slaag geven, een pak voor de broek geven(figuurlijk) ¡Tu padre te va a pegar cuando se entere de esto! |
in de ballen schoppen(vulgar) (offensief) |
slaan
El padre de Bill solía pegarle con el cinturón cuando era chico. |
met een rundleren zweep slaanlocución verbal |
vastplakken
Por favor, adhiere el póster al otro lado de la puerta. |
Laten we Spaans leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van pega in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.
Verwante woorden van pega
Geüpdatete woorden van Spaans
Ken je iets van Spaans
Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.