Wat betekent picar in Portugees?
Wat is de betekenis van het woord picar in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van picar in Portugees.
Het woord picar in Portugees betekent fijnsnijden, fijnhakken, iemand steken, doorboren, doorprikken, fijnhakken, een por geven met, ergeren, irriteren, afsplinteren, schilferen, prikken, doorprikken, steken, doorsteken, hakken, houwen, rafelen, porren, prikkelen, kriebelen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord picar
fijnsnijden, fijnhakken
Pique a cebola antes de acrescentá-la no cozido. |
iemand stekenverbo transitivo (por um inseto) A vespa picou Maggie no pé. |
doorboren, doorprikkenverbo transitivo |
fijnhakkenverbo transitivo (comida: cortar em pedaços) (van voedsel) Ricardo picou os vegetais para pôr na frigideira. |
een por geven met
|
ergeren, irriterenverbo transitivo |
afsplinteren, schilferen
Pique o gelo antes de colocá-lo nos copos. |
prikken, doorprikken, steken, doorstekenverbo transitivo O alfinete picou o dedo de Martha. |
hakken, houwen
O açougueiro cortava a carne nos fundos enquanto sua esposa gerenciava a loja na frente. |
rafelen
Lídia rasgou a carta de seu ex-namorado. |
porren
|
prikkelen, kriebelen
|
Laten we Portugees leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van picar in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.
Verwante woorden van picar
Geüpdatete woorden van Portugees
Ken je iets van Portugees
Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.