Wat betekent qué in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord qué in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van qué in Spaans.

Het woord qué in Spaans betekent dan, wat, welk, welke, dan, die, wat, wat, wat, waarin, waarop, waarmee, dat, dat, tot waar, in hoeverre, wat, wat, wat, wat, welke … ook, welk, welke, hoe, wat, die, wie, hoe, hoe, hoe, wat, hetgeen, wat, wat, welke ... ook, toch?, stuiterend, verblindend, angstaanjagend, beangstigend, inkomend, binnenkomend, responsief, trendy, hip, modieus, lastig, gecompliceerd, verradelijk, onduidelijk, vaag, contrasterend, verslavend, ziend, krimpend, onbedwingbaar, onbedaarlijk, afleidend, heersend, regerend, onopvallend, verlichtend, verzachtend, overstromend, overlopend, verdeeldheid scheppend, uitbuitend, exploiterend, verkrijgbaar, verstrooid, verward, bloedstollend, hartverscheurend, vrijblijvend, onverschrokken, de moeite waard, krakend, muf, bedompt, muf, giechelig, lacherig, hartverscheurend, nederigmakend, remmend, onderdrukkend, plunderend, hinderlijk, belemmerend, retourneerbaar, verstrooid, warrig, stijgend, vervolgbaar, hangend, neerhangend, niet van toepassing, lijdend aan malaria, herlevend, niet cool, niet gaaf, niet lauw, weinig indrukwekkend, oninteressant, privé-, sentimenteel, gevoelig, bimetaal, zeer succesvol, overbrugbaar, misleidend, bedrieglijk, filterbaar, wapperend, vliegbaar, lichtecht, lichtvast, herstelbaar, zwierig, met ontblote tanden, niet klagend, onmisbaar, niet ziende, kromgetrokken, met haviksogen, te geef, grijs, kleur gecoördineerd, hoe dan ook, praktisch alleen maar, hoewel. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord qué

dan

conjunción

Ella es más inteligente que él.

wat

pronombre (interrogativo)

¿Qué quieres comer?

welk, welke

(interrogativo)

¿Qué marca es tu coche?

dan

conjunción

Mi coche nuevo es mucho más rápido que el viejo.

die

(mannkelijk of vrouwelijk)

El mono, que el guarda del zoológico había elegido de la tribu, era muy amigable.

wat

pronombre (exclamación)

¡Qué amable de tu parte!

wat

interjección

¿Qué? No puedo oírte.

wat

interjección

¡Qué! ¿En verdad no lo hiciste?

waarin, waarop, waarmee

pronombre

Por la dirección que él llevaba, yo diría que se dirigía al pueblo.

dat

conjunción

Tenía tanta hambre que podía oír cómo rugía su estómago.

dat

conjunción

Él dijo que no quería ir.

tot waar, in hoeverre

pronombre

¿Qué te importa?

wat

pronombre

¿Qué te duele? ¿Es el riñón?

wat

pronombre

¿Qué es eso?

wat

¿Qué haces para ganarte la vida en el invierno?

wat

pronombre

¿Qué importa?
Wat doet het ertoe?

welke … ook

adjetivo

Qué Seguro Médico te conviene elegir depende de lo que estés decidida a pagar.

welk, welke

¿Cuál color te gusta más? ¿El azul o el rojo?

hoe

¿Cuán fuerte te gusta el café?

wat

¿Cuál es tu nombre?

die, wie

La persona que lo rompió no está aquí.

hoe

¿Viste cómo me miraba?

hoe

¿Cómo estás?

hoe

No sé cómo entender sus comentarios.

wat

locución pronominal

Lo que me sorprende es que el perro encontró su camino a casa.

hetgeen, wat

locución pronominal

Hace frío en la casa, lo que se solucionará cuando encienda la estufa.

wat

locución pronominal

Él hizo lo que le dije que hiciera.

welke ... ook

Elige el que mas te guste.

toch?

Este libro es tuyo, ¿no?
Dit is jouw boek, toch?

stuiterend

La pelota rebotadora de caucho golpeó a Sam en el brazo.

verblindend

Daisy se llevó la mano a la frente para protegerse los ojos de la luz cegadora.

angstaanjagend, beangstigend

La anciana le contó a los niños una aterradora historia sobre la guerra.

inkomend, binnenkomend

El tren entrante traía mercancías del este.

responsief

Este coche es muy sensible, salta hacia adelante ante el más mínimo roce del acelerador.

trendy, hip, modieus

(persona)

Steve es muy moderno; siempre viste a la última moda.

lastig, gecompliceerd, verradelijk

Hacer masa madre es complicado al principio, pero fácil una vez que le agarras la mano.

onduidelijk, vaag

En general el ensayo es bueno, pero esta sección es confusa, ¿podrías reescribirla para que el significado sea más evidente?

contrasterend

(a otro) (kleur)

Esto se vería bien con una bufanda en un color contrastado.

verslavend

La metanfetamina es altamente adictiva.

ziend

Los estudiantes no videntes trabajan a la par de los estudiantes videntes en algunas clases.

krimpend

La ciudad encogiéndose era visible a través del espejo retrovisor.

onbedwingbaar, onbedaarlijk

(emotie)

Su pasión incontenible es la alfarería y la cerámica.

afleidend

El sonido de alguien haciendo ruido con el bolígrafo sobre el escritorio era molesto.

heersend, regerend

(en el poder)

El partido gobernante está en contra de esa política.

onopvallend

Por suerte, la mancha en el mantel pasaba inadvertida.

verlichtend, verzachtend

overstromend, overlopend

(líquido)

Tuve que limpiar el lío de la cafetera rebosante.

verdeeldheid scheppend

La guerra inminente era un tema divisorio en la familia.

uitbuitend, exploiterend

Los grupos minoritarios encontraron la película explotadora y ofensiva.

verkrijgbaar

Las buenas notas son alcanzables para los estudiantes que trabajan duro.

verstrooid, verward

Jocelyn es una persona rigurosa y no le gusta tratar con despistados.

bloedstollend

hartverscheurend

(figuurlijk)

Es desgarrador ver cómo algunos padres descuidan a sus hijos.

vrijblijvend

Le pedí un aumento a mi jefe, pero me dio una respuesta evasiva.

onverschrokken

de moeite waard

(om te zien)

krakend

muf, bedompt

(aire)

Ellie giró su nariz ante el aire viciado del ático.

muf

El ático tenía un olor rancio.

giechelig, lacherig

Las niñas estaban muy platicadoras y risueñas después de la fiesta.

hartverscheurend

La escena final de la película fue desgarradora, y muchas personas de la audiencia lloraron.

nederigmakend

Trabajar con los más necesitados es una experiencia aleccionadora.

remmend, onderdrukkend

plunderend

Las banda saqueadoras de criminales saquearon el pueblo.

hinderlijk, belemmerend

retourneerbaar

Las compras sólo son descambiables durante 30 días.

verstrooid, warrig

El profesor es muy inteligente pero despistado, siempre olvida dónde ha dejado las llaves o la billetera.

stijgend

vervolgbaar

hangend, neerhangend

niet van toepassing

lijdend aan malaria

herlevend

niet cool, niet gaaf, niet lauw

(ES, coloquial) (slang)

weinig indrukwekkend, oninteressant

privé-

(MX, AR) (in samenst., nummer)

sentimenteel, gevoelig

bimetaal

zeer succesvol

(coloquial)

overbrugbaar

(letterlijk)

misleidend, bedrieglijk

filterbaar

wapperend

vliegbaar

lichtecht, lichtvast

(color)

herstelbaar

zwierig

met ontblote tanden

(sonrisa) (lach)

niet klagend

(estoico)

onmisbaar

niet ziende

(figurado)

kromgetrokken

met haviksogen

(figuurlijk)

El anciano Sr. Williams es muy observador, no se le pasa una.
ⓘEsta oración no es una traducción de la original. Mijnheer Williams kijkt met haviksogen toe, hij mist niets.

te geef

Ya no quiero esta bolsa de papas fritas: está disponible si alguien la quiere.

grijs

(haar)

¡Ese hombre canoso luce tan distinguido!

kleur gecoördineerd

(color)

El vestuario de cada bailarín es de un estilo diferente, pero con colores combinados.

hoe dan ook

Puedes hacerlo como quieras. ¡Sólo hazlo!

praktisch alleen maar

(informeel)

Si visitas el sur, comerás frituras principalmente.

hoewel

Decidí caminar hasta la biblioteca aunque estaba lloviendo.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van qué in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.