Wat betekent rouler in Frans?

Wat is de betekenis van het woord rouler in Frans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van rouler in Frans.

Het woord rouler in Frans betekent rollen, rijden, rollen, roffelen, rollen, rollen, rollen, huppelen, dartelen, rollen, tollen, tuimelen, rijden, bedriegen, oplichten, bedriegen, bedotten, beduvelen, misleiden, afzetten, oplichten, erin luizen, gaan, vooruitgaan, oplichten, bedriegen, gaan, rijden, belazeren, besodemieteren, doorstromen, biggelen, , bedriegen, oplichten, oprollen, opvouwen, lokken, de kruissnelheid aanhouden, bestelen, beroven, rollen, rollen, kussen, zoenen, rollen, overal komen, kus, zoen, bumperkleven, honderd mijl, rijklaar, voortrollen, rollen, fietsen zonder te trappen, bedotten, bedriegen, langzaam gaan, naar beneden gaan, zoenen, verrollen van boomstammen, zonder inspanning voortbewegen, taxiën, zoeven, een leeg voertuig besturen, bekken, zich oprollen, paraderen, zich mooi maken, elkaar kussen, achteruitrijden, het met iemand doen, rollen over, cruisen, razen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord rouler

rollen

verbe intransitif

Le ballon a roulé en bas de la colline.

rijden

verbe intransitif

La voiture roulait dans la rue.

rollen

verbe intransitif

Les roues du char roulaient vers l'avant.

roffelen

verbe intransitif (tambour) (trommel)

Les trompettes sonnèrent et les tambours roulèrent.

rollen

verbe transitif (Linguistique) (rollende R)

Beaucoup d'Américains trouvent qu'il est difficile de rouler les R.

rollen

verbe transitif

J'ai vu des photos de vieux Cubains rouler des cigares.

rollen

verbe transitif

Puis, vous devez rouler le poulet dans la panure jusqu'à ce qu'il soit entièrement recouvert.

huppelen, dartelen

Il aimait regarder la manière dont elle ondulait en passant dans la rue.

rollen, tollen, tuimelen

(objet, personne)

La pelote de laine a roulé par terre.

rijden

verbe intransitif

Nous avons roulé pendant 80 km mais là, la voiture est tombée en panne.

bedriegen, oplichten

(familier)

bedriegen, bedotten, beduvelen, misleiden

verbe transitif

Je ne voulais pas acheter ce ticket. On m'a roulée (or: On m'a trompée) !

afzetten, oplichten

(familier)

erin luizen

(familier, figuré) (figuurlijk)

Jim s'est encore fait rouler (or: pigeonner) par le patron au niveau des heures sup'.

gaan, vooruitgaan

Si tu arrêtes de bouger, la guêpe te laissera tranquille.

oplichten, bedriegen

Le marchand d'antiquités a escroqué la vieille dame ; il lui a acheté plusieurs meubles de valeur pour la petite somme de cent euros.

gaan, rijden

(véhicule, personne,...)

Le train avançait (or: roulait) à grande vitesse.

belazeren, besodemieteren

(très familier)

doorstromen

(circulation)

La circulation n'est pas très fluide dans cette ville.

biggelen

(tranen)

Des larmes coulèrent sur ses joues.

(dans un véhicule)

Nous roulions à environ 45 km/h.

bedriegen, oplichten

oprollen, opvouwen

lokken

verbe transitif (familier)

Nous avons été roulés par des promesses de nombreux prix à la foire, mais nous avons été déçus.

de kruissnelheid aanhouden

James maintenait sa vitesse à 100 kilomètres à l'heure.

bestelen, beroven

verbe transitif (figuré, familier) (figuurlijk)

Vingt livres pour ça ? Ce commerçant t'as volé (or: roulé) !

rollen

verbe transitif

Il fit rouler la balle vers le bébé.

rollen

verbe pronominal

Les hippopotames aiment se rouler dans la boue.

kussen, zoenen

Genevieve a surpris ses deux meilleurs amis en train de s'embrasser.

rollen

(dans du sang)

overal komen

kus, zoen

Katherine a planté un gros baiser sur la joue de Max.

bumperkleven

Une voiture rouge m'a collé au train pendant tout le trajet jusqu'à l'épicerie.

honderd mijl

(snelheid)

rijklaar

voortrollen, rollen

Le garçon roulait lentement dans le couloir sur sa trotinette.

fietsen zonder te trappen

bedotten, bedriegen

langzaam gaan

naar beneden gaan

Un ballon lâché sur une pente ira vers le bas (or: roulera vers le bas).

zoenen

(argot)

verrollen van boomstammen

zonder inspanning voortbewegen

Elle descendit la côte en roue libre sur son vélo.

taxiën

L'avion se déplaçait au sol ; il était trop tard pour débarquer de l'avion !

zoeven

verbe intransitif (voiture) (informeel: auto)

Les voitures roulaient à toute vitesse sur la piste.

een leeg voertuig besturen

verbe intransitif

bekken

(argot) (slang)

Ils se sont roulé une pelle avant de partir chacun de leur côté. Les adolescents aiment bien se rouler des pelles.

zich oprollen

verbe pronominal (egel, etc.)

Le hérisson s'est roulé en boule.

paraderen

Henri a roulé des mécaniques dans le bureau tout l'après-midi après que le chef a complimenté son travail.

zich mooi maken

(personne, péjoratif)

L'élève était debout au premier rang à faire la belle tandis que le professeur la complimentait.

elkaar kussen

(familier : s'embrasser)

J'ai vu Carly et Kevin se rouler des pelles derrière la médiathèque.

achteruitrijden

het met iemand doen

(familier : embrasser) (seksueel)

À la fête hier soir, j'ai roulé des pelles à une fille.

rollen over

Aïe ! Ta roue vient de me rouler sur le pied !

cruisen

(voiture)

Sally roulait tranquillement en ville dans sa nouvelle voiture et faisait coucou à ses amies.

razen

(hard rijden)

Laten we Frans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van rouler in Frans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Frans.

Ken je iets van Frans

Frans (le français) is een Romaanse taal. Net als Italiaans, Portugees en Spaans, komt het uit het populaire Latijn, dat ooit in het Romeinse rijk werd gebruikt. Een Franstalig persoon of land kan een "Franstalig" worden genoemd. Frans is de officiële taal in 29 landen. Frans is de vierde meest gesproken moedertaal in de Europese Unie. Frans staat op de derde plaats in de EU, na Engels en Duits, en is na Engels de meest onderwezen taal. De meerderheid van de Franstalige wereldbevolking woont in Afrika, met ongeveer 141 miljoen Afrikanen uit 34 landen en gebieden die Frans als eerste of tweede taal spreken. Frans is de tweede meest gesproken taal in Canada, na Engels, en beide zijn officiële talen op federaal niveau. Het is de eerste taal van 9,5 miljoen mensen of 29% en de tweede taal van 2,07 miljoen mensen of 6% van de gehele bevolking van Canada. In tegenstelling tot andere continenten is het Frans in Azië niet populair. Momenteel erkent geen enkel land in Azië Frans als officiële taal.