Wat betekent sb in Engels?

Wat is de betekenis van het woord sb in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van sb in Engels.

Het woord sb in Engels betekent sleep together, afraden, richten op, mee uit vragen, steunen, bijstaan, d.m.v. subsidie redden, uit de brand helpen, verlaten, helpen, verafschuwen, verfoeien, verdraagzaam tegenover, verdraagzaam voor, tolerant tegenover, tolerant voor, uitrusten met accessoires, acclimatiseren, laten wennen aan, acclimatiseren, aanspreken, voorzien van, voorzien van, doen overnemen, irriteren, vervelen, verlangen naar, smachten naar, vertrouwd maken, tegenover, gericht aan, verklaren, appelleren, iemand toelaten, bewieroken, adviseren, iemand aanraden iets te doen, zich verloven, zich verloven, tegen iets zijn, iemand verheerlijken, kwetsen, verwonden, doen piekeren, voor, pijn doen, via een luchtbrug vervoeren, afstand scheppen, , beboeten, vermaken, excommuniceren, verdoven, anestheseren, ongevoelig maken, bekritiseren, overheen walsen, lastigvallen, hinderen, irriteren, lastig vallen, antwoorden, zich verantwoorden tegenover, verantwoording verschuldigd, tegen zich in het harnas jagen, zich verontschuldigen tegen, iemand excuses aanbieden voor, iemand excuses aanbieden voor, aantrekken, aantrekken, een beroep doen op, oproepen tot, iets vragen, verzoeken, oogappel, in de leer doen, informeren, inlichten, benaderen, aanspreken, opwinden, regelen dat iemand iets doet, vergeleken met, vergeleken bij, toe te schrijven, beschaamd om, verstikken, aanvallen, aanvallen, kwellen, aanvallen, overvallen, toewijzen, toekennen, iemand iets toewijzen, toewijzen, verbonden zijn met iets/iemand, verbazen, op zijn / haar gemak, op voet van oorlog, in oorlog, toevoegen, zich hechten aan, gehecht zijn aan, gek zijn op, zich aangetrokken voelen tot, toe te schrijven (aan iets), autoriseren, toestaan, toelaten, toestemming verlenen om, toestemming verlenen voor, tot nut strekken, wraak nemen, wachten op iemand, ontslaan, steunen, wedden op, geld inzetten op, gokken op, begeleiden, tegenspreken, kwaadspreken over, neuken, naaien. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord sb

sleep together

(geslachtsverkeer hebben) (informal, euphemism)

afraden

(warn against doing)

I'd advise you against sailing today; the weather is turning nasty.

richten op

phrasal verb, transitive, inseparable (figurative (have as intended audience)

This movie is obviously aimed at a younger audience.

mee uit vragen

phrasal verb, transitive, separable (invite on a date)

He asked her out.
Hij vroeg haar mee uit.

steunen, bijstaan

phrasal verb, transitive, separable (support)

Go ahead and tell the boss just what happened; I'll back you up on it.

d.m.v. subsidie redden

phrasal verb, transitive, separable (informal, figurative (help with money)

The government bailed out many large banks during the recession.

uit de brand helpen

phrasal verb, transitive, separable (informal, figurative (rescue) (figuurlijk)

You can't expect your big brother to bail you out whenever you have a problem.

verlaten

transitive verb (leave forever)

helpen

transitive verb (assist or enable: a criminal) (bij een misdaad)

Margret did not commit the crime, but she abetted the person who did.

verafschuwen, verfoeien

transitive verb (formal (detest)

I abhor the perpetrators of this evil act.

verdraagzaam tegenover, verdraagzaam voor, tolerant tegenover, tolerant voor

(tolerant of [sth])

This community is accepting of people of all cultures and backgrounds.
Deze gemeenschap is verdraagzaam (of: tolerant) jegens mensen van alle culturen en achtergronden.

uitrusten met accessoires

transitive verb (adorn with accessories)

A colourful scarf is the perfect way to accessorise an outfit.

acclimatiseren

(make accustomed to [sth])

laten wennen aan

(accustom to [sth])

If you have cats and you move house you need to keep the cats indoors for at least a few days to acclimatize them to their new home.

acclimatiseren

(accustom to climate)

Before planting out your young seedlings, take them out of the greenhouse for a short period, then increase each day, to acclimatize them to the colder conditions outdoors.

aanspreken

transitive verb (approach boldly)

A man accosted Emily in the street to ask the time.

voorzien van

transitive verb (usu passive (military: equip) (leger)

voorzien van

(equip or furnish)

doen overnemen

transitive verb (assimilate: into a culture) (culturele eigenschap)

irriteren, vervelen

transitive verb (rare (annoy)

verlangen naar, smachten naar

(figurative (yearn for)

Helen ached for the man she could not be with.

vertrouwd maken

(introduce, make familiar)

Once Mark had acquainted his assistant with the computer program, she was able to work on her own.

tegenover

preposition (opposite)

My office building is just across from the mall.
Mijn kantoor staat tegenover het winkelcentrum.

gericht aan

verbal expression (mail: be intended for [sb]) (brief, post)

This letter is addressed to you.

verklaren

transitive verb (pronounce)

The suspect was adjudged incompetent.

appelleren

transitive verb (appeal or command: [sb] to do [sth]) (recht)

iemand toelaten

transitive verb (often passive (accept as a member)

The club is not admitting new members at this time.

bewieroken

transitive verb (idolize, treat with adoration) (figuurlijk)

adviseren

transitive verb (counsel [sb])

Our team of experienced attorneys is ready to advise you.

iemand aanraden iets te doen

verbal expression (counsel [sb] to do)

I advised him to eat before the flight.

zich verloven

transitive verb (archaic (betroth)

zich verloven

transitive verb (archaic (betroth)

tegen iets zijn

(oppose)

Many Americans are against the war.

iemand verheerlijken

transitive verb (exaggerate [sb]'s importance)

kwetsen, verwonden

transitive verb (offend or afflict)

doen piekeren

transitive verb (cause to be anguished)

voor

preposition (in a race: in front)

The race is in its final lap, and Ivy is ahead of everyone.

pijn doen

transitive verb (cause pain, illness to)

via een luchtbrug vervoeren

transitive verb (carry or rescue by aircraft)

A helicopter airlifted the injured mountain climber to hospital.

afstand scheppen

transitive verb (make [sb] distant)

transitive verb (figurative (ally)

The sudden betrayal aligned Samantha with her former enemy.

beboeten

transitive verb (law: fine or penalize arbitrarily)

vermaken

transitive verb (entertain)

excommuniceren

transitive verb (religion: condemn as evil) (religie)

verdoven, anestheseren

transitive verb (patient: put to sleep)

The operation required that she be anaesthetized.

ongevoelig maken

transitive verb (US, figurative (desensitize to emotion)

bekritiseren

(formal (criticize)

The author animadverted on his rival's work.

overheen walsen

transitive verb (figurative, informal (sport, etc.: defeat) (figuurlijk)

lastigvallen, hinderen

transitive verb (pester, harass)

I'll never finish this report on time if you keep coming to annoy me.
Ik krijg dit verslag nooit op tijd af als je steeds komt om me lastig te vallen.

irriteren, lastig vallen

transitive verb (irritate [sb])

antwoorden

transitive verb (reply, respond)

Kate answered Ben with a nod of her head.

zich verantwoorden tegenover

(justify actions)

verantwoording verschuldigd

(has to report to [sb])

She believes she is answerable to God and not to any human authority.

tegen zich in het harnas jagen

transitive verb (make hostile) (figuurlijk)

Ryan's actions antagonized many of his friends.

zich verontschuldigen tegen

(say sorry to [sb])

I apologized to Brenda for the incident and she forgave me.

iemand excuses aanbieden voor

verbal expression (say sorry to [sb] for [sth])

You ought to apologize to Stephen for the way you treated him yesterday.

iemand excuses aanbieden voor

verbal expression (say sorry to [sb] for doing [sth])

Jane apologized to me for calling me a liar.

aantrekken

transitive verb (attract [sb])

That house really appeals to me.

aantrekken

(be attractive)

It is the film's intense love story that appeals to teenage girls.

een beroep doen op

verbal expression (ask for help)

The state governors appealed to the President for help in stopping the riots.

oproepen tot

verbal expression (ask)

The Senator appealed to his fellow legislators to vote for more aid to the poor.

iets vragen, verzoeken

(ask)

William appealed to his father in the hope that he would provide him with a loan.

oogappel

expression (beloved person)

Jenny loved her children, but her eldest child was the apple of her eye.

in de leer doen

(place with employer)

Several boys in the family were apprenticed to the factory.

informeren, inlichten

(formal (notify [sb])

benaderen

transitive verb (move closer: space) (in ruimte)

The boxer approached his opponent carefully.

aanspreken

transitive verb (speak to)

Edwin is very nervous when he approaches girls.

opwinden

transitive verb (sexually)

The sexy scene in the movie aroused Rachel.

regelen dat iemand iets doet

verbal expression (make preparations)

They arranged for a babysitter to take care of the children.

vergeleken met, vergeleken bij

expression (in comparison to)

As compared with American English, British English seems more formal.

toe te schrijven

adjective (can be credited to)

beschaamd om

(embarrassed)

I was ashamed of my boyfriend's rude behavior at the dinner party.

verstikken

transitive verb (suffocate)

aanvallen

transitive verb (attack physically)

The robber assailed the man in an alleyway and stole his wallet.

aanvallen

transitive verb (attack verbally) (figuurlijk: verbaal)

kwellen

transitive verb (trouble, afflict)

Public schools have been assailed by federal cutbacks.

aanvallen, overvallen

transitive verb (attack)

The two men assaulted James while he was walking in the park.

toewijzen, toekennen

transitive verb (task: give to [sb])

The manager assigned the task of interviewing job candidates to her assistant.

iemand iets toewijzen

verbal expression (charge with a task)

They assigned Cheri to bake cookies for the luncheon.

toewijzen

transitive verb (give [sb] [sth] to do)

verbonden zijn met iets/iemand

verbal expression (be related to)

For many people, Christmas is associated with gifts and shopping.

verbazen

transitive verb (amaze, astound)

The cost of the wedding truly astonished me.

op zijn / haar gemak

preposition (comfortable)

op voet van oorlog, in oorlog

preposition (fighting)

Some militant vegans are at war with meat eaters.

toevoegen

(often passive (military: assign)

The sergeant attached Rick to a special ops unit.

zich hechten aan

verbal expression (figurative (become devoted to [sb]) (figuurlijk)

gehecht zijn aan, gek zijn op

adjective (fond of)

My daughter is very attached to her stuffed bear.

zich aangetrokken voelen tot

verbal expression (sexually drawn to: [sb]) (seksueel)

I'm attracted to him, but he does not even know my name.

toe te schrijven (aan iets)

(can be ascribed to) (te wijten (aan iets)

Philip's disruptive behavior is attributable to his parents' divorce.
Philips storende gedrag is toe te schrijven aan de scheiding van zijn ouders.

autoriseren, toestaan, toelaten

verbal expression (permit officially to do)

Marla authorized her assistant to file the papers with the city.

toestemming verlenen om, toestemming verlenen voor

(permit access)

Jack's boss authorized him for entry to the secured area.

tot nut strekken

transitive verb (literary (be of use to, benefit) (formeel)

In the end, none of these desperate measures availed him.
Uiteindelijk strekten geen van deze krasse maatregelen hem tot nut.

wraak nemen

transitive verb (take revenge for [sb])

She avenged her husband for the ruin his partners brought him.

wachten op iemand

transitive verb (person: be waiting for)

Thea was awaiting her cousin.

ontslaan

transitive verb (figurative, informal (fire from a job)

The company plans to ax a dozen employees next month.

steunen

transitive verb (support [sb])

I back this candidate for mayor.

wedden op, geld inzetten op, gokken op

transitive verb (wager on)

Which horse should we back?

begeleiden

transitive verb (accompany) (muziek)

They're going to back Bob Dylan on his next tour.

tegenspreken

transitive verb (make insolent retorts to [sb])

Don't you dare backtalk me, young lady!

kwaadspreken over

transitive verb (informal (disparage [sb])

Janice badmouthed her old employer, who then refused to provide her with a reference.

neuken, naaien

transitive verb (US, offensive, slang (have sex with) (vulgair, beledigend)

Neil's friends were bored of listening to him go on about which girls he'd like to bag.

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van sb in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Verwante woorden van sb

Ken je iets van Engels

Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.