Wat betekent spoken in Engels?

Wat is de betekenis van het woord spoken in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van spoken in Engels.

Het woord spoken in Engels betekent gesproken, gesproken, uitgesproken, oral, verbal, spoken, spoken to, talked to, short-spoken, spreken, spreken, praten, spreken, spreken, zeggen, een toespraak houden, spreken, communiceren, met elkaar praten, zeggen, betekenen, vertellen, spreken, zeggen, have the floor, talk, speak, speak, talk, express, utter, speak, talk, speak, speak, talk, tell, talk, speak, talk about, speak about, so to speak, speak clearly, stick up for, speak badly of, speak ill of, Speak up!, talk about, speak about, right to speak, right to speak, speak with, speak to, talk with, talk to, so to speak, rechtdoorzee, met zachte stem, met een zachte stem. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord spoken

gesproken

adjective (language: colloquial)

You won't hear it in spoken English, but you'll read it occasionally.

gesproken

adjective (language: oral, not written)

Her spoken French is better than her written.

uitgesproken

adjective (said in a particular way)

No one wants to hear my badly spoken French.

oral, verbal, spoken

(verbaal, mondeling)

(adjective: Describes a noun or pronoun--for example, "a tall girl," "an interesting book," "a big house.")

spoken to, talked to

(toegesproken)

short-spoken

(persoon: van weinig woorden)

(adjective: Describes a noun or pronoun--for example, "a tall girl," "an interesting book," "a big house.")

spreken

(talk)

The teacher demanded that the student speak.

spreken, praten

(two or more people)

They spoke for many hours on the phone.

spreken

(a language)

Do you speak English?

spreken, zeggen

(express oneself)

Don't keep your opinion to yourself: speak!

een toespraak houden

(have the podium)

The president is the next person to speak.

spreken, communiceren

(communicate)

She really knows how to speak.

met elkaar praten

(be on good terms)

The two brothers are not speaking.

zeggen, betekenen

(convey a message)

Actions speak louder than words.

vertellen, spreken, zeggen

(tell)

The guilty man decided to speak the truth.

have the floor

(spreken)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

talk, speak

(spreken)

(intransitive verb: Verb not taking a direct object--for example, "She jokes." "He has arrived.")

speak, talk

(taalklanken produceren)

(intransitive verb: Verb not taking a direct object--for example, "She jokes." "He has arrived.")

express, utter, speak

(mededelen, uitdrukken)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

talk, speak

(gesprek voeren)

(intransitive verb: Verb not taking a direct object--for example, "She jokes." "He has arrived.")

speak, talk

(zich in taalklanken uiten)

(intransitive verb: Verb not taking a direct object--for example, "She jokes." "He has arrived.")

tell

(praten)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

talk, speak

(praten met)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

talk about, speak about

(spreken over iets met iemand)

so to speak

(als het ware)

(expression: Prepositional phrase, adverbial phrase, or other phrase or expression--for example, "behind the times," "on your own.")

speak clearly

(zeggen zoals het is)

stick up for

(verdedigen)

speak badly of, speak ill of

(lasteren)

Speak up!

(verzoek tot luider praten)

(interjection: Exclamation--for example, "Oh no!" "Wow!")

talk about, speak about

(bespreken, spreken over)

right to speak

(recht om het woord te nemen)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

right to speak

(juridisch: recht om gehoord te worden in de rechtbank) (court)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

speak with, speak to, talk with, talk to

(praten met)

so to speak

(praktisch, zo goed als)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

rechtdoorzee

adjective (frank, direct)

met zachte stem, met een zachte stem

adjective (having a quiet or gentle voice)

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van spoken in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Verwante woorden van spoken

Ken je iets van Engels

Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.