Wat betekent também in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord também in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van também in Portugees.

Het woord também in Portugees betekent ook, ook, ook, eveneens, ook, erbij, ook, verder, daarbovenop, bovendien, ook, ook niet, wel, toch wel, nog, alias, anders genoemd, zowel...als, ik ook, alias. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord também

ook

advérbio

Se tu escreveres para mim, eu também escreverei para ti.

ook

advérbio

Gosto de sorvete e de bolo também.

ook, eveneens

advérbio

William convidou não apenas a Sue para festa, mas a irmã dela também.

ook, erbij

O pai aceitou nos emprestar o seu carro hoje. Também vai nos dar dinheiro para despesas!

ook, verder, daarbovenop, bovendien

advérbio

Você ficará para trás em relação a turma e eu quero falar com seus pais, também.

ook

advérbio

Eu quero ir ao cinema e ela também.

ook niet

advérbio (negativa)

Também não gostei do filme.

wel, toch wel

Eu vou, sim!

nog

Eu queria ter um carro bom, e muito mais coisas além disso.

alias, anders genoemd

zowel...als

Nosso vizinho trouxe bolo, além de vinho para todos.
De buurman nam zowel cake als frisdrank mee voor iedereen.

ik ook

interjeição

Você vai para a festa dela? Eu também! Te encontro lá.

alias

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van também in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.