Wat betekent tied in Engels?

Wat is de betekenis van het woord tied in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van tied in Engels.

Het woord tied in Engels betekent gebonden, , gelijkspelend, tied, tied together, binden, vastbinden, knopen, strikken, gelijkspelen, gelijkmaken, das, stropdas, gelijkspel, knoop, strik, band, verbindingsbalk, boog, dwarsligger, biel, biels, veterschoen, knopen, strikken, aan elkaar gewaagd zijn, verbonden zijn met, binden aan, verbinden aan, verbinden, verbinden, tie, draw, tie, draw level, tie, tie, draw, tie, tie, tie, necktie, moor, berth, tie up, tie to, equalize, tie a knot, met de mond vol tanden, met een te korte tongriem. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord tied

gebonden

adjective (laces, binding: done up)

Make sure your shoes are tied so that you don't trip over the laces.

adjective (roped together, attached)

gelijkspelend

adjective (having equal score)

Both teams were tied at half-time.

tied

(met touw)

(adjective: Describes a noun or pronoun--for example, "a tall girl," "an interesting book," "a big house.")

tied together

(aan elkaar vastgemaakt)

binden, vastbinden

(attach using string)

He tied the horse to the post.

knopen, strikken

(a knot)

She tied string round the giftbox.

gelijkspelen

(be even in sports)

The two teams tied.

gelijkmaken

(make the score even)

They tied the game with the last score.

das, stropdas

(men's clothing item)

He wore a blue tie to go with his white shirt.

gelijkspel

(sport, game: draw)

Neither team was happy with the 2-2 tie.

knoop, strik

(string, etc., for attaching things)

The tie came loose and the bag dropped.

band

(figurative (bond) (figuurlijk, van familie)

He stays in Ohio because of his family ties.

verbindingsbalk

(rod)

The metal tie helped hold the structure together.

boog

(music: line connecting notes) (muziek)

To elongate the last note of the measure, there is a tie to the following half note.

dwarsligger, biel, biels

(US (railroad) (spoorbaan)

Railroad ties support the steel tracks.

veterschoen

(US (shoe)

Do you prefer a tie or a loafer?

knopen, strikken

(make a knot in)

He tied a knot in his scarf.

aan elkaar gewaagd zijn

(mainly US (match in sports)

The Canadian team tied the French.

verbonden zijn met

(figurative (connect)

The politician had to resign because it was discovered that he was tied to the mafia.

binden aan, verbinden aan

(figurative (restrict) (figuurlijk)

He is tied to the family through marriage.

verbinden

(sound two notes as one) (muziek)

You need to tie the C and the G in this bar.

verbinden

(in musical notation) (muziek)

The quarter note and the eighth note were tied.

tie, draw

(sport: geen winnaar)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

tie

(kledingstuk)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

draw level

(figuurlijk (sport: gelijkmaken)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

tie

(een knoop leggen)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

tie, draw

(gelijke positie)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

tie

(van veters)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

tie

(van tapijt)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

tie, necktie

(kledingstuk)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

moor, berth

(schip: aanmeren) (ship)

(intransitive verb: Verb not taking a direct object--for example, "She jokes." "He has arrived.")

tie up

(knopen)

tie to

(ook figuurlijk (vastbinden)

equalize

(letterlijk (sport)

(intransitive verb: Verb not taking a direct object--for example, "She jokes." "He has arrived.")

tie a knot

(dichtknopen, vastknopen)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

met de mond vol tanden

adjective (figurative (unable to speak) (figuurlijk)

Sometimes I get tongue-tied around new people.

met een te korte tongriem

adjective (with congenital tongue condition) (medisch)

When I was born I was tongue-tied and needed an operation.

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van tied in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Ken je iets van Engels

Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.