Wat betekent varrer in Portugees?
Wat is de betekenis van het woord varrer in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van varrer in Portugees.
Het woord varrer in Portugees betekent vegen, winnen in een reeks, uitkammen, bijeenharken, opharken, harken, rondkijken. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord varrer
vegenverbo transitivo Helen varreu o chão da cozinha após ter terminado de cozinhar. |
winnen in een reeksverbo transitivo (figurado: vencer todas as partidas) |
uitkammenverbo transitivo (figurado: procurar, buscar) (figuurlijk) Eles varreram a praia procurando conchas interessantes. |
bijeenharken, opharkenverbo transitivo Harriet está varrendo as folhas numa pilha. |
harken
Charlie está rastelando no jardim. |
rondkijken(olhar ao redor) Ela vasculhou o restaurante para achar a melhor mesa. |
Laten we Portugees leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van varrer in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.
Verwante woorden van varrer
Geüpdatete woorden van Portugees
Ken je iets van Portugees
Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.