Wat betekent vasculhar in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord vasculhar in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van vasculhar in Portugees.

Het woord vasculhar in Portugees betekent afzoeken, doorzoeken, zoektocht, zoeken, speuren, jagen, doorzoeken, onderzoeken, rondkijken, afval doorzoeken, rondsnuffelen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord vasculhar

afzoeken, doorzoeken

verbo transitivo

zoektocht

verbo transitivo (fig.: procurar)

zoeken, speuren

verbo transitivo

jagen

(procurar)

doorzoeken, onderzoeken

verbo transitivo (olhar em, examinar)

A polícia vasculhou (or: procurou no) o prédio, mas não havia nenhum sinal do sequestrador.

rondkijken

(olhar ao redor)

Ela vasculhou o restaurante para achar a melhor mesa.

afval doorzoeken

verbo transitivo (procura por comida) (voor eten)

rondsnuffelen

(figurado, informal) (spreektaal)

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van vasculhar in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.