Wat betekent vender in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord vender in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van vender in Portugees.

Het woord vender in Portugees betekent verkopen, verhandelen, handelen in, overhalen tot iets, verkopen, iets overhalen, aanpraten, verkopen, versjacheren, verpatsen, venten, afsplitsen, verkopen, van de hand doen, verkopen, dwingen, kaarten verkopen, venten, aan de man brengen, verkopen, verhandelen, verkopen, verraden, verloochenen, uitverkopen, verkooptechniek, tegen een lagere prijs verkopen dan, meer verkopen dan, meer verkocht worden dan, te koop zijn, in de winkels liggen, dealen, goedkoop verkopen, verkopen, doorverkopen, in het groot verkopen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord vender

verkopen, verhandelen

verbo transitivo

Ele vende jornais a 50 centavos cada.

handelen in

(comerciar com)

Ele vende metais preciosos.

overhalen tot iets

verbo transitivo (convencer a comprar) (aankoop)

Por mais que tentasse, ele não conseguia vender o carro para ela.

verkopen

(facilidade de ser comprado)

Essas camisetas vendem mesmo?

iets overhalen, aanpraten

verbo transitivo (vender uma ideia)

Por mais que tentasse, ele não conseguia vender a ideia para ela.

verkopen

verbo transitivo

versjacheren, verpatsen

verbo transitivo (informeel)

venten

verbo transitivo (vender mercadorias na rua)

Ken gosta de assistir as pessoas vendendo produtos nos mercados.

afsplitsen

(bedrijfsleven)

Eles venderam seus interesses com a venda de todas as suas ações na empresa.

verkopen, van de hand doen

verbo transitivo

Podemos vender trinta caixas desse item esta semana.

verkopen

verbo transitivo

Temos que vender esses rádios até amanhã.

dwingen

verbo transitivo

O jovem foi preso por vender drogas.

kaarten verkopen

verbo transitivo (entradas, ingressos, vales)

venten

aan de man brengen

verbo transitivo

verkopen

A empresa vai liquidar alguns de seus bens para angariar capital.

verhandelen

verkopen

A cafeteria começou a comercializar suas bebidas especiais de Natal no início de novembro.

verraden, verloochenen

verbo pronominal/reflexivo (figurado)

A artista se vendeu e começou a fazer trabalhos comerciais.

uitverkopen

Liquidações de fim de ano são quando eles liquidam os modelos de carros atuais.

verkooptechniek

tegen een lagere prijs verkopen dan

locução verbal

meer verkopen dan

locução verbal

meer verkocht worden dan

locução verbal

te koop zijn, in de winkels liggen

expressão verbal

Ele vende a varejo por 20 dólares.

dealen

expressão verbal (drugs)

Ele foi preso por vender drogas.

goedkoop verkopen

locução verbal

Ele vendeu as ações a descoberto porque achou que o valor ia cair.

verkopen

expressão verbal

A Sra. Sellers agora vende sapatos a varejo.

doorverkopen

expressão verbal (gíria) (van kaartjes)

in het groot verkopen

locução verbal

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van vender in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.