Wat betekent acordo in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord acordo in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van acordo in Portugees.

Het woord acordo in Portugees betekent overeenkomst, overeenkomst, overeenkomst, schikking, compromis, overeenkomst, akkoord, verdrag, overeenkomst, regeling, overeenkomst, overeenkomst, overeenstemming, instemming, tot een compromis komen, verdrag, akkoord, akkoord, schikking, overeenstemming, verzoening, overeenkomst, afspraak, zoals, het ergens mee eens zijn, oplossen, niet-conform, in overeenstemming, onder de omstandigheden, onder de gegeven omstandigheden, in overeenstemming met, gedraag je naar jouw leeftijd, gedraag je, gedraag je eens, voorhuwelijkse voorwaarden, eerdere overeenkomst, concensus, vertrekvergoeding, ontslagvergoeding, in overeenkomst met, overeenkomstig met, volgens, tot een overeenkomst komen, het eens worden, volgens, zo, dus, overeenkomstig, ingevolge hiervan, volgens, naar, op basis van, in overeenstemming met, overeenkomstig, vertrouwen op, in overeenstemming met, iets beklinken, bezegelen, volgens, gewillig, naar, onder, volgens, inwilligen,vergoeden. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord acordo

overeenkomst

substantivo masculino

Temos um acordo?

overeenkomst

substantivo masculino

As duas partes fizeram um trato.

overeenkomst

substantivo masculino

O tratado (or: acordo) de controle de armas foi negociado trinta anos atrás.

schikking

substantivo masculino (legal)

O acordo exigiu que a empresa mudasse seu negócio.

compromis

substantivo masculino

Os rivais entraram em acordo e pararam de brigar.

overeenkomst

substantivo masculino

Os dois cavalheiros têm um acordo para cessar a briga.

akkoord, verdrag

overeenkomst, regeling

(de disputa)

Depois de discutirmos por horas, finalmente chegamos a um acordo.

overeenkomst

substantivo masculino

As duas nações assinaram um acordo que daria fim às hostilidades.

overeenkomst, overeenstemming, instemming

substantivo masculino (formal)

tot een compromis komen

substantivo masculino

Depois de muita discussão e negociação, as duas empresas finalmente fizeram um acordo.

verdrag

substantivo masculino

As nações esboçaram um acordo para resolver a disputa.

akkoord

As duas nações chegaram a um acordo sobre o transporte de óleo.

akkoord

substantivo masculino

Os dois lados entraram em acordo e assinaram o contrato.

schikking

substantivo masculino (financeiro)

overeenstemming

verzoening

As duas partes não conseguiram chegar a nenhum meio-termo.

overeenkomst, afspraak

(informal)

Lena e Aaron têm um combinado de se encontrar toda sexta às 7:00 para jantar.

zoals

Conforme seu pedido, eu incluí a informação necessária nesse memorando.
Zoals u verzocht, heb ik de nodige informatie in deze memo opgenomen.

het ergens mee eens zijn

Acho que deveríamos partir; você concorda?

oplossen

(briga, disputa)

Eles resolveram a disputa pacificamente.

niet-conform

expressão

in overeenstemming

locução adverbial

onder de omstandigheden, onder de gegeven omstandigheden

advérbio

in overeenstemming met

locução conjuntiva

Sempre use medicamentos de acordo com as instruções do fabricante. Para estar de acordo com a lei, você deve pagar seus impostos.

gedraag je naar jouw leeftijd, gedraag je, gedraag je eens

locução verbal

voorhuwelijkse voorwaarden

(EUA, abreviatura de)

eerdere overeenkomst

concensus

vertrekvergoeding, ontslagvergoeding

in overeenkomst met, overeenkomstig met

volgens

locução prepositiva

De acordo com David, o concerto foi muito bom.

tot een overeenkomst komen

expressão verbal

het eens worden

expressão verbal

Os advogados deveriam negociar até chegarem a um acordo sobre o assunto.

volgens

(de regels)

zo, dus, overeenkomstig

locução adverbial

O evento é formal, então, por favor, vista-se de acordo.

ingevolge hiervan

locução adverbial

volgens, naar

locução prepositiva

De acordo com Proudhon, a propriedade é um roubo!

op basis van

locução prepositiva

As crianças se alinharam de acordo com suas alturas, da mais baixa à mais alta.

in overeenstemming met

Nossos procedimentos operacionais estão em linha com os requerimentos do estado.

overeenkomstig

locução prepositiva

Faça o pão de acordo com a receita.

vertrouwen op

Seguindo pelo mapa, o hotel deveria ficar na esquina da próxima rua à direita.

in overeenstemming met

locução prepositiva

Os salários são determinados de acordo com a experiência.

iets beklinken, bezegelen

expressão verbal (negócio)

Esperamos fechar acordo esta tarde.

volgens

Continuaremos segundo essa base.

gewillig

Quando o presidente decidiu ir à guerra, o país estava preparado.

naar

locução prepositiva

Agora há um homem de acordo com meu coração.

onder, volgens

locução prepositiva

De acordo com as regras atuais, você tem muito poder.

inwilligen,vergoeden

(reclamação: resolver)

A seguradora ajustou todas as reivindicações advindas do acidente.

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van acordo in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.