Wat betekent agua in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord agua in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van agua in Spaans.

Het woord agua in Spaans betekent water, water, drinkwater, regenwater, water, water, water, wateroppervlak, water, water, versnijden, tranen, glas/flesje water, waterdicht, regendicht, waterval, sodawater, waterval, cascade, waterpijp, phoebe, weerbestendig maken, waterpest, waden, iets doorspoelen, damp, waas, nevel, drinkfontein, een noodlanding op water laten maken, zoetwater-, zoutwater-, zonder waarschuwing, zonneklaar, kristalhelder, glashelder, zonneklaar, relaxed, cool, in de problemen, Man overboord!, cracker, trekker, schuiver, tonic, regenwater, peil, harde kritiek, waterlijn, waterleiding, grondwater, terugloop, bilgewater, ruimwater, baars, waterhoen, rozenwater, zeewater, waterbed, watermolen, badwater, watermoccasinslang, afwaswater, eendenkroos, landrot, wijwatervat, oninbare vorderingen, kokend water, gedestilleerd water, drinkwater, zoet water, hoogwaterpeil, warm water, sodawater, spuitwater, waterpistool, stroomhoeveelheid, waterstofperoxide, verzadiging, rubberlaarzen, waterrechten, de wc doortrekken, het verleden laten rusten, het water in de mond doen lopen, Maak je niet druk, inhalen, binnenhalen, zoetwater-, kristalhelder, glashelder, pomp, waterkoeler, acrylverf, latexverf, zout water, waterglijbaan, onder water, digitaal watermerk. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord agua

water

nombre femenino

¡No pises el agua!

water, drinkwater

nombre femenino

Mozo, tráiganos por favor un poco de agua.

regenwater

nombre femenino

Después de la tormenta había charcos de agua por todos lados.

water

(general)

Me voy a nadar al agua. ¿Vienes?

water

nombre femenino (oplossing)

Algunos dicen que se debería tomar agua con azúcar cuando se está enfermo.

water

La marea está subiendo. Vamos a mover las toallas de lugar.

wateroppervlak

Mira que calma que está la superficie del lago por la mañana.

water

nombre femenino

water

(antiguo)

Se inclinó sobre la reja y cayó al piélago.

versnijden

(en general)

tranen

(ojos)

Sus ojos empezaron a lagrimear.

glas/flesje water

Mozo, tráiganos por favor tres vasos de agua.

waterdicht

Mi campera impermeable me vino muy bien durante la lluvia de ayer.

regendicht

waterval

La catarata cayó por las piedras hasta la cuenca debajo.

sodawater

Daisy le echó soda a su whisky.

waterval, cascade

El camino de montaña hasta la cascada es muy difícil.

waterpijp

(voz inglesa)

phoebe

(dierkunde)

weerbestendig maken

waterpest

(plantkunde)

waden

Su madre le advirtió que no vadeara muy adentro para evitar que la marea la pudiera arrastrar.

iets doorspoelen

Tuvieron que enjuagar el drenaje para hacer que drenara apropiadamente.

damp, waas, nevel

La manguera rociaba una fina rociada sobre las plantas.

drinkfontein

Después de la clase de gimnasia, los niños se pusieron en fila para tomar agua de la fuente.

een noodlanding op water laten maken

El piloto amerizó el avión y salió en su balsa.

zoetwater-

locución adjetiva (pez) (in samenstellingen)

En el lago viven muchas especies de peces de agua dulce.

zoutwater-

locución adjetiva (in samenstellingen)

zonder waarschuwing

zonneklaar

expresión

Las reglas del concurso estaban claras como el agua, pero algunos no las cumplieron.

kristalhelder, glashelder, zonneklaar

locución adjetiva (figuurlijk)

relaxed, cool

(informeel)

Henry nunca se estresa con la vida, para él es "lo que viene fácil, fácil se va".

in de problemen

locución adverbial

Está con el agua hasta el cuello por llegar tarde al trabajo.
ⓘEsta oración no es una traducción de la original. Hij zit in de problemen doordat hij gisteren afwezig was op zijn werk.

Man overboord!

locución nominal masculina

El marinero gritó "¡Hombre al agua!" y le arrojó un salvavidas.

cracker

Me gusta tomar la sopa con galletas saladas.

trekker, schuiver

El lavador de ventanas pasó la escobilla de goma por el vidrio.

tonic

(frisdrank)

A Gemma le gusta tomar vodka con agua tónica y limón.

regenwater

Los granjeros necesitan agua de lluvia para que crezca la cosecha.

peil

La inundación había dejado una marca del nivel del agua en la pared.

harde kritiek

(figurado)

La función del teatro aficionado obtuvo un jarro de agua fría de la prensa local.

waterlijn

locución nominal femenina (op een schip)

waterleiding

locución nominal femenina

grondwater

terugloop

(van water)

bilgewater, ruimwater

(in een schip)

baars

locución nominal masculina (dierkunde)

waterhoen

locución nominal femenina (vogelsoort)

rozenwater

locución nominal femenina

zeewater

waterbed

watermolen

badwater

watermoccasinslang

(dierkunde)

afwaswater

eendenkroos

locución nominal femenina (lemma minor) (plantkunde)

landrot

(informeel)

wijwatervat

oninbare vorderingen

expresión (coloquial)

Si no puedes cobrarle a un cliente, asúmelo como deuda escrita en el agua.

kokend water

Había una olla de agua hirviendo en la cocina.

gedestilleerd water

En los laboratorios se usa agua destilada para limpiar el material.

drinkwater

Los pioneros solo acampaban en zonas en las que podían encontrar agua potable.

zoet water

El dorado es un pez de agua dulce.
Ik zwem alleen maar in zoet water. Baars is strikt een zoetwatervis.

hoogwaterpeil

La altura máxima del agua es fácil de identificar en la playa por la línea de restos, como algas marinas.

warm water

El agua caliente es mejor que el agua fría para tomar un baño.
Het is beter warm water dan koud water te gebruiken voor een bad.

sodawater, spuitwater

Puedes comprar agua con gas importada en botellas de litro.

waterpistool

locución nominal femenina

Los niños adoran jugar con pistolas de agua en el verano para mantenerse frescos. Les disparo a los conejos del huerto con mi pistola de agua para alejarlos de las verduras.

stroomhoeveelheid

nombre masculino

El flujo de agua que atraviesa una tubería depende de su diámetro.

waterstofperoxide

locución nominal femenina

El agua oxigenada puede dañar tu cabello.

verzadiging

La inundación provocó la completa saturación de agua en la alfombra del sótano.

rubberlaarzen

waterrechten

nombre masculino (España)

El precio de la casa incluye una acción de agua.

de wc doortrekken

Por favor, tire de la cadena después de ir al baño.

het verleden laten rusten

(figuurlijk)

Decidimos que lo pasado, pasado, y nos olvidamos de nuestras antiguas diferencias.

het water in de mond doen lopen

(figuurlijk)

Con el olor de ese bistec sobre la parrilla, se me hace agua la boca.

Maak je niet druk

No te preocupes por cosas que no puedes controlar.

inhalen, binnenhalen

(vis)

Una vez que el pez pica, enrolla el sedal lo más rápido posible.

zoetwater-

locución adjetiva (lago) (in samenstellingen)

El lago está cerca del océano, pero todavía es una masa de agua dulce.

kristalhelder, glashelder

locución adjetiva (figuurlijk)

Siempre sus explicaciones fueron claras como el agua.

pomp

locución nominal femenina

Tom compró una bomba de agua después de que su sótano se inundara tres veces.

waterkoeler

locución nominal femenina

acrylverf, latexverf

Los pintores aplicaron una pintura emulsionada a las paredes de la sala.

zout water

locución nominal femenina

waterglijbaan

onder water

locución adjetiva

Algunos patos pueden sumergirse bajo el agua durante varios minutos.

digitaal watermerk

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van agua in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.