Wat betekent de acuerdo in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord de acuerdo in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van de acuerdo in Spaans.

Het woord de acuerdo in Spaans betekent in overeenstemming, eensgezind, gelijkgestemd, Ja!, Oké!, overeenkomstig, in overeenstemming, oké, in overeenstemming met, volgens, afkeuren, veroordelen, afwijzen, volgens, naar, instemmen met, met iets meegaan., het eens zijn met, bezwaar maken, overeenkomen, halal, niet koosjer, op sekse gebaseerd, Ik ben het er mee eens, in overeenkomst met, overeenkomstig met, helemaal voor, helemaal eens, zoals, het met elkaar eens zijn, het ergens mee eens zijn, het ermee eens zijn, akkoord gaan, het oneens zijn, het ergens mee eens zijn, ergens mee akkoord gaan, akkoord gaan, instemmen, halalvlees, het eens zijn met, op basis van, bijdraaien, instemmen met, het oneens zijn met, het niet eens zijn met, ook vinden dat, in overeenstemming met, het erover eens zijn, afspreken, volgens, ja zeggen, ja antwoorden. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord de acuerdo

in overeenstemming

locución adjetiva

Aparentemente todos estaban de acuerdo, nadie objetó la decisión.

eensgezind, gelijkgestemd

locución adjetiva

Todas las partes están de acuerdo en declarar nulas las actuaciones de la anterior comisión.

Ja!, Oké!

(instemming)

—¿Quieres probar el nuevo restaurante chino? —¡De acuerdo!

overeenkomstig

in overeenstemming

oké

locución interjectiva (informeel)

Muy bien, vayamos al bar.

in overeenstemming met

Siempre tómate tus medicinas según las instrucciones del laboratorio. Según la ley, debes pagar tus impuestos.

volgens

(alguien)

Según Ricardo, es demasiado tarde para ir al partido. Iremos la próxima vez.

afkeuren, veroordelen, afwijzen

No creo que tu madre se oponga, pero no le preguntes cuando esté de mal humor.

volgens, naar

(alguien)

Según Ferdinand de Saussure, lingüista suizo, "la semiótica es la ciencia que estudia la vida de los signos en el seno de la vida social".

instemmen met

Está convencida de que todos aceptarán su plan una vez lo entiendan.

met iets meegaan.

(figuurlijk)

Rachel está contenta de aceptar la sugerencia de Harry.
Rachel gaat graag mee met de suggesties van Harry.

het eens zijn met

Leslie nunca aprobará la idea de fumar dentro de los restaurantes.

bezwaar maken

¿Quieren construir una calle que atraviese la reserva natural? ¡Pues me opongo!

overeenkomen

Estas medidas no cuadran; alguien cometió un error.

halal

El supermercado ahora vende carne de acuerdo con la ley islámica.

niet koosjer

(literal) (religieus)

Los judíos practicantes no comen cerdo porque no es kosher.

op sekse gebaseerd

Ik ben het er mee eens

locución interjectiva

"¡Estoy de acuerdo!" dijo Tom. "Tienes razón".
"Ik ben het ermee eens", zei Tom. "Je hebt gelijk!"

in overeenkomst met, overeenkomstig met

Los policías registraron la casa conforme a la orden judicial.

helemaal voor, helemaal eens

locución adverbial

Yo estaba absolutamente de acuerdo con la idea de tomar un helado al acabar las clases.

zoals

locución preposicional

De acuerdo con su petición, he incluido la información necesaria en este memo.
Zoals u verzocht, heb ik de nodige informatie in deze memo opgenomen.

het met elkaar eens zijn

locución verbal

No siempre estamos de acuerdo.

het ergens mee eens zijn

locución verbal

Yo creo que deberíamos irnos, ¿estás de acuerdo?

het ermee eens zijn, akkoord gaan

locución verbal

El cirujano estuvo de acuerdo con la evaluación de la enfermera.

het oneens zijn

(opiniones, argumentos)

Mis padres difieren constantemente; ¡no se me ocurre por qué se casaron!

het ergens mee eens zijn, ergens mee akkoord gaan

locución verbal

Lo siento pero no estoy de acuerdo con esa actitud.

akkoord gaan, instemmen

El paciente accedió al tratamiento.

halalvlees

Toda la carne que se servirá será carne se servirá de acuerdo con la ley islámica.

het eens zijn met

locución verbal

Le pregunté a Juana su opinión y ella está de acuerdo conmigo.

op basis van

locución preposicional (orden)

Los niños se formaron de acuerdo a su estatura, del más bajo al más alto.

bijdraaien

(figuurlijk)

A mis padres no les parece mi nuevo novio, pero ya se dejarán convencer cuando lo conozcan.

instemmen met

La subdirectora suscribió a la opinión de su jefe de que necesitaban proporcionar más incentivos al personal.

het oneens zijn met, het niet eens zijn met

No estoy de acuerdo con los castigos corporales.

ook vinden dat

Todos los alumnos concuerdan en que ella es buena profesora.

in overeenstemming met

(proporción)

Los salarios se determinan en función de la experiencia.

het erover eens zijn

El comité coincidió en aprobar el plan.

afspreken

Los dos hombres se pusieron de acuerdo sobre el precio del coche usado.

volgens

Hace todo conforme a las normas.

ja zeggen, ja antwoorden

locución verbal

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van de acuerdo in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.