Wat betekent little in Engels?

Wat is de betekenis van het woord little in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van little in Engels.

Het woord little in Engels betekent klein, beetje, beetje, een beetje, klein, klein, onbenullig, onbetekend, bekrompen, klein, weinig, beetje, beetje, tel, een beetje, een beetje, eens een gesprekje voeren, een babbeltje hebben, weinig gemeen hebben, weinig gemeenschappelijk hebben, weinig trek hebben in, weinig te zeggen hebben, spoedig, binnenkort, spoedig, binnenkort, klein theater, snotaap, bengel, beetje bij beetje, langzaam maar zeker, klein extraatje, kleine deugniet, speels dier, klein ding, kleinigheid, onbenulligheid, kleintje, van weinig belang, van weinig belang, hele, flinke, nogal. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord little

klein

adjective (small in size)

This TV is big, but the one in our bedroom is little.

beetje

adjective (small amount)

I just want a little salt on my potatoes.

beetje

adjective (not much)

She drinks little alcohol.

een beetje

adverb (slightly)

I am a little drunk, but in no way incapacitated.

klein

adjective (sibling: younger)

I have three little brothers and one big sister.

klein

adjective (person: short)

She is too little to date a basketball player, isn't she?

onbenullig, onbetekend

adjective (trivial)

It is such a little thing. Why do they argue about it so much?

bekrompen

adjective (mind: narrow)

As Emerson said, "A foolish consistency is the hobgoblin of little minds."

klein

adjective (endearingly small)

Oh, what a beautiful little puppy!

weinig

adverb (almost not at all)

She was very shy, and spoke little.

beetje

noun (sthg small)

Chocolate? I'll just have a little.

beetje

adverb (slightly)

She was a little angry with me. The doctor says your blood pressure is a little high.

tel

noun (short time)

I'll be there in a little.

een beetje

noun (informal (small amount)

There wasn't enough salt in the soup so I added a little bit. Could I please have a little bit of cheese?
Mag ik misschien een stukje kaas?

een beetje

adverb (informal (slightly)

I'm just a little bit dizzy. It was a little bit cheeky of me to ask … but I asked anyway.
Ik ben een beetje duizelig. Het was een beetje brutaal van me om het te vragen, maar ik deed het toch.

eens een gesprekje voeren, een babbeltje hebben

verbal expression (informal (discuss [sth] sensitive) (informeel)

Young lady, I think it's time you and I had a little talk.
Het wordt tijd dat wij eens een gesprekje voeren, jongedame.

weinig gemeen hebben, weinig gemeenschappelijk hebben

verbal expression (have few similarities or shared interests)

The rich have little in common with the poor.
De rijken hebben weinig gemeenschappelijk met de armen.

weinig trek hebben in

verbal expression (figurative (lack appetite, courage for [sth]) (figuurlijk, informeel)

John had little stomach for the task at hand.

weinig te zeggen hebben

verbal expression (speak little)

His teacher had little to say about the incident.
Zijn leraar had weinig te zeggen over het incident.

spoedig, binnenkort

adverb (informal (soon)

Please set the table because dinner will be ready in a little bit.
Dek de tafel want het avondeten zal binnenkort klaar zijn.

spoedig, binnenkort

adverb (soon)

Olivia said that she would be there in a little while.

klein theater

noun (small venue for amateur dramatics)

The high school play will be performed this Friday in the school's little theatre.

snotaap, bengel

noun (figurative, informal, euphemism (child: annoying) (informeel)

Kyle told the kid to leave him alone, but the little beggar wouldn't back off.

beetje bij beetje, langzaam maar zeker

adverb (gradually, a bit at a time)

Add the sugar little by little and your meringue will be perfect. He became better at tennis little by little.

klein extraatje

noun (often plural, informal (bonus, additional feature) (informeel)

kleine deugniet

noun (informal (mischievous child)

My nephew is such a little scamp; I'm exhausted after babysitting him for an afternoon!

speels dier

noun (informal (playful animal)

Ramona named the little scamp Spot.

klein ding

noun (detail)

The little things in life are important; take time to stop and smell the flowers. Just one little thing: your socks don't match.

kleinigheid, onbenulligheid

noun ([sth] inconsequential)

Don't focus on the little things; set a goal and work toward it.

kleintje

interjection (affectionate term for a child) (informeel)

Come here, my little one, and I'll tell you a story.

van weinig belang

adjective (barely significant)

Some error messages require immediate intervention, but others are of little consequence.

van weinig belang

adjective (barely significant)

Though his role is of little importance, he feels useful.

hele, flinke, nogal

adjective (US, informal (striking, outstanding)

Jackie was quite a little dancer when she was young.

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van little in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Verwante woorden van little

Ken je iets van Engels

Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.