Wat betekent love in Engels?

Wat is de betekenis van het woord love in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van love in Engels.

Het woord love in Engels betekent houden van, houden van, houden van, geliefde, liefde, liefde, seks, liefje, schatje, liefde, nul, liefde, liefhebben, liefde voelen, liefhebben, love, love, love, adore, be crazy about, be mad about, be crazy abut, be mad about, love, love, love, be crazy about, be mad about, be crazy about, be mad about, love, affair, love affair, make love, make love, madly in love, feel something for, make love to, ménage à trois, with love, not love, romance, love affair, smitten with, smitten with, in love, houden van, lieffie, schatje, kalverliefde, hals over de kop verliefd worden op iemand, verliefd worden, verliefd worden op, Ik hou van je, Ik hou van je, Ik hou zoveel van je, verliefd zijn, verliefd op, verliefd op, vriendin, bastaard, de liefde bedrijven, mijn lief, wederzijdse afkeer, kalverliefde, zou graag willen, zouden graag willen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord love

houden van

transitive verb (feel affection for sthg)

I love basketball.

houden van

transitive verb (be fond of)

I love Jane. She's always such fun to be with!

houden van

transitive verb (have romantic feelings for)

You can tell that she loves her boyfriend by the look on her face.

geliefde

noun (lover)

She was my first love.

liefde

noun (feeling of affection)

Love is perhaps the most important human emotion.

liefde

noun (passion)

His love made her feel so good.

seks

noun (sexual gratification)

He was in a good mood. His wife probably gave him some love the night before.

liefje, schatje

noun (beloved person)

Love, can you give me the remote control?

liefde

noun (strong liking)

His love for basketball was apparent to everybody.

nul

noun (tennis: score of nothing) (sport)

The score is now thirty-love.

liefde

noun ([sth] loved, interest)

Ballet was her first love.

liefhebben, liefde voelen

intransitive verb (have deep affection)

She just loves too much.

liefhebben

transitive verb (slang (have sex)

I want you to love me passionately tonight, baby.

love

(erg graag hebben)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

love

(tussen mensen)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

love, adore

(+van (liefhebben)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

be crazy about, be mad about

(graag hebben)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

be crazy abut, be mad about

(fan zijn van)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

love

(liefhebben)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

love

(erg graag zien)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

love

(voorkeur)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

be crazy about, be mad about

(lekker vinden)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

be crazy about, be mad about

(verliefd zijn op)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

love

(tennis: nul) (tennis: nil)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

affair, love affair

(liefdesavontuur)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

make love

(doen, seks: liefde)

make love

(seks hebben)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

madly in love

(heel erg verliefd)

feel something for

(verliefd zijn op)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

make love to

(eufemisme (vrijen met)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

ménage à trois

(gallicisme (driehoeksverhouding) (French)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

with love

(met zorg, toewijding)

not love

(m.b.t. persoon)

romance, love affair

(liefdesavontuur)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

smitten with

(informeel (zeer verliefd op)

smitten with

(zeer verliefd op)

in love

(ontvlamd in liefde)

(expression: Prepositional phrase, adverbial phrase, or other phrase or expression--for example, "behind the times," "on your own.")

houden van

(feel affection for [sb])

Of course I love my mother.

lieffie, schatje

(UK, slang (love: term of endearment) (informeel)

John greeted me with the words, "Alright, luv?"

kalverliefde

noun (figurative (teenage infatuation)

hals over de kop verliefd worden op iemand

verbal expression (figurative (fall in love)

verliefd worden

verbal expression (couple: become infatuated)

The couple fell in love when they were in college.

verliefd worden op

verbal expression (become infatuated with [sb])

I think I fell in love with him the very first time we met.

Ik hou van je

interjection (declaration of strong affection)

I love you, Mom!
Ik hou van je, mama!

Ik hou van je

interjection (declaration of strong romantic feelings)

I love you and I want to spend the rest of my life with you.
Ik hou van je en wil de rest van mijn leven met jou spenderen.

Ik hou zoveel van je

interjection (great affection)

I love you so much that I can't stand to be apart from you.
Ik hou zoveel van je dat ik het niet kan uitstaan om van je gescheiden te zijn.

verliefd zijn

(infatuated)

People who are in love never listen to anyone else's advice. The two of them are in love, and they spend every moment together.

verliefd op

(infatuated)

He's so thoughtful! I am in love with him.
Hij is zo attent! Ik ben verliefd op hem.

verliefd op

(figurative (very keen) (figuurlijk)

He is in love with the sound of his own voice.
Hij is verliefd op de klank van zijn eigen stem.

vriendin

noun (poetic or humorous (female lover, girlfriend)

bastaard

noun (slang (illegitimate offspring)

That girl is a love child; she has never met her father.

de liefde bedrijven

verbal expression (have sex)

The survey found that average couple make love three times a week.

mijn lief

noun (informal (affectionate term)

Are you coming my love?

wederzijdse afkeer

noun (mutual dislike)

There's no love lost between those two. They've always hated each other.

kalverliefde

noun (figurative (adolescent infatuation)

The two teenagers had a case of puppy love.

zou graag willen, zouden graag willen

verbal expression (used to request or accept [sth])

I would love a cup of coffee, thank you.
Ik zou graag een kop koffie willen.

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van love in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Verwante woorden van love

Ken je iets van Engels

Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.