Wat betekent need in Engels?

Wat is de betekenis van het woord need in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van need in Engels.

Het woord need in Engels betekent moeten, nodig hebben, behoefte hebben aan, behoefte, gebrek, nood, nood, need, necessity, need, need, need, need, be in need of, if necessary, if need be, vriend in nood, hulpbehoevende, Ik heb je nodig, desnoods, in nood, iets nodig hebben. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord need

moeten

auxiliary verb (must)

I need to help my parents move.

nodig hebben

transitive verb (require)

The body needs food at regular intervals.

behoefte hebben aan

transitive verb (lack, want)

The homeless shelter needs blankets.

behoefte

noun (necessity)

A sense of belonging is a basic human need.

gebrek

noun (requirement)

There's a need for clear thinking if we're going to solve this problem. There's no need for that kind of language.

nood

noun (poverty)

The city is full of children in need.

nood

noun (difficulty)

Please help us in our hour of need.

need

(gemis, gebrek)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

necessity, need

(wat nodig is)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

need

(behoeven)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

need

(nodig zijn, behoeven)

(intransitive verb: Verb not taking a direct object--for example, "She jokes." "He has arrived.")

need

(nodig hebben, behoeven)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

be in need of

(nodig hebben)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

if necessary, if need be

(indien nodig)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

vriend in nood

noun (person: helps)

When I was made homeless, she was a true friend in need, letting me stay with her for a year.
Toen ik dakloos werd, was ze een ware vriend in nood. Ze liet me een jaar lang bij haat wonen.

hulpbehoevende

noun (person: needs help)

America usually helps her friends in need.
Amerika helpt meestal haar hulpbehoevenden.

Ik heb je nodig

interjection (I am dependent on you)

John, I don't just love you, I need you!
John, ik hou niet alleen van je, ik heb je nodig!

desnoods

expression (if required)

in nood

adjective (living in poverty, requiring aid)

In times of prosperity it is doubly important to remember those in need.

iets nodig hebben

expression (requiring [sth])

Any homeless person in need of a bed can spend the night at this shelter.

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van need in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Verwante woorden van need

Ken je iets van Engels

Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.