Wat betekent porter in Frans?

Wat is de betekenis van het woord porter in Frans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van porter in Frans.

Het woord porter in Frans betekent iets dragen, aanhebben, dragen, omhebben, reiken, dragen, aandoen, aantrekken, dragen, dragen, aanhebben, voeren, doorvoeren, leiden, brengen, dragen, meedragen, dragen, dragen, dragen, vervoeren, indienen, trekken, meedragen, werpen, gekleed gaan in iets, brengen, vervoeren, uitbrengen, uiten, prijzen, loven, zwaar, poging, gaan, opschieten, geschikt, verkeerde benaming, ritje op de rug, de schuld op zich nemen, paardje laten rijden, wapens dragen, een valse getuigenis afleggen, niets aan hebben, hoogachten, respecteren, het goed maken, uitgerust zijn met accessoires, borg staan, pleiten tegen, , de hemel in prijzen, de naam dragen van, er goed uitzien, beoordelen, een aanklacht indienen, betrekking hebben op, iemand vernoemen naar, schadeoorzaak, vals getuigen, instaan voor, , overweldigen, overstelpen, verpletteren, kraken, te schande maken, betoveren, beheksen, dragen, voeren, proosten op, groot genoeg worden, een toost uitbrengen op, toosten op, drinken op, klinken op, als vrijwilliger/vrijwilligster meedoen, beïnvloeden, goed, gezond, student, toosten, toasten, proosten, drinken, toasten, proosten, behandelen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord porter

iets dragen, aanhebben

verbe transitif (des vêtements) (kleding)

Tout le monde porte des jeans de nos jours.

dragen, omhebben

verbe transitif (des accessoires) (sierraden enz.)

Le mari et la femme portent des alliances.

reiken

verbe intransitif (son)

Les voix portent loin dans ce canyon.

dragen

verbe transitif

Les étudiants portent tous des sacs à dos.

aandoen, aantrekken, dragen

verbe transitif (des chaussures) (schoenen)

Quelles chaussures devrais-je porter (or: mettre) ?

dragen, aanhebben

verbe transitif (des vêtements)

Amanda porte (or: met) du noir la plupart du temps.

voeren, doorvoeren

verbe transitif

Nous ne voulons pas porter (or: pousser) les choses trop loin.
We willen de zaken niet te ver drijven.

leiden, brengen

verbe transitif (vers la victoire,...)

Le joueur vedette a mené (or: porté) son équipe vers la victoire.

dragen, meedragen

verbe transitif (transporter)

Je porte mon fils sur mes épaules.

dragen

verbe transitif (un nom, un titre) (naam, titel)

Il porte le nom de son père.

dragen

Johnny porta les sacs de sa voisine âgée jusqu'en haut des escaliers.

dragen, vervoeren

verbe transitif

Le mulet dut porter (or: transporter) le chargement jusqu'au camp.

indienen

verbe transitif (plainte) (van klacht)

Tina a porté plainte auprès des ressources humaines.

trekken, meedragen

Paul tira un cerf qu'il avait abattu jusqu'à son camion.

werpen

(une passe)

Pendant le match, il a effectué plusieurs passes difficiles.

gekleed gaan in iets

brengen, vervoeren

verbe transitif

Peux-tu apporter (or: porter) cette lettre à la poste ?

uitbrengen, uiten

verbe transitif (accusation)

Les collègues de Ray lancèrent (or: portèrent) de terribles accusations contre lui.

prijzen, loven

(parler positivement)

Elle a été louée pour son travail bénévole.

zwaar

(figuré) (figuurlijk)

Le gouvernement prend des mesures pour gérer le problème pesant du chômage des jeunes.

poging

gaan, opschieten

(état)

geschikt

Ma prof, Madame Revêche, porte bien son nom : elle ne sourit jamais.

verkeerde benaming

ritje op de rug

La petite fille est montée sur le dos de son grand frère.

de schuld op zich nemen

(familier)

Il a porté le chapeau pour le hold-up.

paardje laten rijden

(figuurlijk)

wapens dragen

locution verbale

een valse getuigenis afleggen

(Droit)

La loi prend très sérieusement le fait de faire un faux témoignage.

niets aan hebben

locution verbale

N'entre pas ! Je ne porte rien !
Niet binnenkomen! Ik heb niets aan!

hoogachten, respecteren

Ce vieux professeur est porté en haute estime par ses pairs.

het goed maken

Sarah et Jim sont heureux d'annoncer l'arrivée de leur fille Grace. La mère et le bébé vont bien (or: se portent bien).

uitgerust zijn met accessoires

locution verbale

borg staan

Harry s'est porté garant de Dan en lui prêtant de l'argent lorsqu'il avait beaucoup de dettes.

pleiten tegen

Son casier judiciaire va le desservir quand il commencera à essayer de trouver un emploi.

(regard)

Les yeux du professeur ont scruté la pièce et sont tombés sur le visage nerveux de Joshua.

de hemel in prijzen

(figuurlijk)

de naam dragen van

locution verbale

Beaucoup d'espèces de papillons portent le nom de leur découvreur.

er goed uitzien

Mmm, elle porte vraiment bien ce bikini !

beoordelen

Nous ne devrions pas porter un jugement sur lui (or: le juger) : il fait ce qu'il peut.

een aanklacht indienen

locution verbale

L'actrice s'est mise en colère contre l'article du magazine et a menacé de porter plainte.

betrekking hebben op

iemand vernoemen naar

John porte le nom de son grand-père.

schadeoorzaak

locution verbale (causer un dommage)

Le graffiti porte atteinte à la propriété et engendre des frais de nettoyage élevés.

vals getuigen

locution verbale

Porter un faux témoignage est un délit grave devant Dieu.

instaan voor

Je peux me porter garant de son honnêteté : je lui confie même les clés de ma maison.

Quand ils ont demandé des volontaires, je me suis proposé parce que je n'avais rien d'autre à faire.

overweldigen, overstelpen, verpletteren, kraken

verbe transitif (emoties)

Nous avons été accablés de chagrin par la nouvelle de sa mort.

te schande maken

verbe transitif

betoveren, beheksen

Ian a porté malheur au match de cricket lorsqu'il a dit qu'il ne pleuvrait pas.

dragen, voeren

Une douce brise porta doucement l'odeur des fleurs à mon nez.

proosten op

verbe transitif

groot genoeg worden

verbe intransitif

een toost uitbrengen op, toosten op, drinken op, klinken op

(anglicisme)

Portons un toast au président du conseil.

als vrijwilliger/vrijwilligster meedoen

Stella s'est portée volontaire pour commencer.

beïnvloeden

Il semble que la couverture médiatique lui ait porté préjudice dans cette affaire.

goed, gezond

Je me sens en pleine forme quand je fais du sport.

student

Il est et restera un éternel étudiant en langues.

toosten, toasten

locution verbale (anglicisme)

Souhaitez-vous que nous portions un toast avant de boire ?

proosten

locution verbale

drinken, toasten, proosten

Buvons à la santé des mariés !

behandelen

Ce magazine traite de problèmes courants en termes d'éducation.

Laten we Frans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van porter in Frans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Frans.

Ken je iets van Frans

Frans (le français) is een Romaanse taal. Net als Italiaans, Portugees en Spaans, komt het uit het populaire Latijn, dat ooit in het Romeinse rijk werd gebruikt. Een Franstalig persoon of land kan een "Franstalig" worden genoemd. Frans is de officiële taal in 29 landen. Frans is de vierde meest gesproken moedertaal in de Europese Unie. Frans staat op de derde plaats in de EU, na Engels en Duits, en is na Engels de meest onderwezen taal. De meerderheid van de Franstalige wereldbevolking woont in Afrika, met ongeveer 141 miljoen Afrikanen uit 34 landen en gebieden die Frans als eerste of tweede taal spreken. Frans is de tweede meest gesproken taal in Canada, na Engels, en beide zijn officiële talen op federaal niveau. Het is de eerste taal van 9,5 miljoen mensen of 29% en de tweede taal van 2,07 miljoen mensen of 6% van de gehele bevolking van Canada. In tegenstelling tot andere continenten is het Frans in Azië niet populair. Momenteel erkent geen enkel land in Azië Frans als officiële taal.